zaterdag 22 december 2012

Kerstjacht


Heel lang geleden toen de mens nog in een berenvel achter beesten aan joeg en planten verzamelde, was de kans op een goed gevulde maag na een lange dag van voedsel verzamelen onzeker. Geleidelijk aan werd daarom overgestapt op landbouw en het domesticeren van dieren. De voedselvoorziening werd hierdoor iets zekerder maar de tijd die nodig was om dit voedsel te laten groeien en opfokken was nog steeds erg arbeidsintensief. Tot eind jaren vijftig van de vorige eeuw was nog zeker 50 procent van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw. De productieverbeteringen en de opkomst van landbouwmachines hebben ervoor gezorgd dat tegenwoordig in het westen nog slechts twee procent van de beroepsbevolking de rest voorziet van voedsel.

Eigenlijk zou dit fantastisch moeten zijn voor die rest. Heerlijk heel de dag nietsen terwijl een paar mensen zorgen voor het eten. Maar ja, zoals iedereen weet is dit niet het geval. Mensen houden blijkbaar niet van nietsen, tenzij ze het erg druk hebben, en daarom hebben ze handel en dienstverlening bedacht om elkaar bezig te houden. Dit alles weer om met het geld dat ze verdienen voedsel te kunnen kopen en in hun vrije tijd vakantie te kunnen vieren of...te jagen. De stadsmens op mooie spulletjes in de winkelcentra en de plattelandsmens, bij gebrek aan winkelcentra, op echt ‘wild’. (Wild heb ik tussen aanhalingstekens geplaatst omdat het echte wild zoals beren en wolven in Europa nog slechts streng bewaakt mogen rondlopen in de natuur).

En zo belanden we op een druilerige maar mooie zaterdagochtend in december op het platteland, ergens in het midden van Frankrijk. Een boerin heeft zojuist het eerste deel van de ochtendwerkzaamheden afgerond en staart nog even voor zich uit over het betoverende landschap. Ze hoort een laatste uil roepen, wat roodstaartjes scharrelen in de bosjes en ze ziet drie reeën grazen van het laatste beetje gras langs de bosrand. Deze week heeft ze de reeën elke ochtend waargenomen. Ze denkt weemoedig aan de dag die komen gaat en dat het waarschijnlijk de laatste keer zal zijn dat ze deze mooie beesten ziet. Vandaag is het de zaterdag voor de kerst wat betekent dat de jachtvereniging vandaag zeker actief zal zijn.

In Frankrijk is de jacht een groot sociaal gebeuren. Na de voetbalbond heeft de jachtbond het meest aantal leden (meer dan 1,3 miljoen) en vijf jaar geleden deed er zelfs een partij voor de jacht mee aan de presidentverkiezingen van Frankrijk. Verder wordt er jaarlijks per lid gemiddeld voor 1600 euro aan jachtspullen besteed. Acht jaar geleden ging dit voornamelijk op aan munitie, geweren en afgeschreven bestelautootjes, tegenwoordig wordt dit besteed aan halfautomatische geweren en afgeschreven terreinwagens. Ik vrees dat dit over acht jaar mitrailleurs en legervoertuigen zullen zijn.

Ondanks dat ik niks heb met jagen hebben wij de plaatselijke jachtclub toestemming gegeven om op ons land te mogen jagen. Wilde zwijnen kunnen in één nacht behoorlijk wat schade aanrichten aan de gewassen waardoor het de moeite waard is bevriend te zijn met de jagers. Maar van mij mogen ze de reeën laten lopen en blijft voor mij de Franse jacht een bijzonder verschijnsel.

Het begint al met hun kleding. Ze zien er altijd heel stoer uit in hun camo bruin, groen en grijze kleding. Zelfs het ondergoed is camo. Dat weet ik omdat wij als plattelandbewoners altijd foldertjes toegestuurd krijgen met jachtdingetjes. Maar ja, veiligheid gaat boven alles zodat over de onopvallende camokleding vervolgens fluorescerende hesjes heen worden getrokken. Alles om te voorkomen dat je door een medejager wordt geraakt.

Want, ja, jagen doe je immers niet alleen. In de prehistorie niet en tegenwoordig ook niet. Ik weet sinds een week waar zich elke ochtend drie reeën bevinden. En de jagers weten dat ook omdat ik ze in hun terreinwagen de beesten heb zien spotten. Na wat schietoefening moeten deze beesten eenvoudig af te schieten zijn, lijkt mij. Je verstopt je op het betreffende tijdstip met je kleding en geweer in een bosje en schiet ze met één schot af.

Maar niets van dit alles. Fransen zijn sportief aangelegd en geven hun prooi een eerlijke kans. Op zaterdagochtend wordt iedereen met honden en geweren bij elkaar gebeld en wordt vanaf tien uur de rust op het platteland verstoord met de geluiden van een drijfjacht. Auto’s die van de ene bosrand naar de andere scheuren, honden die blaffend het bos in worden gejaagd, gejank, geschreeuw, gekrijs, gehuil, geknetter van de halfautomatische geweren en aan het eind van de middag eindelijk de verlossende toeter. De jacht is ten einde. Honden zoeken verdwaasd hun baasjes waarna deze met hun buit huiswaarts gaan.
  
De volgende ochtend heeft de boerin wederom het eerste deel van de ochtendwerkzaamheden afgerond en staart nog even voor zich uit over het betoverende landschap. Tot haar verrassing ziet ze reeën weer verschijnen aan de bosrand. Ze is blij. De jagers hebben gisteren een leuke dag gehad, de reeën leven nog maar bedenkt dat jacht eigenlijk verboden zou moeten worden omdat het toch wel wreed is wat de jagers doen en niet nodig gezien het voedseloverschot in Europa.

In de verte ziet ze aan de oever van het meertje een reiger een visje wegpikken, een valk bidt hoog in de lucht om zich vervolgens in een razend tempo op een prooi te storten en ze hoort het kermende gepiep van een muisje waar één van de poezen mee aan het spelen is. 

Mooi jachtgebied

donderdag 15 november 2012

De kracht van de verbeelding


Zoals trouwe lezers van dit blog wel eens vernomen hebben, is onze buurman sinds de zomer van 2009 geïnteresseerd in een deel van het land dat wij in bezit hebben om daar een golfbaan aan te leggen. Na enkele onderhandelingspauzes leken wij een half jaar geleden wederom tot een definitief mondeling akkoord te zijn gekomen. Nog even de door ons zelf opgestelde afspraken laten vertalen in een onleesbaar notariscontract en de zaak was geregeld.

Althans dat dachten wij. Want eerst duurde het maanden voordat de notaris ons halve A4-tje met afspraken had omgezet in een 15 pagina’s tellend koopcontract en vervolgens veranderde de buurman regelmatig van gedachten onder welke voorwaarden hij het land wilde kopen. Niet alleen de notaris werd hier ongedurig van maar wij ook.

De afgelopen maanden begonnen we langzamerhand te wennen dat ons toekomstige leven zou kunnen gaan veranderen. Een deel van het geld dat we voor het land gaan krijgen, willen we namelijk besteden aan één van onze grote dromen. Ik geef toe, tien jaar geleden zou ik hier niet van hebben gedroomd maar tegenwoordig droom ik van een melkrobot.

Zo’n robot zal ons leven ingrijpend veranderen door het melken lichter te maken en meer vrijheid te geven. De robot zal de zwiepende koeienstaarten opvangen, heeft geen last van vaarzen die zich niet willen laten melken en heeft ook geen moeite met poepspetters die op je kleren of nog erger in je haren spatten. Maar het belangrijkste is dat zo’n robot op elk moment van de dag de koeien kan melken. Ook wanneer je ’s avonds in het zwembad dobbert, of wilt deelnemen aan verenigingsactiviteiten, Rocco wilt helpen met zijn huiswerk of wilt uitslapen wanneer het nieuwjaarsdag is.

Het gekke is dat dit toekomstbeeld een soort vleugels geeft waardoor ik met meer plezier dan voorheen ’s ochtends vroeg opsta om de koeien te melken en te verzorgen en’s avonds met een gerust hart weer naar bed ga om te dromen van de melkrobot. Het werk is niet veranderd maar toch is het nog leuker geworden. Alleen maar door de toekomst anders in te zien.

Helaas weet ik dat dit beeld ook zo kan veranderen. Eén telefoontje van de persoonlijke assistente van de buurman of hij ons, wanneer hij over een aantal dagen weer in het land is, kan spreken, kan ons in hevige vertwijfeling brengen. Wat zou hij nu weer willen? Gaat zijn project nog wel door en wil hij ons land nog steeds kopen? We bezoeken vaker dan we willen zijn website om te checken of de golfbaan nog steeds wordt genoemd. Alsof dit virtuele kan geruststellen.

We proberen het hoofd koel te houden door te realiseren dat we geen invloed hebben op de beslissingen van onze buurman en zo focussen we ons op het heden en zaken die we wel kunnen controleren. Ook realiseren we ons dat we in het verleden een heel anders toekomstbeeld hadden en toen ook in staat waren om elke ochtend vroeg op te staan.

Volgende week lijkt er een einde te komen aan alle onzekerheid. We hebben met beide partijen een afspraak bij de notaris om het voorlopig koopcontract te ondertekenen. Tot die tijd nemen we de telefoon niet meer op en houden we er rekening mee dat ons mooie toekomstbeeld in scherven kan vallen. Maar van die brokstukken maken we vast weer iets moois. Een weblog over ons bedrijf bijvoorbeeld…

De toekomst: onze nieuwe jongveestal en Rocco...

vrijdag 12 oktober 2012

Vrije koeien

Af en toe mis ik mijn judomaatjes. Niet omdat ze mij twee keer per week alle hoeken van de judomat lieten zien maar vooral vanwege de gesprekken die ik met ze kon hebben. Zelfs de gesprekken over koetjes en kalfjes gingen ergens over.


Zo vroeg tijdens een van de trainingsavonden één van de judoka’s zich af waarom ik als bouwkundige had gekozen voor het leven en werken op een melkveehouderij. Het bleek namelijk dat hij juist het omgekeerde had gedaan: Als boerenzoon had hij er bewust voor gekozen de boerderij van zijn ouders niet over te nemen en als projectleider te gaan werken in de wegenbouw. Hij was blij dat hij geen slaaf van koeien was geworden zoals zijn ouders dat wel waren.

Zo die zat. Hier kon geen hoek van een judomat tegenop. Zeker nadat ik net een gebroken nacht achter de rug had vanwege een afkalving. De natuur houdt geen rekening met menselijke werkuren van negen tot vijf en of je wel of niet wilt af en toe moet er worden geholpen bij een afkalving. Ook om drie uur ’s nachts.

Boeren zijn inderdaad in zekere zin onderworpen aan veeleisende koeien: elke dag een uitgebalanceerde maaltijd opdienen, twee keer per dag melken, dag en nacht klaar staan ten tijde van ziekte en afkalvingen, zorgen voor een schone stal, zaaien en oogsten alleen wanneer het weer dat toelaat, betalen van gepeperde facturen. Altijd moeten boeren klaar staan voor hun koeien: ook in het weekend, de avond- en nachturen en tijdens vakanties. Zonder dat daar een onregelmatigheidstoeslag tegenover staat.

Ik antwoordde dat in vergelijking met mijn stadse bestaan de koeien mij zeker een beperking hadden opgelegd. Voornamelijk in tijd en ruimte. Door het strakke dagelijkse ritme is mijn bewegingsvrijheid bijvoorbeeld beperkt tot een straal van 100 km. Wanneer ik ’s ochtends na het melken gelijk al het dagelijks werk doe, zou ik daarna in een uurtje naar de grote stad (Limoges) kunnen rijden, daar twee uur door de stad kunnen flaneren en dan weer in een uur terug rijden om net op tijd weer terug te zijn voor het avondmelken. Dat is behoorlijk beperkt.

Maar daar staat tegenover dat ik er een enorme ander soort vrijheid voor heb teruggekregen. Voorheen, als bouwkundige, dacht ik tijdens mijn werk voornamelijk aan…mijn werk: of de berekening die ik had gemaakt wel klopte, of de opbouw van het rapport dat ik schreef wel goed was, of de boodschap die ik wilde overbrengen duidelijk was, of ik voldeed aan de eisen van mijn opdrachtgever. Dat soort zaken. Het denken was beperkt gedurende de werktijden. Tegenwoordig kan ik echter tijdens mijn ‘fysieke’ werkzaamheden mijn gedachten de vrije loop laten gaan en denken wat ik wil: waar gaat het volgende blog over, wat is de zin van het leven, waarom is er nog steeds zoveel ongelijkheid in de wereld, welke boodschappen moet ik doen, waarom is de ene koe zwart gevlekt en de ander witgevlekt? Een vrijheid waaraan ik in het begin van mijn boerenbestaan erg aan moest wennen maar nu erg kan waarderen.

Inmiddels mengde zich ook een andere judoka in de discussie. Hij was aannemer en ook een boerenzoon die ervoor had gekozen niet het veebedrijf van zijn ouders over te nemen. Hij zei: Vrijheid heeft niets te maken met fysieke beperkingen en verplichtingen. Voor mij heeft vrijheid te maken met de keuzes die je kunt maken. Wij kunnen hoogstens slaaf zijn van de keuzes die we hebben gemaakt.

Ook die was raak. Inmiddels was de training helaas weer voorbij en onderweg naar huis dacht ik aan onze koeien. Koeien kiezen niet wie voor hen zorgt, zijn overgelaten aan de grillen van de boer en moeten de keuzes die de boer maakt maar gewillig volgen. In dat opzicht zijn koeien weer de slaven. Of toch niet?

Onlangs dreven we op een late namiddag onze vaarzen (koeien die voor het eerst drachtig zijn en nog nooit melk hebben gegeven) naar een nieuwe verse weide met mooi groen gras. Het klaar maken van de weide was een enorme klus geweest: de afrastering moest vrij worden gemaakt van een jaar onkruidbegroeiing en gaten moesten worden gedicht. We waren dan ook blij dat na de overtocht de vaarzen meteen begonnen te grazen en niet als een gek de afrastering gingen testen.

De volgende ochtend, tijdens het ontbijt, werden we echter gebeld door de chauffeur van de schoolbus. Er liepen twee van onze vaarzen over de weg!?! We snelden er direct heen want we wisten dat het gras bij de buurman altijd veel groener is. Aangekomen op de plek des onheils zagen we dat de twee vaarzen rustig aan de andere kant van de draad in de berm stonden te grazen. Het was duidelijk dat ze per ongeluk aan de andere kant van de draad waren beland en niet op zoek waren naar groener gras.

Bij nadere inspectie bleek dat we de vorige dag waren vergeten de ingang van de wei af te sluiten. De twee vaarzen in de berm lieten zich gedwee de weide weer in drijven en waren blij zich weer bij de kudde te kunnen aansluiten. Opgelucht gingen ze liggen herkauwen naast de rest van het koppel dat tevreden voor zich uitstaarde over een met een ochtendnevel bedekte weide.

Het was duidelijk wij niet alleen vrije koeien maar ook nog eens wijze koeien hadden. Ze hadden de mogelijkheid om de weide uit te vluchten op zoek naar groener gras maar ze kozen er echter voor tevreden te zijn met wat ze hadden. Daar konden wij als mens nog heel wat van leren.

Toen uiteindelijk de warme herfstzon de nevel over het landschap had verdampt, keerden we terug naar huis. Nadat we voor de zekerheid de weide achter ons hadden afgesloten.


Richting bepalen is niet altijd eenvoudig

maandag 3 september 2012

Nature overload disorder

Laatst las ik een stukje over het ‘nature deficit disorder’. Het schijnt dat wanneer kinderen te weinig buiten spelen allerlei gezondheid- en gedragproblemen gaan vertonen: concentratiestoornissen, vaker ziek, obesitas, gebrek aan creativiteit, hyperactief, enz. Daarnaast bestaat de angst dat doordat jongeren niet meer weten wat de natuur is, zij later ook niet in staat zullen zijn de steeds kwetsbaar wordende natuur te beschermen.

'speel'tuin
Wat Rocco betreft, maak ik me over een eventueel ‘nature deficit disorder’ geen zorgen. Hij is vaak genoeg buiten en weet zich uitstekend te concentreren op alles wat groen is, groeit, beweegt en te verzamelen is. Afhankelijk van het seizoen zitten zijn zakken vol met verschillende natuurschatten. Wanneer ik zijn kledingstukken in de was doe en niet vergeet zijn zakken te legen, kom ik dan ook van alles tegen: kastanjes, eikels, dennenappeltjes, pruimenpitten, kamillebloesems omdat mamma daar thee van zet, rozenbottels, walnoten, frambozen of bramen (die vergeet ik meestal niet want die kleuren door de zakken heen) en sinds kort ook slakken.

Toen ik hem vroeg waarvoor de slakken waren bedoeld, vertelde hij dat hij had gezien dat de kip die altijd buiten de ren scharrelt slakken erg lekker vindt. Voor onze andere twee kippen verzamelt hij daarom nu slakken. Deze kippen durven of kunnen namelijk niet over het gaas van de ren te springen en moeten het slechts doen met het vegetarisch kippenvoer in de ren. 

een echte scharrelkip
Inmiddels is er tot groot geluk van onze moestuin geen slak meer te bekennen rond ons huis. Reden waarom Rocco vanochtend graag meewilde naar de plek waar ik het jongvee wat bijvoer nu aan het eind van de zomer al het gras is opgegraasd. Laatst had hij daar namelijk een plekje gezien waar het wemelde van de slakken. Het is maar waar je op let.

Van mij mocht hij mee maar met het oog op de komende wasbeurt vroeg ik hem een bakje mee te nemen waar hij de slakken dan in kon doen. Nadat ik het jongvee had gevoerd was Rocco nog druk met slakken vangen en na telling bleek hij er wel 47 te hebben verzameld. Dat zou een feestmaal worden voor de kippen.

Maar als echte ingeburgerde Française was het noodzakelijk om voor de lunch eerst nog even langs de bakker te rijden. In de auto vroeg ik Rocco het bakje goed beet te houden en aangekomen bij de bakker bleef hij ook liever even in de auto zitten om op zijn slakken te passen. Bij de bakker bestelde ik snel een stokbrood en liet onze gebruikelijke diepgaande conversatie over het weer achterwege. Ik moest snel weer naar Rocco met zijn slakken.

Toen ik weer in de auto wilde stappen vond ik een jongetje met dikke betraande wangen. Het bakje met slakken was om onduidelijk redenen uit zijn handen geglipt en alle slakken kropen nu door de auto. Ik had het met Rocco te doen. Gaf hem een troostende kus op de wang om daarna samen alle slakken weer te verzamelen. Het brood kopen had niet zo lang geduurd dus de slakken konden niet zover verspreid zijn.

Niets was minder waar. De slakken kropen overal. Op de bodem van de auto, over de stoelen, op het stuur, tegen het plafond, overal. Nadat ik in allerlei bestaande en nog te ontdekken yogastandjes de auto had doorzocht konden we geen slak meer vinden en hielden we weer een telling: 38. Negen stuks ontbraken er nog. We hebben nog even verder gezocht maar allebei konden we geen slak meer zien. Ik voornamelijk figuurlijk niet meer. We veegden onze beslijkte handen af en zetten onze tocht voort naar huis.

Rocco bedacht dat wanneer we eenmaal thuis waren gekomen de kippen wel in de auto konden loslaten om de slakken op te zoeken. Leek mij niet eens zo’n slecht idee maar begon me ook van alles in te denken wat er zou gebeuren wanneer we slakken echt niet meer zouden kunnen vinden: hoe snel plant een slak zich voort, plassen slakken, hoe ruikt een dode slak. Dat soort dingen. De gedachtestroom werd al snel onderbroken bij het eerst volgende schakelmoment. Ik voelde een huisje kraken onder het linker voetpedaal. Ook voelde ik een koud glibberig ding tegen mijn rechter enkel opkruipen. En hoorde ik daar niet iets richting mijn oor soppen?

Eenmaal thuisgekomen snelde ik naar de wasbak om al het slakkenslijm van me af te wassen. Te weinig natuur is misschien niet goed maar teveel zeker niet! Zeker niet wanneer het om slakkennatuur gaat.

dinsdag 14 augustus 2012

Koe bijt hond

Een van onze weilanden grenst aan een meer waar enorme karpers zwemmen. Reden dus voor de plaatselijke visvereniging enkele malen per jaar aan ons te vragen of ze voor een aantal dagen een strook land van dat weiland mochten gebruiken om vistoernooien te organiseren. Ondanks dat ik het niet zo op vissen heb, stemden wij altijd in met dit verzoek. Je bent immers toch te gast in het buitenland en je wilt de plaatselijke cultuur en gebruiken zoveel mogelijk respecteren.

Onze voorwaarden waren altijd heel redelijk. Gebruik van dat strookje was goed mits ze alles schoon achter lieten, respect hadden voor de vaarzen die in dat weiland graasden en ze zelf een stroomdraadje spanden om de vaarzen (= jonge koeien die drachtig zijn van hun eerste kalf) op afstand te houden.

De flessen Ricard en Whisky als dankbetuiging voor het lenen van de visstrook werden altijd zeer gewaardeerd. Ik geloof dat we voor ons hele leven en wat daarna komt genoeg drankvoorraad hebben opgebouwd en zelfs een feestje voor de visclub kunnen organiseren. Guus is zelfs benoemd tot erelid van de visclub (en dat terwijl het betreffende weiland merendeel in mijn eigendom was...).

Natuurlijk ging het lenen niet altijd helemaal vlekkeloos. Het grootste probleem was altijd dat er op de ongunstigste momenten werd aangeklopt om stroompaaltjes te lenen en regelmatig de stroomdraad niet goed werd terug gezet waardoor de vaarzen na een visevenement zo het weiland uit konden lopen. Een extra controle van onze kant was daarom altijd noodzakelijk na zo’n vistoernooi.

Reden dus om positief te reageren op het voorstel van de stichting, die het toerisme in deze streek wil bevorderen, om het strookje land aan het meer te ruilen voor een strook bos die tussen twee van onze weilanden ligt. De visliefhebbers konden zo ongestoord hun gang gaan en wij konden nu land onsluiten dat oorspronkelijk alleen via een lange omweg begaanbaar was. De voorwaarde was echter wel dat de stichting moest zorgen voor een degelijke afrastering tussen de visstrook en het weiland en dat ze het weiland moest voorzien van een drinkwaterplek voor de vaarzen.

Vorig jaar ging alles goed met het gebruik van de visstrook en de nieuwe drinkwaterplek van de vaarzen maar na de winterperiode bleken de palen die in het water stonden om de drinkwaterplek af te zetten niet zo stevig te zijn. Dit ontdekten wij een dag voordat wij op vakantie gingen en hadden hierdoor geen tijd om de zwakke plek degelijk te repareren. We spanden een extra stroomdraadje en trokken het prikkeldraad wat hoger op in de hoop dat gedurende onze paar dagen vakantie de vaarzen in hun weide zouden blijven.

Helaas, het tegendeel was het geval. Bij thuiskomst werd ons door de voorzitter van de stichting ter bevordering van het toerisme rond het meer medegedeeld dat een van onze vaarzen een hondje had aangevallen. (!?!) Dit was nieuw voor ons: dat doen ze anders nooit.

Bij navraag bleek het gelukkig iets genuanceerder te liggen. Een vaars had zich via de drinkplaats begeven tussen de vissers op de visstrook. De vissers hebben vervolgens geprobeerd de vaars weer terug te drijven naar de wei en is tijdens deze actie met haar achterpoten verstrikt geraakt in een hondenriempje. Vervolgens is het hondje dat aan het uiteinde van het riempje vast zat door de lucht gevlogen, gelanceerd tegen een boom en zwaar gewond geraakt. Dit bleek met name uit de rekening van de dierenarts die het beestje heeft behandeld: 598 euro! Of wij dit wilden vergoeden...

Oeps, zo'n bedrag kunnen wij geeneens veroorloven voor een behandeling van een koe. Van stomme pech als gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden was hier geen sprake meer. Hier was een samenscholing van slachtoffers, daders en verzekeringsagenten nodig.

We begaven ons naar de plek des onheils waar de eigenaren van het hondje nog aan het vissen waren. Om de verzekeringspapieren in te vullen en natuurlijk ook om onze spijt te betuigen. Graag hadden we ook de afrastering van de drinkplaats weer goed willen repareren maar dat werd ons helaas verhinderd.

Een norse visser had zich inmiddels met zijn uitrusting strak tegen de drinkplaats van de vaarzen geïnstalleerd. Waar mijn broer vroeger ging vissen met doosje met droog brood en een bamboehengel, had deze visser een uitrusting waar menig vakantieganger jaloers op zou zijn: bungalowtent, stretchers, waterdichte mummieslaapzak geschikt tussen -20 en + 50 graden Celsius, schijnwerpers, generator, koelkast, parasol, alarmsysteem voor wanneer er een vis aan de haak zit, carbon glasvezel telescoophengels, fluoriserende dobbers, enzovoort. Een mooie imposante uitrusting maar wel angstaanjagend voor onze vaarzen die daar hoogstwaarschijnlijk niet meer in de buurt durfden te komen om te drinken of eventueel uit te breken.

Voorzichtig benaderden wij met ons gereedschap de visser en drinkwaterplek. Maar al snel bleek dat onze aanwezigheid niet was gewenst: De visser zat er voor zijn rust, zou zich door niets of niemand laten wegsturen en wie zijn vissen zou wegjagen kreeg met hem aan de stok. Het was wel duidelijk dat deze man zijn rust hard nodig had.

We besloten om die middag de vaarzen maar over te drijven naar een andere weide zonder vissers maar met een goede drinkbak. De kans was te groot dat onze koeien van zich af zouden gaan bijten.


BOE! PAS OP, HIER WAAK IK

vrijdag 22 juni 2012

De boer en de projektontwikkelaar

Er waren eens een boer en een boerin. Ze woonden op een liefelijk boerderijtje ergens in het midden van Frankrijk. Acht jaar lang hadden ze heel hard gewerkt om een balans te vinden die ze sinds kort hadden gevonden. Ze moesten natuurlijk elke dag de koeien melken en verzorgen en het land bewerken maar hadden tegenwoordig gelukkig ook tijd om te genieten van de betoverende omgeving en tijd voor ontspanning. Zoals spelen met hun zoontje, dollen met de honden of hangen in de hangmat. Daarnaast fietste de boer graag met de buurmannen door de bosrijke omgeving, rommelde de boerin graag in de moestuin, schreef ze graag wat van zich af en wanneer er vrienden of familie op bezoek kwamen, hadden ze genoeg tijd voor een barbecue of een mooie avondwandeling. 

Natuurlijk, er waren nog wel dingen te verbeteren maar de drukke periode van projecten opzetten en uitvoeren om de werkomstandigheden op de boerderij verbeteren behoorden tot het verleden. Totdat op een mooie zonnige lentemiddag er een projectontwikkelaar het erf opreed met een luxe Jaguar. Hij had zojuist het kasteel gekocht dat naast de boerderij lag en wilde nu ook al het land dat om het kasteel heen lag kopen. Hij had een vakantiepark voor de Engelse upperclass in gedachten. En een golfbaan, gepland op een groot deel van het vruchtbare land van de boer en boerin, mocht in die plannen niet ontbreken. Hij bood wel twee keer het bedrag dat de boer en de boerin voor het mooie stuk land hadden betaald.

De boer en boerin maakten een berekening en vertelden de projectontwikkelaar dat dit voorstel niet voldoende was. Ze droomden al jaren van een melkrobot en moesten daarnaast bij verkoop van hun land weer elders land aankopen om voldoende voer te kunnen verbouwen voor de koeien. Ook zouden ze extra inspanningen moeten leveren om dit nieuwe verder weg gelegen land te kunnen bewerken. Het leek hen niet meer dan redelijk dat deze kosten op zijn minst worden zouden worden gecompenseerd bij verkoop van een groot deel van hun dierbare land.

De projectontwikkelaar gaf niet op. Hij probeerde de boer en de boerin er te van overtuigen dat zijn voorstel echt héél aantrekkelijk was. Het geld dat ze zouden overhouden bij zijn voorstel, konden ze immers investeren in een mooi boerderijwinkeltje. Met koeien melken is al jaren nauwelijks geld te verdienen wist hij. Dat is echt passé. Nee, tegenwoordig lag de toekomst in het verkopen van streekproducten. De rijke toeristen, die zijn luxe vakantiepark zouden trekken, zouden hier zeker meer dan ongewone belangstelling voor hebben. Wanneer dit winkeltje dan goed zou lopen, konden we deze activiteit gaan uitbreiden met rondleidingen op de boerderij en bijvoorbeeld een kaasproeverij. En wanneer we het handig zouden aanpakken, lag het opzetten van een hele keten van boerderijwinkels over heel Frankrijk, of misschien wel over heel de wereld, in het verschiet. De volgende stap was het opzetten van een boerderijwebwinkel waar mensen over de hele wereld streekproducten aan het andere einde van de wereld konden kopen. Met hard en slim werken zouden we met de keten een beursgang kunnen maken en hartstikke rijk kunnen worden.

De boer en de boerin hadden aandachtig geluisterd en vroegen aan de projectontwikkelaar in te schatten hoe lang het opzetten van een dergelijke onderneming volgens hem zou duren. De projectontwikkelaar dacht aan zo'n 15 of 20 jaar. Dat leek lang maar ze zouden bij verkoop van de aandelen van hun bedrijf dan zoveel geld cashen dat ze vervroegd met pensioen zouden kunnen. Net zoals hij dat van plan was.

De boer en boerin waren vervolgens nieuwsgierig wat de projectontwikkelaar dan zou gaan doen wanneer hij met pensioen ging en vroegen hem naar zijn plannen. Nou, vertelde hij, dan ben ik van plan ergens in het midden van Frankrijk een boerderijtje te kopen. Om een ritme te houden koop ik dan wat koeien om dagelijks voor te zorgen, leg ik een moestuin aan en de rest van de tijd wil ik genieten van het Franse platteland, spelen met mijn kinderen, dollen met de honden, fietsen in de bossen, een boek schrijven over succesvol ondernemen en lekker eten met vrienden en familie.

De boer en de boerin gaven elkaar een knipoog, gaven de projectontwikkelaar vriendelijk een hand en zeiden nog eens te willen nadenken over hetgeen hij hen had voorgesteld op deze mooie zonnige middag.



Wat is de waarde van land dat niet te koop is?

Dit verhaal is een bewerking van ‘de visserman en de koopman’, hetgeen wij de afgelopen jaren hebben meegemaakt met zakenmannen, makelaars, erfgenamen en projectontwikkelaars en wat fantasie van de schrijver van dit blog.

In werkelijkheid slaat de balans van de boer en de boerin af en toe nog door naar de verkeerde kant en waren wij een half jaar geleden, na lange onderhandelingen, tot een akkoord gekomen met de projectontwikkelaar. De transactie van het land zou in twee fases plaats vinden. Eerst zou een klein deel land worden verkocht en in een tweede fase zou een wat groter deel worden overgedragen. De eerste fase is doorgegaan maar om onduidelijke redenen besloot de projectontwikkelaar zich, een week voor het ondertekenen van het koopcontract voor de tweede fase, terug te trekken. Na een lange koude en barre winter reed vorige week op een mooie zonnige lentemiddag de projectontwikkelaar weer bij ons het erf op met de vraag of wij nog open stonden voor het afhandelen van de tweede fase. Wij verwachten wederom een lange en hete zomer…

zaterdag 2 juni 2012

Vakantie op het authentieke Franse platteland


Toen ik nog in Nederland woonde, was ik regelmatig op zoek naar wat we dit jaar weer eens zouden gaan doen met vakantie: een zesdaagse voettocht naar de top van de Kilimanjaro gevolgd door een vijfdaagse wildsafari in het Serengeti park, een stedentrip naar New York, mountainbiken van Vancouver naar Calgary, een kitesurfstage in Vuerteventura of gewoon fietsen over de Pyreneeën. Om tot rust te komen was er blijkbaar veel activiteit nodig.
De laatste fietsvakantie (Spaanse Pyreneeen 2003)
Tegenwoordig houd ik me met deze vakantievragen niet meer bezig. Wellicht omdat het werken op de boerderij mij voldoende beweging in de buitenlucht geeft of omdat ik na al die reizen eindelijk ben thuisgekomen of misschien wel omdat het erg lastig is onze koeien voor langere tijd aan iemand anders over te laten of gewoon omdat ik als Nederlander in Frankrijk toch nog steeds een beetje het gevoel heb dat ik hier op vakantie ben. Volgens onze nieuwe buurman wonen we namelijk in het laatste stukje authentieke Frankrijk dat er nog over is in Europa. Waar landen steeds meer in een identiteitscrisis raken door de globalisering en het oprukken van mondiale bedrijven als McDonald’s, Unilever, Microsoft, Apple en Ikea, heeft onze nieuwe buurman toch nog een stukje ongerept Frankrijk ontdekt.

Sinds een jaar heeft het kasteel waar we naast wonen weer een nieuwe eigenaar die in het Chateau en zijn omgeving allerlei mogelijkheden ziet om rijk te worden. Hij heeft een super-de-luxe vakantiepark voor ogen, bedoeld voor welgestelde gezinnen die boven het modale Centerparks vakantiegevoel willen uitstijgen. Een vakantiepark met voorzieningen als een luxe world-class-spa waar je je lekker kunt laten verwennen, een zwemparadijs en avonturenzone voor de kinderen, een manege voor de dames en natuurlijk een golfbaan met 18 holes.

Om zijn droom werkelijkheid te maken heeft de buurman investeerders nodig. (Uit betrouwbare bron weet ik namelijk dat het steeds lastiger wordt om voor de gewenste golfbaan de laatste 40 hectare land te kopen van de boer en boerin die naast hem wonen). Hij lokt zijn investeerders met onwaarschijnlijke rendementen na aankoop van een vakantieappartement (ook voor een onwaarschijnlijk hoge aanschafprijs) maar ook met idyllische beschrijvingen van de omgeving waarin het park zal liggen. Wanneer het het even niet meer zie zitten, lees ik dan ook graag zijn website om weer goede zin te krijgen:

'Springs, streams, rivers and lakes dot the local landscape, intermingling with picturesque villages, bustling French towns and a plethora of historic châteaux for visitors to enjoy.
Wildlife is abundant and you are sure to catch sight of the area’s population of deer, birds of prey, butterflies, wild boar, coypu and more'.

Na het lezen van deze zin, krijg ik altijd weer blosjes op mijn wangen. In zo’n omgeving wonen wij! En dan is hij nog vergeten te vermelden dat het landschap wordt gesierd met strootouwtjes waarmee de authentieke boeren het laatste beetje echte Frankrijk bij elkaar houden en wordt omlijst met gebouwen en machines in verschillend stadium van verval. ‘s Zomers worden deze beelden ondersteund met het snorrende geluid van zitmaaiers en ’s winters met het knetterende geluid van motorzagen. Je bent namelijk pas een echte Fransman wanneer het gazon rondom je huis strak is geschoren en is afgezet met stapels gekloofd en gezaagd brandhout voor de winter.
Bosjes strootouw die het laaste beetje echte Frankrijk bij elkaar houden
Graag droom ik met onze buurman mee. Over de melkrobot die we kunnen aanschaffen na verkoop van wat land voor zijn gewenste golfterrein en alle tijd die ik dan ga overhouden. Bijvoorbeeld om toeristische activiteiten te ontplooien. Dat zal niet makkelijk zijn want de toerist die in exotische oorden vakantiehuisjes koopt, schijnen volgens een marketing algoritme van Facebook, ook geïnteresseerd te zijn in het verzamelen van gedroogde mummiehoofdjes. Die toeristen kan je vast niet blij maken met een ritje op de rug van een Shetlandpony of een kijkje in een merkwaardig riekende melkstal met zwartbonte koeien.

Nee, voor deze toeristen moet een bijzonder Frans authentiek activiteitenprogramma worden bedacht. Met onderdelen als:
- Een strootouwknoop workshop waarbij onder leiding van een authentieke Franse boer wordt geleerd hoe je aan de Franse logica een touw kunt vastknopen;
- Een zitmaaier rally. Gehouden op het golfterrein van onze buurman;
- Een motorzaag atelier waarbij een boer, die net met pensioen is gegaan en zijn land heeft verkocht, vlak voor de overdracht van zijn land laat zien hoe je eeuwen oude eiken en kastanjebomen omzaagt;
- Een taalseminar waarbij één van de opdrachten is: Bel France Telecom met de vraag of de internetverbinding, die privé wordt betaald, maar tot stand wordt gebracht via een telefoonverbinding met een professioneel abonnement, kan worden gerepareerd. Geeft niet wanneer je Franse taal nog niet helemaal beheerst. Je wordt alleen maar doorverbonden en telkens gevraagd je naam te spellen en je abonneenummer door te geven;
- En tot slot een wilde paddenstoelensafari. Hierbij wordt, uit veiligheidsoverwegingen, door een niet-chauvinistische chef-kok uitgelegd welke paddenstoelen in de omgeving eetbaar zijn en zijn te verwerken tot hemelse recepten.

Wordt vast een groot succes, denk ik. Maar we zullen moeten wachten totdat onze buurman genoeg investeerders heeft gevonden. Tot die tijd aanschouw ik tijdens mijn theepauze de sporadische toeristen die langskomen en overnachten in het Chateau dat sinds kort weer is geopend als hotel.
Chateau de la Cazine, sinds kort niet meer in een stadium van verval maar mooi gerenoveerd
De Hollandse wandelaars zijn direct te herkennen aan hun outdoorkleding waarmee je elk weertype kunt doorstaan (met minimaal vier laagjes superweefsel en alles valt eenvoudig af te risten) en het schoeisel waarmee je ook zo de Mount Everest kunt op wandelen. In een zo snel mogelijke tijd willen ze de route bewandeld hebben en doelgericht zijn ze op zoek naar de bewijzering die vaak te wensen over laat. Met regelmaat wordt hier dan ook hevig over geklaagd.

Geheel in tegenstelling met de Franse toeristen afkomstig uit de stad. Vaak een koppeltje van een wat oudere man gekleed in een los overhemd, een wijde zomerbroek en afgesleten gympies en daarnaast een wat jongere dame gekleed in een zomerjurkje met daaronder pumps met een licht hakje. De mooiste avonturen beleef je immers op het Franse platteland. Flanerend volgt dit stel de landweggetjes en de bospaadjes. Filosoferend over de zin van het leven en genietend van elkaar en de mooie omgeving. Dat de bewijzering hen doet verdwalen, maakt niet uit. Ze zijn op weg geholpen en daar gaat het om: De wegen zijn belangrijker dan het doel.

Maar het aandoenlijkste zijn wel de Engelse toeristen. Omdat zij alleen wandelen wanneer ze achter een golfbal kunnen aanlopen en de golfbaan nog niet is aangelegd, huren zij maar mountainbikes om de omgeving te verkennen. Vervelend is dat hen nooit wordt uitgelegd hoe het zadel hoger kan. Maar de pijn in rug en knieën die zo’n fietstocht oplevert, weegt vast niet op tegen de brandende pijn, veroorzaakt door de uren Franse zon die op de melkwitte huid van de Engelsman heeft geschenen. Met mededogen kijk ik toe hoe de fietsers tegen de helling op weer terug naar het Chateau fietsen: het gebruik van de 23 versnellingen is hen blijkbaar ook achter gehouden. De Engelse toerist lijdt, dat is duidelijk.

Om aan dit lijden een einde te maken wordt het daarom hoog tijd dat de plannen van onze buurman werkelijkheid worden en dat die golfbaan er eindelijk eens komt. Dus mocht je na het lezen van dit stukje de Engelse toerist uit zijn lijden willen verlossen of zijn geïnteresseerd in een vakantie (appartement) op het authentieke Franse platteland, wil ik jullie aanbevelen onderstaande links eens te bekijken:

vrijdag 27 april 2012

Passer le temps

Sinds een paar weken doet Rocco mee met het project 'passeport sportif'. Kinderen kunnen dan gratis een half jaar lang kennis maken met een door hun gekozen sport. Judo bijvoorbeeld.

Omdat de judotrainers altijd drukker waren met het tot de orde roepen van de toekijkende ouders dan de kinderen, mogen ouders tegenwoordig niet meer aanwezig zijn bij de trainingen van hun kroost. En daar de sporthal niet bij ons om de hoek ligt, ben ik elke vrijdagmiddag gedwongen even een uurtje niets te doen.


Niets? Tijdens deze verloren uurtjes zou ik toch ook een avontuurtje kunnen beginnen met die leuke vader van dat jongetje met die mooie bruine ogen? Uit het kamermeisjes-verhaal van Dominique Strauss Kahn heb ik begrepen dat Fransen wel van een avontuurtje houden. Op de beelden die op TV zag, bleek de vrouw van DSK geen problemen te hebben met het gedrag van haar man. Toen ik Fransen peilde over deze affaire was het antwoord dat gedwongen sex zeker taboe is maar verder het leven toch echt één groot avontuur is. OK, ik ben bereid ver te gaan met integreren: slak eten, France Telecom bellen, met cheques betalen en zelfs andouillette proeven maar wanneer het avontuurtjes betreft, blijf ik toch liever een burgerlijke Hollandaise. En zo breng ik de verloren uurtjes door in de auto op de meest desolate parkeerplaats van Frankrijk.

Dat valt niet mee als speed-boerin. Voorheen had ik altijd een vrij relaxed beeld van een melkveehouderij. Samen met de honden en zoon genieten van de opkomende zon tijdens het opdrijven van de koeien, even koeknuffelen tijdens het melken, uitgebreid ontbijten, beesten voeren, warme lunch met siesta, ambachtelijke onderhoudsklusjes, weer melken en daarna met een kaasje en wijntje in de hand genieten van de invallende nacht. Niets is minder waar.

 

koeien halen met Rocco
Het rustieke rustige leven van een melkveehouder is alleen iets wat enkel bestaat in de gedachten van de mens en in de reclameboodschappen op televisie en magazines. In werkelijkheid heeft een melkveehouder een overbeladen dagprogramma met dagelijks terugkerende arbeid (melken, voeren) en veel voorziene en onvoorziene werkzaamheden (landwerk, afkalvingen, zieke koeien, kapotte machines...).

Wanneer er dan zoveel is te doen, valt het niet mee wanneer je dan even verplicht een uurtje moet wachten. Ik besluit daarom mijn tijd efficiënt te besteden en op de meest inspiratieloze plek die je maar kunt bedenken een blog te schrijven over mijn verwondering over de drukte van de mens en hoe het eigenlijk zover heeft kunnen komen: in honderd jaar tijd hebben de technologische ontwikkelingen ervoor gezorgd dat we met minder mankracht meer produceren dan ooit, heeft de snelheid van transport en communicatie min of meer zijn limiet bereikt en is onze levensverwachting met 25 jaar toegenomen. We zouden tijd over moeten houden maar hebben het drukker dan ooit.

Een andere paradox is dat de technologische versnelling een fysieke stilstand teweeg heeft gebracht. Via een schermpje kunnen we de hele wereld afreizen en spullen bestellen waarvoor we geen tijd hebben het te consumeren. We produceren en kopen dingen sneller dan dat we ze kunnen consumeren. Wie heeft er geen ongelezen boek op de stapel liggen, een mooi T-shirt dat niet meer wordt gedragen omdat het uit de mode is, een apparaat dat het eigenlijk nog heel goed doet maar is vervangen door één met betere opties?

Er wordt wel eens gezegd dat onze gejaagdheid voortkomt door een veranderende beleving van de tijd. Vroeger werd voornamelijk geleefd met het ritme van de seizoenen en de cyclus van leven, dood en wedergeboorte. De tijd werd als het ware continu ververst. Later werd deze beleving lineair, het leven eindig en ging men geloven dat het bestaan na de dood hemels zou zijn. Maar toen dit hemelse bestaan in twijfel werd getrokken, gingen we elkaar wijs maken dat al het mooie nu moet gebeuren. We kregen besef dat de tijd afneemt en dat we zoveel mogelijk moeten beleven in de korte tijd die ons nog rest.

Via reclameboodschappen worden we verleid met alle mogelijkheden hoe we deze tijd optimaal kunnen vullen en zijn we verplicht keuzes te maken. Dit leidt weer tot keuzestress en een onbevredigend gevoel. Achteraf blijkt die andere keuze toch vaak zoveel beter. Een verkeerde keuze waar jezelf nog verantwoordelijk bent ook.

Er zijn verschillende oplossingen om de tijd geen vat op je te laten krijgen. Bijvoorbeeld door te leren op een beter manier keuzes te maken of je verwachtingen van het leven in het hier en nu bij te stellen. Het laatste kan bijvoorbeeld door of weer in een hemels bestaan te gaan geloven of meer aandacht te hebben voor het hier en nu (onthaasten) of door je afschermen van alle verleidingen.

Het eerste is voor mij geen optie maar in het tweede kan ik me wel vinden. In Frankrijk ben ik dan gelukkig op de goede plek. Ook Fransen zijn dol op dingen die langzaam gaan. Dan doel ik natuurlijk niet op de lange leveringstijd van onze nieuwe trekker of de ambtelijke molen waardoor de bouw van de nieuwe jongveestal zes maanden vertraging heeft opgelopen. Nee dan bedoel ik de tijd die Fransen nemen om te eten. Waar ik in Nederland collega’s had die tussen de middag achter de computer snel een boterhammetje weg werkten, is dat in Frankrijk taboe. ‘s Middags wordt tussen twaalf en twee uitgebreid geluncht. Het liefst in een restaurant, ver weg van je werkplek. Niemand is dan aan het werk, behalve dan de callcenters die je van alles willen verkopen wat je niet nodig hebt.

 
nieuwe jongveestal
En wanneer je denkt dat twee uur voor een maaltijd veel is, dan moet je eens een avond diner meemaken. Slowfood in het extreme. Oesters, slakken, ham die een jaar heeft gehangen, kaasjes die minimaal negen maanden hebben gerijpt... Wanneer je geluk hebt krijg je je eerste amuse rond negen uur opgediend en het dessert rond één uur in de ochtend. Wat lange zorg en liefde is bereid, moet ook zo langzaam mogelijk en met veel aandacht worden genuttigd. Wanneer het eten zoveel tijd in beslag neemt is het daarom geen wonder dat Fransen maar 35 uur per week kunnen werken.

Een andere manier om te onthaasten, is jezelf af te schermen van de verleidingen waarvan we van elkaar vinden hoe we ons geld en onze tijd moeten besteden. In een grote stad valt dat niet mee. Een paar maanden geleden waren wij voor een paar dagen in Parijs en na afloop had ik het idee drie dagen in een enorme reclame galerij te hebben doorgebracht. Ik kreeg zelfs een enorme behoefte aan spullen die op een boerderij niet echt praktisch zijn: suede laarzen met hoge hakken, een leuk handtasje, een hippe koptelefoon, een iphone en een retro-scooter voor naar het werk. En omdat we maar drie dagen in Parijs waren heb ik maar geen concertkaartje gekocht voor het optreden van de Red Hot Chili Peppers in augustus, geen culturele sportieve fietsvakantie geboekt over de Chineese muur en me niet ingeschreven voor die spirituele masterclass fly-yoga.

 
Paris 2012
Op het platteland is het gelukkig geen probleem jezelf af te schermen van de (tijdrovende) verleidingen van het bestaan en zo te onthaasten. Er is hier wat dat betreft niets. Alleen een zee van rust en groen. Je moet alleen geen 70 koeien willen melken...

Voor meer tips over onthaasten, zie: http://www.onthaasting.nl/



zee van groen en rust hier om de hoek waar geen koeien grazen op het moment

woensdag 21 maart 2012

Karate, zwemmen en dromen die voorbij gaan

Al een tijdje werd ik tijdens de karate en judo trainingen geconfronteerd met mijn leeftijd. Zo vroegen de allerjongsten zich af of ik Jigoro Kano of Gichin Funakoshi nog  had gekend. En wanneer de trainer zei: ‘Zo, en nu op volle snelheid’ vroeg ik me af welke snelheid ik dan de vorige oefening had aangewend. Het moeilijkste waren nog de ochtenden na de trainingen. Dan voelde ik me als overreden door een vrachtauto en ik begon me na twee jaar blessureleed dan ook af te vragen of ik niet te oud was geworden voor de zware judo-trainingen.

Op advies van de huisarts liet ik röntgenfoto’s maken van mijn lichaam en het resultaat was dat hij me vertelde dat wanneer ik wilde doorgaan met het leven zoals ik nu deed,  ik beter kon stoppen met hetgeen ik het liefste deed: joggen en budo (judo en karate). Oei, die had ik niet zien aankomen. Zo’n klap in het gezicht kon ik zelfs met bijna 25 jaar budo ervaring niet afweren. Mijn eerste verdediging was de mening van een specialist vragen. Maar ook deze vertelde dat ik beter geen impactsporten meer kon doen zoals joggen, karate en judo.

Ik voelde me enorm oud en afgeschreven. Ook mijn geloof in de maakbaarheid van het leven was overhoop gehaald. En de droom om ooit, wanneer we een melkrobot zouden installeren en ik daardoor tijd over zou houden, een grootse dojo in het kleinste dorpje van Frankrijk te openen was definitief voorbij. Les Forges (Frans voor 'de smederijen') leek me zo’n mooie naam voor een budohal. Het beste was het ‘ju’ van judo in praktijk te brengen, dus flexibel zijn en ontdekken wat een toekomst zonder karate en judo had te bieden.

Daar ik altijd was geïnspireerd door de combinatie van de lichamelijke en spirituele aspecten van budo, lag het voor de hand eens een yogales bij te wonen. Ik ben helaas niet verder gekomen dan een blik door het raampje van de deur naar de zaal waar de yogales werd gegeven: Het zaaltje lag vol met gepensioneerde dames en ik geloof zelfs dat ik er eentje hoorde snurken. Wanneer ik mij deze club zou aansluiten dan zou ik mezelf wel heel erg oud gaan voelen.

Dan maar zwemmen. Weinig spiritueel maar wel heel goed voor het lichaam had ik mij laten vertellen. In het zwembad in de buurt is er de mogelijkheid elke dinsdag baantjes te trekken dus dat ging ik maar eens proberen.

Al snel bleek dat de bijna 25 jaar budo trainingen niet zomaar uit te wissen waren. De kledinglocker deed ik, toen niemand keek, dicht met een mooie mawashi geri (zijwaartse trap) en ook maakte ik per ongeluk een lichte buiging toen ik via het voetbadje de zwemzaal betreedde. In het zwembad zocht ik automatisch het alpha-mannetje op. Normaal was dit iemand met een zwarte band om, omringd door andere bruine of zwarte banders. In het zwembad blijkt het degene te zijn zonder badmuts.

Ik vroeg de badmeester of er nog speciale regels waren voor het baantjes trekken. Hij vertelde mij dat het zwembad was opgedeeld in vier banen: rechts voor de snelste zwemmers en links voor de langzaamste zwemmers. Ik moest zelf maar ontdekken in welke baan ik me het meeste zou thuis voelen. Ik zei nog net geen ‘oush’ tegen hem voordat ik het zwembad indook.

Al snel had ik door in welke baan ik hoorde. Niet in de baan waar ik telkens in het zwempak van mijn voorganger verstrikt raakte en ook niet in de baan waar ik telkens onder mijn voeten werd gekieteld. Ook bleek dat de badmeester informatie had achter gehouden. In elke baan drijven ook dames (die ik volgens mij ook bij de yogales had gespot) die op dokters advies elke week naar het zwembad gaan. Ze genieten optimaal van het uurtje gewichtloosheid maar vergeten daarbij te zwemmen. Ze dobberen achteloos zij aan zij zodat je er niet langs kunt of ze converseren aan de kopeinden van de zwembanen zodat je je bij het keerpunt niet lekker kunt afzetten. Vervelend maar geen onoverkomelijke obstakels. Gewoon onder door zwemmen of iets eerder omkeren zonder een afzet.

Nee, het ergste vond ik dat de badmeester mij niet had verteld over de meisjes van zestien. Na tien minuten zwemmen kwamen ze aanlopen. De reden waarom badmeesters badmeester zijn geworden. Strak in het vel en wat naar voren hoort te wijzen, wijst naar voren en wat naar achter hoort te wijzen, wijst naar achter. Hun mooie glanzende, weelderige lokken laten ze zo lang mogelijk zichtbaar tot het moment dat badmutsen echt verplicht zijn en het water in duiken. Ontluikende volwassenheid in volle glorie in contrast met mijn eigen vergankelijkheid.

Ze nemen plaats in het baantje rechts van mij. Ik denk nog dat ze zich vergissen. Ze zijn misschien wel jonger en frisser maar mijn oude schouders zijn toch duidelijk breder dan die van hen en ook mijn biceps hebben toch duidelijk een grotere omvang.  Al gelijk na het eerste baantje dat ik het tegen hen opneem, blijkt het dat ik me heb vergist. Uitgeput tik ik meters na hen de overkant van het zwembad aan terwijl zij vrolijk verder zwemmen en dit tempo nog baantjes volhouden.

Gefrustreerd verlaat ik het zwembad. Verslagen door twee giebelende badmutsen van zestien. Tsssst. Ik denk terug aan de vele karatelessen die ik heb gehad en ook aan de les dat de sensei (karatetrainer) het heeft over winnen door te verliezen. Wanneer een tegenstander van je wint toont hij jou je zwakte maar ook zijn kracht. Ik bedenk waar dan de kracht en de snelheid van de meisjes van zestien vandaan kwam. De schoonheid waarmee ze door het water gleden, toonde een zwemkunst waarvoor nauwelijks spierballen nodig zijn.  Vervolgens informeer ik me over zwemtechnieken op  internet en lees dat ik bijna alles fout doe wat er fout kan zijn aan een zwemtechniek. Omdat ik de volgende morgen, voor het eerst sinds jaren, zonder spierpijn en fitter dan ooit wakker wordt na een trainingsessie, besluit ik lid te worden van de plaatselijke zwemclub.

Nu, na een half jaar schaven aan mijn zwemtechniek, heb ik veel plezier gekregen in het zwemmen. De focus op de techniek maakt het zwemmen een stuk minder saai dan ik aanvankelijk dacht. En de trainings mantra:’ let op je ademhaling, strek je rug en gebruik je heupen’, klinkt vertrouwd in de oren. Ook blijkt zwemmen een vorm van zen in beweging: ontspanning door inspanning.

Langzaam zie ik een toekomst voor me zonder judo of karate en krijg ik weer vertrouwen in mijn lichaam, voel me fitter en daardoor ook minder oud. Zeker toen de trainer mij vorige week vroeg of ik niet het trainingsprogramma van baan twee wilde volgen. Het baantje waarin toevallig ook de meisjes van zestien trainen…


zondag 26 februari 2012

IJSPRET EN WAAROM KOEIEN HEILIG ZIJN

Tijdens de koudegolf waren Guus en ik te druk met het redden van de koeien en het bedrijf en hadden daardoor geen tijd om na te denken over de zin en bedoeling van hetgeen we doorstonden. Maar toen de dooi inzette en we langzaam weer overgingen op het leven van alle dag, begon ik de afgelopen periode te overpeinzen en af te vragen wat de zin was van dit alles.

Twee weken ploeteren om gewoon weer over te gaan op de waan van alle dag? Ik bedoel: de melkprijs van de maand februari zal echt niet hoger zijn dan anders en niemand zal langskomen om ons een Mestschuifkruisje op te spelden als waardering voor onze verrichtingen.

Nee, hier moest op een andere manier iets positiefs uit te halen zijn. En dan doel ik niet op de praktische dingen zoals het verbeteren van de mestafvoer en het vorstvrij aanleggen van de watervoorzieningen. Of dat ik heb geleerd dat koeien op een dag wel heel veel water drinken en enorme hoeveelheden koeienvlaaien kunnen produceren.

Af en toe had ik natuurlijk enorme spijt van mijn keuze een boerin te willen zijn in het ijzige Frankrijk. Het werken van 9 tot 5 in een verwarmd kantoorpand met uitzicht op de bevroren Delftse grachten leek opeens weer enorm aantrekkelijk. Maar goed, het is natuurlijk niet terecht te verwachten dat wanneer je voor iets hebt gekozen dat het onverwachte niet plaats mag hebben. De situatie waarin ik terecht was gekomen was geen keuze maar de keuze voor de houding die ik in deze situatie aannam wel. Niet mopperen en twijfelen dus, maar handen uit de mouwen en constructieve oplossingen bedenken.

Ook heb ik geleerd dat comfort een relatief begrip is en het soort geluk wat je daarmee ondervindt dus ook. Tijdens de vorstperiode leek het gewoon kunnen starten van een trekker opeens erg bijzonder. Iets wat twee weken later weer heel normaal is. Even een half uurtje rust was enorm genieten. Nu is een half uurtje veel te kort. Het zoeken naar het geluk van comfort en plezier is vanaf een bepaalde grens relatief en daardoor slechts vluchtig en onverzadigbaar.

Een nog betere kijk op de zaak gaf onderstaand filmpje waar een viendin mij op wees. Het gaat over een zestig jarige dame (Diana Nyad) die iets wil doen met het gepensioneerde leven dat haar nog staat te wachten. Ze besluit een vroegere droom te realiseren en zich voor te bereiden op een zwemtocht van Florida naar Cuba (70 mile en 100 uur zwemmen). Iets wat nog geen mens ooit is gelukt. Na een lange en degelijke voorbereiding mislukt helaas de poging. Na 50 uur zwemmen wordt ze voor een tweede keer aangevallen door een Portugees oorlogsschip en moet ze de poging staken.
De dame in kwestie weet het verhaal enorm boeiend te vertellen. De energie spat van haar af en ze weet te overtuigen dat ze ondanks de mislukte poging absoluut geen spijt heeft van haar onderneming. Ze heeft de meest intense periode van haar leven meegemaakt en kan zichzelf recht in de ogen kijken dat ze alles heeft geprobeerd om haar doel te bereiken. Anders gezegd: de wegen zijn belangrijker dan het doel. Het doel is slechts een moment. (ook een leidraad in de martiale kunsten overigens)


Ook zette het filmpje mij op een andere manier aan het denken: het lijkt wel alsof hoe nuttelozer je onderneming is hoe meer waardering je van de buitenwereld krijgt. Denk bijvoorbeeld aan mensen die solozeiltochten rond de wereld maken, hoge bergen beklimmen, goed kunnen voetballen of tennissen. Allemaal mensen die zinloze dingen doen maar erg gewaardeerd worden.

Het omgekeerde zal daarom vast en zeker ook waar zijn. Daarom denk ik dat gezien de waardering die wij krijgen voor afgelopen periode (dezelfde melkprijs, geen Mestschuifkruisje), het koste wat het kost koeien willen melken wel heel zinvol moet zijn.

Ook schijnt het dat wanneer je iets heel zinvols doet daar erg gelukkig van wordt. Mensen worden het meest gelukkig van dingen doen die verder reiken dan henzelf (bijvoorbeeld het voeden van de wereld, leefbaar houden van het franse platteland) en boven henzelf uitstijgen.
En daarom zijn 
volgens mij koeien heilig voor boeren en zijn zij zulke gelukkige mensen.

Closie - voorbeeld van een heilige koe