maandag 3 september 2012

Nature overload disorder

Laatst las ik een stukje over het ‘nature deficit disorder’. Het schijnt dat wanneer kinderen te weinig buiten spelen allerlei gezondheid- en gedragproblemen gaan vertonen: concentratiestoornissen, vaker ziek, obesitas, gebrek aan creativiteit, hyperactief, enz. Daarnaast bestaat de angst dat doordat jongeren niet meer weten wat de natuur is, zij later ook niet in staat zullen zijn de steeds kwetsbaar wordende natuur te beschermen.

'speel'tuin
Wat Rocco betreft, maak ik me over een eventueel ‘nature deficit disorder’ geen zorgen. Hij is vaak genoeg buiten en weet zich uitstekend te concentreren op alles wat groen is, groeit, beweegt en te verzamelen is. Afhankelijk van het seizoen zitten zijn zakken vol met verschillende natuurschatten. Wanneer ik zijn kledingstukken in de was doe en niet vergeet zijn zakken te legen, kom ik dan ook van alles tegen: kastanjes, eikels, dennenappeltjes, pruimenpitten, kamillebloesems omdat mamma daar thee van zet, rozenbottels, walnoten, frambozen of bramen (die vergeet ik meestal niet want die kleuren door de zakken heen) en sinds kort ook slakken.

Toen ik hem vroeg waarvoor de slakken waren bedoeld, vertelde hij dat hij had gezien dat de kip die altijd buiten de ren scharrelt slakken erg lekker vindt. Voor onze andere twee kippen verzamelt hij daarom nu slakken. Deze kippen durven of kunnen namelijk niet over het gaas van de ren te springen en moeten het slechts doen met het vegetarisch kippenvoer in de ren. 

een echte scharrelkip
Inmiddels is er tot groot geluk van onze moestuin geen slak meer te bekennen rond ons huis. Reden waarom Rocco vanochtend graag meewilde naar de plek waar ik het jongvee wat bijvoer nu aan het eind van de zomer al het gras is opgegraasd. Laatst had hij daar namelijk een plekje gezien waar het wemelde van de slakken. Het is maar waar je op let.

Van mij mocht hij mee maar met het oog op de komende wasbeurt vroeg ik hem een bakje mee te nemen waar hij de slakken dan in kon doen. Nadat ik het jongvee had gevoerd was Rocco nog druk met slakken vangen en na telling bleek hij er wel 47 te hebben verzameld. Dat zou een feestmaal worden voor de kippen.

Maar als echte ingeburgerde Française was het noodzakelijk om voor de lunch eerst nog even langs de bakker te rijden. In de auto vroeg ik Rocco het bakje goed beet te houden en aangekomen bij de bakker bleef hij ook liever even in de auto zitten om op zijn slakken te passen. Bij de bakker bestelde ik snel een stokbrood en liet onze gebruikelijke diepgaande conversatie over het weer achterwege. Ik moest snel weer naar Rocco met zijn slakken.

Toen ik weer in de auto wilde stappen vond ik een jongetje met dikke betraande wangen. Het bakje met slakken was om onduidelijk redenen uit zijn handen geglipt en alle slakken kropen nu door de auto. Ik had het met Rocco te doen. Gaf hem een troostende kus op de wang om daarna samen alle slakken weer te verzamelen. Het brood kopen had niet zo lang geduurd dus de slakken konden niet zover verspreid zijn.

Niets was minder waar. De slakken kropen overal. Op de bodem van de auto, over de stoelen, op het stuur, tegen het plafond, overal. Nadat ik in allerlei bestaande en nog te ontdekken yogastandjes de auto had doorzocht konden we geen slak meer vinden en hielden we weer een telling: 38. Negen stuks ontbraken er nog. We hebben nog even verder gezocht maar allebei konden we geen slak meer zien. Ik voornamelijk figuurlijk niet meer. We veegden onze beslijkte handen af en zetten onze tocht voort naar huis.

Rocco bedacht dat wanneer we eenmaal thuis waren gekomen de kippen wel in de auto konden loslaten om de slakken op te zoeken. Leek mij niet eens zo’n slecht idee maar begon me ook van alles in te denken wat er zou gebeuren wanneer we slakken echt niet meer zouden kunnen vinden: hoe snel plant een slak zich voort, plassen slakken, hoe ruikt een dode slak. Dat soort dingen. De gedachtestroom werd al snel onderbroken bij het eerst volgende schakelmoment. Ik voelde een huisje kraken onder het linker voetpedaal. Ook voelde ik een koud glibberig ding tegen mijn rechter enkel opkruipen. En hoorde ik daar niet iets richting mijn oor soppen?

Eenmaal thuisgekomen snelde ik naar de wasbak om al het slakkenslijm van me af te wassen. Te weinig natuur is misschien niet goed maar teveel zeker niet! Zeker niet wanneer het om slakkennatuur gaat.