zondag 25 september 2016

Vluchtgedachte

Een paar dagen geleden was het weer zover. De schok van de onvermijdelijke overgang van zomer naar herfst. Deze keer niet alleen ingeluid door een temperatuurval van 30 naar 13 graden maar tevens door honderden zwaluwen die zich verzamelden op de telefoonlijnen langs de randen van de weg.

Mijn gedachten dwaalden af naar het begin april toen de eerste zwaluwen aanvlogen en ik blik terug op het lief en leed dat we de maanden die erop volgden samen hebben gedeeld. Het gezellige gekwetter van de zwaluwen in de kalfjesstal om elkaar het hof te maken en het kunst en vliegwerk om de kommetjes onder het plafond boven dezelfde kalfjes te herstellen en te perfectioneren met leem, koeienhaar en hooi zal ik de komende maanden missen.

Het was een lastig voorjaar niet alleen voor de zwaluwen maar ook voor de boeren. Het hield maar niet op met regenen wat tot gevolg had dat insecten waarvan deze vogeltjes leven niet uitvlogen en sommige zwaluwtjes uit de lucht vielen vanwege de honger. Wij zagen dit met lede ogen aan en smachten elke avond naar een meteo waarbij een weervenster van minimaal een paar dagen zonder regen zou worden voorspeld. Zodat we het land konden bewerken om mais te zaaien.

Begin mei bereikte ons eindelijk het zo geliefde weervenster met een paar dagen stralend weer. De zwaluwen scheerden door de lucht, vlogen hun buikjes vol en legden nestjes vol met eieren terwijl de trekker dag en nacht op het land heen en weer reed om het zaad op tijd de grond in te krijgen en tussendoor ook nog eens hectares voorjaarsgras maaide om in te kuilen. Net voor de volgende regenperiode was alles op tijd klaar. Nu begon het wachten op de volgende zonnige periode om te hooien en op de eerste zwaluwkuikentjes die uit het ei zouden kruipen.

Ook deze periode duurde weer langer dan gewenst. Het gras groeide angstaanjagend hoog, we organiseerden ’s avonds tijdens het koeien halen mudmaster events en de eerste jonge zwaluwen kropen uit hun ei om zich op te maken voor hun eerste vlucht. Dat dit niet zonder gevaar is, bleek uit het hoopje veertjes dat ik vond die avond. Deze lag uitgespreid rond de tevreden snorrende poes op de hooibaal voor de uitgang van de kalfjes stal.

jongen zwaluwen die gevoederd worden door hun ouders


Toch waren we tevreden omdat de mais was opgekomen zodat het komende jaar er waarschijnlijk geen tekort zou zijn aan ruwvoer voor de koeien. Totdat een grote verschrikkelijke hagelbui dit vooruitzicht aan pap sloeg. Binnen een half uur waren alle maisplantjes door hagelstenen zo groot als duiveneieren verpulverd en konden we volgens een landbouwdeskundige weer overnieuw beginnen met zaaien.

We bestelden het zaad direct omdat je niet zomaar 30 hectare maiszaad uit de schappen van een supermarkt trekt. Binnen een week werden de zaadjes geleverd en liggen daar nu nog steeds te wachten om gezaaid te worden. Het bleef namelijk nog weken regen waardoor het land te drassig was om bewerkt te worden. De zwaluwen hadden het ook moeilijk en stelde een tweede leg nog even uit. De kapotgeslagen maisplantjes waren uiteindelijk veerkrachtiger dan iedereen dacht. Heel voorzichtig groeiden er weer nieuwe blaadjes uit het overgebleven prutjes groen en begonnen de plantjes tot grote vreugd weer echte maisplanten te worden.

Nu nog mooi weer en dan was iedereen tevreden. Dan konden de zwaluwen aan hun tweede leg beginnen en wij met het maaien van het hooi. En zo geschiedde begin juli. Dagen lang werd er van vroeg tot ’s avonds laat het gras, dat langer en stengeliger was dan ooit, tot mooie balen geperst. De lange dagen eindigden in zwoele zomeravonden op het terras dat uitzicht bood over het weiland met het schouwspel van de steeds groter wordende groep zwaluwen die door de lucht zweefden en scheerden op jacht naar insecten. Totdat de zon achter de horizon verdween en plaats maakte voor een wolkeloze sterrenhemel.

Na een maand droogte en hitte begonnen we toch langzaam weer te smachtten naar een zomerse onweersbui. Zowel de mais als het gras waren inmiddels gestopt met groeien. Te droog en te heet. Laag vliegende zwaluwen en donkere wolken en zelfs de Franse meteo kondigden onweersbuien aan. Maar helaas vlogen de zwaluwen telkens weer omhoog en trokken de wolken telkens over. Of stapelden ze zich op in onze gedachten terwijl de regen kilometers verderop viel.

Dat de graanoogst begin augustus maar 20% was van de normale opbrengst, vanwege de hagelschade, was minder pijnlijk dan een opmerking van een van onze gasten: Of we dit jaar dwergmais hadden gezaaid?

Terwijl sommige zwaluwen in half augustus nog aan een derde leg begonnen, reed ik elke dag langs de maisvelden of ik toch niet stiekem een onverwachte groeicurve kon ontdekken. Het enige wat ik ondekte was dat de mais vroeger dan ooit bloeide, waarmee tevens het definitieve einde van de groei was aankondigd.

Eind augustus begon de mais te pieken, werden de bladeren langzaam geel, vloog een derde leg zwaluwen uit en was er nog steeds geen regen gevallen. Half september de mais rijp voor de oogst begon het eindelijk even te regenen en vlogen de zwaluwen hun buikjes vol voor het vertrek naar Afrika.

Terwijl de maisopbrengst lager is dan ooit (50%) en we een probleem van een paar maanden ruwvoer tekort hebben, hoor ik de verzamelde zwaluwen druk tegen elkaar kwetteren op de telefoonlijnen. Opgewonden over de lange reis die ze voor de boeg hebben.

Even speel ik met de gedachte ook mijn vleugels uit te slaan. En weg te vluchten naar het veilige kantoor van vroeger waar het niet uitmaakte wat voor weer het was. Waar je alleen last had van een donderpreek van een eigenzinnige architect of het altijd zonnige humeur van een collega. Waar het noodlot niet bestond en de illusie heerste dat het leven maakbaar is en het wel goed komt als je maar goed je best doet.

Of weg te vluchten naar het vrolijke leven op de sociale media waar iedereen happy is, zijn beste ik laat zien en waar elk probleem met een tegeltjeswijsheid wordt opgelost. Zoals: ‘Life begins at the end of your comfortzone’. Nou volgens mij begint daar juist de ellende. Of: ‘Achter de wolken schijnt de zon’.... euh...snakten we na twee maanden droogte niet naar een druppel regen? Nee, mijn smartphone als niet-farmaceutische antidepressiva helpt nu even niet.

Toch laat één tegelspreuk me echter niet los: 'Het glas is het leukst als het leeg is. Dan kun je zelf bepalen waarmee te het gaat vullen.' Daar zit wel iets in. En zo aanvaard ik het noodlot en besluit ik niet te vluchten. En ga ik de confrontatie met de grillen van het weer aan. Vanavond vul ik het glas met de voor- en de tegenspoed van het leven dat, in dit geval naar goed Frans gebruik, een diep rode kleur heeft.


Wat zal ik lekker slapen vanacht. 

maandag 2 mei 2016

Het weekenddrama van De krekel (of eigenlijk cicade) en de Mier

Cultuur, met een hoofdletter C, staat hoog aangeschreven in Frankrijk. Al vroeg worden kinderen vertrouwd gemaakt met cultuur. Zo maakte Rocco al in de kleuterklas tijdens de tekenlessen kennis met de schildertechnieken van artiesten als Pollock, Van Gogh of Mondriaan. En droeg hij, toen hij pas vier jaar oud was, een gedicht voor toen ik ontwaakte op moederdag. Op school in het geheim ingestudeerd dus dat was een ontroerende verrassing. Ik had tot dat moment Rocco nog nooit Frans horen praten en wanneer dat dan meteen Franse poëzie is, kan een hart kan niet genoeg smelten.

Tegenwoordig is mijn hart aardig bekoeld vanwege de Franse poëzie. De gedichten worden namelijk allang niet meer in het geheim op school geleerd maar worden opgegeven als huiswerk. Waar ik in het verleden pas huiswerk meekreeg toen de meester dacht dat wij dit zelfstandig konden doen (zo rond een jaar of tien), wordt in Frankrijk (in ieder geval op ons dorpsschooltje) al vanaf het zesde jaar huiswerk meegegeven. Na elke lange schooldag, van negen tot half vijf, worden de kinderen ook nog eens belast met het lezen van boekjes, het instuderen van grammatica- en spellingsregels en gedichten. En niet alleen de kinderen maar ook de ouders want het eerste kind van zes dat uit zichzelf grammatica regels en gedichtjes zonder kop of staart uit zijn hoofd wil leren ben ik nog niet tegen gekomen.

Toen ik tijdens een ouderavond voorzichtig het huiswerk ter sprake bracht omdat ik dit een onnodige belasting vond voor het kind en ouder en ik mijn twijfels had over de effectiviteit hiervan na een lange schooldag, kreeg ik weinig bijval van andere ouders zodat ik teleurgesteld afdroop. Maanden later, tijdens de eindejaar voorstelling, sprak ik met enkele van deze ouders die eigenlijk, achteraf gezien, het wel met me eens waren. Helaas waren deze ouders geen leerkrachten en wordt er nog steeds dagelijks huiswerk meegegeven en is er zodoende bij ons in huis elke maand een Frans gedicht te leren.

Zo was het deze maand de eer aan het gedicht ‘La Cigale et la Fourmi’. Omdat Rocco tijdens de schoolvakantie het gedichtje was vergeten mee te nemen moesten het afgelopen weekend de 22 dichtregels in een keer uit het hoofd worden geleerd. Vol goede moed lieten we zaterdagochtend eerst Rocco het gedicht voorlezen. Het eerste deel van het gedicht was nog wel te volgen maar de laatste regels waren een beetje vaag en ook Rocco kon ons niet goed uitleggen wat nu precies de strekking was van het gedichtje. Daarnaast kon hij ons ook niet zeggen of een cigale nu een krekel of een sprinkhaan was.

Zo ontstond er op de zaterdagochtend een heftige discussie bij ons aan tafel over krekels en sprinkhanen. Over hun verspreidingsgebied, of ze konden zingen, wat ze eten en hoe lang ze leven. Want in het gedichtje wil de krekel graan lenen van de mier. ’s Middags bij de theepauze zochten we op of de vertaling van La Cigale et la Fourmi, De Krekel en de Mier was of De Sprinkhaan en de Mier. Het bleek De Krekel en de Mier te zijn maar het bleek ook dat een verkeerde vertaling te zijn. Een Cigale is namelijk een Cicade wat een heel ander beestje is dan een krekel of een sprinkhaan.

Ook bleek La Cigale et la Fourmi geschreven te zijn door Jean de la Fontaine in 1668 waarop Guus bijna ontplofte. Of de Franse onderwijskundigen gek waren geworden om kinderen gedichtjes te laten leren uit de zeventiende eeuw waar inhoudelijk ook nog geeneens iets van klopt!? We waren er namelijk ook achter gekomen dat cicades geen vliegen en wormpjes eten en mieren niks met graan doen voor hun levensonderhoud, terwijl dit in het gedicht wel wordt verondersteld.

Hoe kan het toch dat Fransen dit al jaren hun kinderen aan doen? Ik zocht op internet maar kon nergens artikelen of fora vinden waar Franse ouders zich zorgen maakten over het nut van het instuderen van gedichten. Wat ik wel vond was het belang van het poëzie-onderwijs en handige tips om kinderen snel gedichten te laten onthouden. De enige van wie ik bijval kreeg, was van Jean-Jacques Rousseau. Inderdaad die filosoof uit de 18e eeuw. Die vond dat de fabel van de Krekel en de Mier te moeilijk en onwaarschijnlijk is voor kinderen om te begrijpen. Vanzelfsprekend ben ik sinds dit weekend dus groot fan Jean-Jacques Rousseau.

Wanneer je naar de Nederlandse vertaling van het gedicht kijkt is De Krekel en de Mier inderdaad eenvoudig te duiden. Een kunstzinnige krekel vermaakt de hele zomer een ijverig werkende mier met zijn gezang, maar als de krekel in de winter honger heeft en kou lijdt geeft de mier de krekel niet te eten. Eigen schuld dikke bult.

Maar in het Franse origineel is de moraal niet zo eenduidig. De kunstzinnige en levens genietende cicade is kortzichtig en de ploeterende mier wordt neergezet als een gierigaard met weinig medeogen. Jean de la Fontaine trekt geen partij en laat hierbij het oordelen aan de lezer over.

Toen na een lang weekend en 2200 versregels verder het gedichtje uiteindelijk min of meer foutloos kon worden gereciteerd, vroeg ik aan Rocco wat hij van het gedichtje vond. ‘Stom… En mag ik nu naar buiten met de honden naar het moeras kikkervisjes vangen?’


zaterdag 23 januari 2016

Over integreren, Pamela Anderson en foie gras

In deze barre tijden van terroristische aanslagen lees ik veel analyses en hoor ik vaak dat de oorzaak van geradicaliseerde jongeren moet worden gezocht in de mislukte integratie van immigranten in Frankrijk.

Wanneer ik naar mezelf kijk, maak ik me dan wel eens zorgen want ik weet hoe moeilijk het is om te integreren in een land waar je niet bent geboren. Integreren is namelijk niet alleen de Franse taal machtig zijn, lekkere wijntjes drinken en Franse kaasjes proeven. Integreren is ook: je onderwerpen aan de bureaucratie om bedrijf en familie draaiende te houden, om kwart voor twaalf niet meer binnen worden gelaten voor een kluswinkel omdat deze om twaalf uur sluit voor de lunchpauze, vier uur lang aanwezig zijn bij een prijsuitreiking van de sportclub omdat alle honderd leden een prijsje verdienen omdat iedereen in het socialistische Frankrijk immers gelijk is, in de wacht worden gezet bij een Franse telecom bedrijf of weer eens op zoek zijn naar een oppas omdat de onderwijzers staken.

Meestal pas ik me gewoon aan, mopper ik wat mee met de Fransen en houd ik al het onbehagen voor mezelf. Maar soms krijg ik de neiging om alle opgekropte frustratie eruit te gooien. Dan zou ik wel eens een Frans televisie station willen kapen of een bom willen leggen in het Franse parlement om de boel eens flink wakker te schudden. Om duidelijk te maken dat je met op een andere manier tellen de werkloosheid niet oplost en een begrotingstekort niet wegwerkt. Dat eens helder moet zijn dat je met 35 uur werken, met een pensioenleeftijd van 62 jaar en met lunchpauzes van twee uur de economie niet lostrekt of dat je met het afnemen van iemand zijn nationaliteit terrorisme niet bestrijdt.

Maar ja, gelukkig woon ik diep verstopt op het Franse platteland, heb ik geen idee hoe ik aan explosieven of Kalasjnikovs kan komen en beperk ik me tot wat gemopper en het krombuigen van paperclips wanneer ik het Franse journaal kijk.

Zo was er voor de feestdagen weer zo'n item op het journaal waar mijn paperclips van gingen krommen. Het ging over foie gras (ganzenlever). Iets wat in Nederland al lang niet meer op het menu staat maar in Frankrijk tot nationaal cultureel en gastronomisch erfgoed is benoemd en standaard op elk kerstmenu staat. Voor de kerstdagen lijkt er niets belangrijkers te zijn dan foie gras. Hoe dit het beste bereid kan worden en hoe je dit het beste kan nuttigen om de smaak van het levervet het beste tot zijn recht kan laten komen.

In de betreffende reportage ging het om de aanschaf van foie gras en waar je daarbij op moest letten. Er werden traditionele en industriële geproduceerde foie gras met elkaar vergeleken. Natuurlijk was de traditionele foie gras veel lekkerder (en ook veel duurder) dan de industriële. Niets schokkends dus. Ze lieten ook zien hoe de eenden en ganzen werden gehouden, wat ook niet schokkend was. Gewoon in de buitenlucht scharrelen en twee maal daags een hapje eten. Maar vervolgens lieten ze ook zien hoe de vogels de laatste twaalf dagen van hun leven werden vetgemest. Gewoon op het Franse 8 uur journaal…

Als moeder met Nederlandse wortels probeerde ik de onschuldige ogen van mijn kind nog af de wenden van deze gruweldaad maar het kwaad was al geschied. Mijn zoon werd blootgesteld aan afschuwlijke beelden van dierenmishandeling. Dwangmatige voedering met trechters en slangen. Ik ben bereid om ver te gaan met integreren maar er zijn grenzen. Die liggen dus ongeveer bij het nuttigen van foie gras.

Totdat… we werden uitgenodigd voor het oudejaarsdiner bij de buren. In Frankrijk bestaat er geen tweede kerstdag dus wordt het tweede kerstdiner gehouden op oudjaarsavond. Voor ons was het een hele eer te worden uitgenodigd en we voelden ons Franser dan ooit.

We werden verwend met een heerlijk diner volgens de traditie afgewisseld met koude en warme gerechten en bereid met de vitale elementen water, lucht, aarde en vuur. We begonnen met zalmtoastjes gevolgd door escargots (wat een sjiek woord is voor slakken) en vervolgens oesters. De escargots stelden mij al behoorlijk op de proef maar met de oesters had ik geen idee hoe ik deze moest nuttigen.

Ik hield nauwlettend mijn buren de gaten hoe je je over oesters moest ontferemen totdat bij de derde oester mijn buurmeisje mij met angstige ogen ervan weerhield deze op te slurpen. Of ik wist dat dode oesters erg giftig kunnen zijn en je je moet beperken tot de levende? Nee, dat wist ik niet... En ik weet niet of het inbeeldde of dat het echt was maar het leek net alsof de levende oesters die ik net had doorgeslikt zich langzaam vanuit mijn slokdarm weer naar mijn mondholte wilden glibberen. Voor de zekerheid vroeg ik nog hoe het dan met de slakken zat die ik eerder op de avond had genuttigd.

Nadat ik was bekomen van het (levende) oesteravontuur, hadden we het over het verschil tussen Nederlandse en Franse eetgewoontes. Volgens mij was dit heel eenvoudig. Nederlanders eten en Fransen proeven. Nederlanders eten vette oliebollen en appelflappen tijdens de jaarwisseling en Fransen proeven een klein beetje van alles wat. Fransen zijn gastronomen met een grote G.

Vervolgens werd het volgende gerecht opgediend. Foie gras. De echte, volgens traditie gemest, met aders, een grauw grijze kleur en een geel vetrandje. Mijn buurmeisje, die van haar hart geen moordkuil maakt, zei dat ze nog nooit zulke afgrijselijke foie gras had gezien. De buurvrouw legde haar uit dat ze de veel goedkopere industriële roze foie gras was gewend maar dat ze nu ook eens de echte moest proberen op deze bijzondere avond. Er werd ook nog eens benadrukt dat een traditionele lever gastronomisch duurder was dan een industriele lever.

Er was dus geen sprake van het weigeren van een stukje foie gras tenzij we de buren wilden beledigen en in de toekomst alleen de jaarwisselingen wilden doorbrengen. Ik zette dus deze avond mijn principes opzij en liet ik mij een plakje foie gras opdienen met naar keuze een korreltje zout of peper of een lepeltje vijgenchutney. Ik voelde me een slappeling en een landverrader. Toch antwoorde ik eerlijk op de vraag of in Nederland ook foie gras werd gegeten. Er volgde een korte discussie over welke landen nog meer foie gras boycotten maar al snel werd zich afgevraagd hoe je foie gras nu het beste kunt bereiden en gediscussieerd over traditie en industrie. Tijdens het eten laat je je leiden door de zintuigen van het lichaam en laat je je niet afleiden door het geweten van de geest.

Na deze avond gaf ik mijn hoop op volledige integratie op. Ik zou nooit, zoals Fransen dat kunnen, praten over foie gras en ervan kunnen genieten. Ook had ik niet het geloof dat er ooit een einde zou komen aan het gedwongen vetmesten van eenden en ganzen in Frankrijk. Ik dacht nog aan het kapen van een tv station en bommetjes maar hield het bij het bestellen van een nieuwe voorraad paperclips.

Totdat afgelopen week de ecologische partij van Frankrijk figuurlijk een bommetje legde in het parlement. Ze hadden Pamela Anderson (ja inderdaad, die van Baywatch) uitgenodigd in de wandelgangen van het Franse parlement om een persconferentie te geven over foie gras. Pamela Anderson houdt niet van vlees, is in Amerika uitgeroepen tot veganist van het jaar en hield een verhaal over geëxplodeerde levers, de gruwelen van het vetmesten van ganzen en dat dat in een geciviliseerd land als Frankrijk toch verboden zou moeten zijn. Vlees eten en zeker foie gras nuttigen is echt niet meer van deze tijd. En waren er tegenwoordig niet voldoende en smakelijker vleesvervangende alternatieven voorhanden? Pamela deed een stapje naar voren zodat iedereen haar goed kon zien. Ze wapperde nog eens met haar geblondeerde haren en trok haar schouders naar achteren zodat haar (met siliconen gevulde) borstomvang volledig tot haar recht kwam... Niemand kon haar meer ongelijk geven, er waren zeker zeer goede alternatieven voor vlees beschikbaar, en mijn hoop op integratie nam weer een klein beetje toe.



Lees hier de toespraak van Pamela Anderson: