donderdag 30 december 2021

Over het geluid van een vallende eik en goede voornemens

''Als een boom in omvalt en er is niemand in de buurt om het te horen, maakt het dan geluid?'' is een bekend filosofisch raadsel, dat vragen oproept over de waarneming en de kennis van de werkelijkheid.

Het is een vraag die ik mij gelukkig niet hoefde te stellen afgelopen week want ik hoorde tijdens een regenachtige avond duidelijk een krakend geluid. Wel dacht ik in de eerste instantie dat Guus tijdens het stro strooien in het donker van de nacht en de mist van de regen in een onbewaakt ogenblik tegen de houtconstructie van de jongveestal was aangereden. Bij navraag bleek er gelukkig niets aan de hand. De jongveestal stond nog gewoon overeind. Guus doet zoiets niet. Waarschijnlijk had ik een fantoomgeluid gehoord.

De volgende ochtend bleek echter dat het dof krakende geluid het einde had ingeluid van één van de karakteristieke eiken die het uitzicht bepaalde in de standweide van onze koeien.

Volgens een oude luchtfoto genomen tussen 1950 en 1965 groeide de boom samen met een ander twijgje op een vroegere scheiding tussen twee percelen. Later werden deze percelen samengevoegd en bood de twee-eenheid schaduw en verkoeling aan de koeien tijdens warme zomerse dagen en werd het een uitzichtpost voor vele vogels, speurend naar muizen, mollen, kikkers of insecten.

fantastische site: https://remonterletemps.ign.fr/
Sinds onze aankomst in Frankrijk in 2004 stonden de twee er al minder goed bij dan andere eiken in de omgeving. Regelmatig beschimmelden de bladeren aan takken, die elk jaar steeds minder uitliepen en waarvan er af en toe één plompverloren afbrak. In stilte werd er een langdurige strijd gestreden tussen de twee eiken en de natuurlijke elementen.

Na jaren van droge zomers heeft één van de twee met elkaar vergroeide eiken zich tijdens de langdurige regenval van afgelopen dagen bij het leven neergelegd. Ik weet het, het is maar een boom maar wel ééntje die deel uitmaakte van mijn dagelijks bestaan dat er voortaan letterlijk anders uit zal zien.

Voor het invallen van de lente zullen we de stam en de brokstukken naar de laatste rustplaats brengen en wellicht tijdens de winter van 2022/23 ceremonieel verbranden in onze CV-ketel.

Ondertussen dwaal ik wat op internet op zoek naar troost bij omgevallen bomen en valt mijn oog op een citaat van Gandhi:

''Een boom die omvalt maakt veel lawaai. Een ontluikend bos hoor je niet''.

Dat lijkt mij een mooi voornemen voor 2022. Proberen meer een ontluikend bos zijn en in de voortdurende kakofonie van afbrekende kritische meningen iets meer aandacht te hebben voor al het wonderlijke dat in alle stilte groeit en aanwezig is om ons heen.

Voor iedereen de beste wensen voor 2022!

laatste rustplaats voor gevallen bomen



dinsdag 7 september 2021

Uit de oude doos 2015: Emigreren naar Frankrijk, ervaringen van een boerin in eeuwige opleiding

In de lente van 2004 zijn wij naar Frankrijk geëmigreerd om een melkveehouderij over te nemen. Ikzelf was acht jaar werkzaam geweest in de bouwwereld en had totaal geen ervaring met melkkoeien. Maar mijn vriend is een boerenzoon en heeft van middelbare agrarische school tot landbouwuniversiteit diploma's en heeft mij de (melk)kneepjes van het vak geleerd. Omdat hij het vijfde kind in een gezin met acht kinderen is, zat bedrijfsovername er voor hem niet in. Het progressieve moderne Nederland blijft een monarchie waarbij tegenwoordig melkveebedrijven (bijna) alleen nog maar bestemd zijn voor de kroonprinsen en -prinsessen van de melkveehouderij.

In Frankrijk is het, in tegenstelling tot Nederland, nog mogelijk om met heel weinig startkapitaal melkveehouder te worden. Het platteland loopt leeg zodat er op verschillende niveaus (landelijk, regionaal, departementaal) subsidies en speciale leningen worden verleend aan jonge mensen die zich daar willen vestigen.

In onze regio, met voornamelijk vleesvee, staan vooral de kleine melkveehouderijen te koop. Op het oog zijn deze erg pittoresk: kleinschalig, zomers de koeien in de wei in de schaduw van een dikke eikenboom en in de winter op stro in een potstal.

Deze bedrijven zijn echter nauwelijks rendabel en bieden weinig toekomstperspectief. En omdat je van alleen romantiek niet kunt leven, kiezen de meeste boerenzonen en -dochters liever voor een goedbetaalde baan in de stad. Alleen Nederlanders met een droom zien toekomst in dit soort bedrijven.


Het bedrijf dat wij overnamen was een pachtbedrijf met 110 hectare
grond en ongeveer 50 melkkoeien. Doordat het bedrijf oorspronkelijk werd gerund door drie man en wij met zijn tweetjes waren, was de beginperiode extra zwaar. We werkten voor vier want naast het dagelijkse werk moest het bedrijf en ook ons huis worden gemoderniseerd. Zo werd er een gierput aangelegd (gier werd gewoon het weiland ingeschoven), de melkstal vergroot van 2x4 naar 2x8 melkstellen (die sinds 2013 zijn vervangen door een melkrobot), een jongveestal gebouwd (waar je gewoon met een trekker in kan zodat het werk met de riek een stuk minder werd) en werd ook de potstal verbouwd tot een stal met ligboxen. Daarnaast werd ons extra melkquotum toegekend zodat we ook meer koeien gingen melken (van 450.000 liter naar 650.000 liter). Quotum werd destijds niet verhandeld in Frankrijk maar toegekend door commissies.

Een groot verschil met Nederland is dat hier veel met elkaar wordt samengewerkt via CUMA’s. Dit zijn een soort werktuigenverenigingen waarbij de grotere landbouwmachines gezamenlijk worden aangekocht en gedeeld. In het land van vrijheid, gelijkheid en broederschap kunnen CUMA’s gebruik maken van subsidies die op kunnen lopen van 30 tot 40 procent van het te investeren bedrag voor een machine. Voor loonwerkbedrijven gelden deze subsidies niet zodat je grote loonwerkbedrijven, zoals in Nederland, nauwelijks ziet.

Belangrijk is dat deze CUMA’s goed worden aangestuurd. Gedeeld bezit betekent gedeelde verantwoordelijk voor het onderhoud van de machines. Maar dit kan zich ook vertalen naar dat niemand zich verantwoordelijk voelt voor het onderhoud en machines uiteindelijk sneller zijn afgeschreven dan bedoeld.

Vaak wordt met een groep boeren een maishakselaar aangeschaft en helpen de boeren elkaar bij het oogsten van de mais. Deze periode is een soort feest waarbij ’s middags van twaalf tot twee (drie of vier of vijf) uitgebreid met elkaar wordt gegeten. Dus niet even snel een lunchpakketje met een bruine boterham op de trekker wegwerken.

Wij zitten bij een CUMA voor materieel zoals een stoppelploeg, een kieper en een veewagen maar laten het mais hakselen door een loonwerker doen. Op een melkveebedrijf is het lastig om dagenlang anderen te helpen bij de maisoogst en dan ook nog je eigen bedrijf draaiende te houden. De warme maaltijd ’s middags wordt natuurlijk wel gewoon bij ons op de boerderij samen met de loonwerkers genuttigd.

Ook valt op dat er in onze regio minder hard wordt gestreefd naar schaalvergroting dan in Nederland. Er wordt eerder gekozen voor diversificatie, zoals het verbouwen van graan of het zelf maken en verkopen van kaas, crème en yoghurt. Want regionale en streekgebonden producten zijn erg populair in Frankrijk

Schaalvergroting wordt min of meer gezien als verraad tegen de solidariteit die er zou moeten heersen tussen melkveehouders. Momenteel zie je voornamelijk in Nederland en Duitsland veel boeren door het afschaffen van het melkquotum meer melk produceren. Een van de redenen waardoor, naast de Russische boycot en de afnemende export naar China, de melkprijs is gedaald. De inkomsten gaan hierdoor omlaag en om de inkomsten toch op hetzelfde niveau te houden, wordt door veel melkveehouders besloten om nog meer melk te produceren. Dit drukt dan vervolgens nog meer de melkprijs en zo trekken we elkaar mee in een spiraal die voor de enkelen vooruitgang oplevert en voor de rest nog harder werken of de ondergang.

Een echte Franse oplossing om wat aan de dalende melkprijzen te doen is demonstreren zoals we afgelopen zomer hebben gemerkt. Van de Europese unie mogen boeren geen prijsafspraken met elkaar maken om te onderhandelen met de melkfabrieken maar wel met elkaar afpreken om met zijn allen met de trekker naar Parijs te rijden.

Het resultaat van de demonstraties is een doekje voor het bloeden zonder visie: extra hulp is uitgetrokken voor bedrijven in nood die tegen een aantrekkelijk tarief leningen kunnen herfinancieren, uitstel van een jaar voor het aflossen van leningen en tijdelijk lagere sociale lasten. Ook is er een minimum melkprijs afgesproken. Maar dit geldt alleen voor melk die wordt verwerkt tot bepaalde producten.

Onze melkfabriek verwerkt onze melk tot camembert en brie. Producten die niet onder de afgesproken minimum prijs vallen. Toch betaald onze kaasfabriek gemiddeld beter dan de andere zuivelfabrieken in Frankrijk. De directeur geeft eerlijk toe dat dit jaar voor hem de marges een stuk hoger zijn dan vorig jaar. In de supermarkten wordt voor een stukje brie of camembert door de consument nog evenveel als vorig jaar betaald terwijl de inkoop prijs van de melk voor hem een stuk lager is. Als melkveehouder kun je je daarover opwinden en verder alleen maar machteloos toekijken. We hebben nu eenmaal te maken met een internationale melkprijs en een interne markt die niet synchroon lopen.

De directeur van onze kaasfabriek maakt natuurlijk gebruik van het systeem waarbij degene met de meeste macht de meeste marges naar zich toe trekt. Misschien moet er eens nagedacht worden over een ander systeem waarbij de marges eerlijker verdeeld wordt over alle partijen. Een systeem waarbij de marges transparant zijn en de grootste marges gaan naar degene die het hardste werkt bijvoorbeeld. Want als Nederlander in Frankrijk moet je natuurlijk wel blijven dromen…




zondag 9 mei 2021

Ode aan de onzekerheid?

Het is inmiddels alweer 17 jaar geleden dat ik mijn nette en gestructureerde kantoorleven in loondienst verruilde voor een onzeker turbulent boerenbestaan op een modderige maar een steeds vaker stoffige Franse melkveehouderij. Met het ondertekenen van het koopcontract begon een nieuw avontuur. Een ontdekkingsreis door het ritme van seizoenen, de grillen van het weer, mijn eigen beperkingen en de verbondenheid met de koeien en het land.

De boerderij werd de caleidoscoop waardoor ik de wereld ging zien en probeerde te begrijpen. Het werd een plek waar mijn opvattingen veranderden over maakbaarheid, duurzame landbouw, de verhouding tussen mens, dier en natuur, relaties, mijzelf, een succesvol leven, cultuur en nog veel meer. Deze kentering ging met vallen en opstaan, frustratie en verwondering en voortdurende twijfel en onzekerheid.

Onvoorspelbaar

Aan de gedachte dat een boerenbestaan een sleur of voorspelbaar zou zijn kwam al snel een eind. Elke planning die we maakten (en nog steeds, elke maandagochtend) leek zinloos omdat er altijd wel iets tussenkwam. Een afkalving, een machine die stuk ging, een uitgebroken koe of een onverwachte regenbui terwijl zojuist de pers achter de trekker was gekoppeld om het gemaaide, geschudde en gewierste droge gras in balen te persen. Boeren bleek een voortdurende stroom aan onverwachte gebeurtenissen en onduidelijk was of wij het leven van de koeien bepaalden of andersom. Moeilijk voor iemand die jaren in loondienst werkte volgens een strakke planning, waar zelden vanaf werd geweken behalve als een vergadering uitliep, een opdracht niet doorging of een computer crashte.

drie mooie kalfjes in de namiddag geboren betekent de wekelijkse zwemtraining die avond afzeggen

Onzekere oogsten en landbouwprijzen

Het voortdurend aanpassen van de plannen bleek nog het minst onoverkomelijk. Het geheim was je te plooien naar deze onvoorzienigheid in plaats van ertegen te vechten.

Vooral de gevolgen van klimaatverandering, wisselvallige landbouwprijzen/subsidies, veranderende wetgeving en maatschappelijke druk die het voortbestaan van de veehouderij steeds verder in twijfel trekt, zorgen voor een voortdurende dreiging van een onzekere toekomst.

Op een landbouwbedrijf wordt tijdens goede weersvensters dag- en nacht gewerkt om gewassen op tijd gezaaid of gemaaid en geoogst te krijgen terwijl het gevoel dat het allemaal op een mislukking kan uitdraaien altijd sterk aanwezig is. Een korte hagelbui kan dagen van bemesten, ploegen, zaaien en spuiten van de maïspercelen in tien minuten teniet doen. Maar ook een langzaam tergende droogte gepaard gaande met een voortdurend verlangen naar een druppel regen kan ervoor zorgen dat de oogst mislukt en er niet voldoende voer is om de koeien de komende winter te voeren.

En zelfs wanneer het weer meewerkt en de oogsten goed zijn, kunnen er tegenvallers zijn. Kleine insectjes kunnen een voorraad graan ongemerkt opeten of een deel van de veestapel kan ziek worden door een virus of bacterie afkomstig van rondscharrelend wild om de boerderij. Mijn opvatting dat alles wat natuurlijk goed en harmonieus is, bleek een vergissing te zijn. De natuur is vooral onverschillig. We hebben invloed op de natuur maar deze kunnen beheersen is een illusie.

Na 17 jaar de grillen van het weer en cycli van geboorte, leven en dood op een boerderij te hebben ervaren, realiseer ik mij hoe bijzonder het is dat in supermarkten altijd voldoende voedsel te koop is en dat je je nooit zorgen hoeft maken of je straks wel wat te eten hebt en dat je kunt kiezen wat je eet. De zorgen zijn uitbesteed aan een steeds kleiner wordende groep boeren die voor steeds grotere uitdagingen komen te staan.

de dreiging dat het mis kan gaan is voortdurend aanwezig op een boerderij

Grote uitdagingen, complexe vraagstukken

Met de groeiende wereldbevolking neemt de voedselvraag toe en tegelijkertijd lopen we tegen de grenzen van wat het menselijk leefmilieu aankan op. De impact op het milieu van de landbouw moet kleiner en tegelijkertijd vraagt klimaatverandering om aanpassingen. Als 'gangbare' veehouder weet ik dat er verandering nodig is maar ook dat wat waar ik voor kies nooit goed genoeg zal zijn. We produceren voedsel, energie, leggen koolstof vast in permanent grasland en de omringende bosschages en onderhouden het karakteristieke Franse gevarieerde cultuurlandschap. Maar we moeten ook oprukkend groen terugsnoeien, gebruik maken van kunstmest om nog enigszins opbrengst te halen en onze gewassen beschermen tegen plagen. Landbouw heeft nu eenmaal impact op de omgeving en voor ons bestaan zijn we allemaal afhankelijk van die stukjes wilde natuur die ooit zijn ontgonnen.

Met bovenstaande uitdagingen in het achterhoofd moeten op een boerenbedrijf voortdurend keuzes gemaakt worden. Over kleinere dingen zoals het inkopen van welke maïs variëteit of welke mineralenmix tot grotere vraagstukken als: wel of niet biologisch produceren, diversifiëren of uitbreiden, wel of niet overgaan op een systeem zonder ploegen, wel of niet biovergisten, etc. Keuzes waarvan het nog maar de vraag is of ze echt effect hebben en het onzeker is of dat ze toekomstbestendig zijn.

biovergister produceert elektriciteit (400 huishoudens), warmte (voor revalidatiecentrum) en veel stress
De oplossing voor de problemen in de landbouw zijn complex en vaak een keuze tussen twee kwaden. Zowel biodiversiteit als voordelen van efficiëntie zijn belangrijk maar we kunnen ook niet zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen, tenzij we de huidige bevolkingsomvang bespreekbaar maken. Het gaat om het vinden van een balans en het besef dat naast efficiëntie ook andere dingen belangrijk zijn en een waarde moeten krijgen. De realiteit is dat economische haalbaarheid vaak doorslaggevender is dan het applaus van de medemens. De waarheid is rommelig en genuanceerd.

Eenvoudige oplossingen?

Nuance waarop niemand lijkt te wachten en lijkt te willen begrijpen. In de (sociale)media zie ik steeds vaker meningen en reportages, losgezongen van verantwoordelijkheid en waarheid, over gangbare landbouw langskomen. We trekken onze grond leeg als een accu, beulen onze dieren af, spuiten met gif en zijn verslaafd aan soja. Als oplossingen worden vaak het radicaal afwijzen van kunstmest, pesticiden en veeteelt aangedragen en het overstappen naar lokale productie . Zelfs het land weer gaan bewerken met alleen maar spierkracht, terwijl momenteel voor het zware fysiek landwerk voornamelijk buitenlandse krachten worden ingezet, krijgt serieuze aandacht van gerespecteerde dagbladen. Het zijn vaak schijnoplossingen die de problemen slechts in stand houden. Blijkbaar is dit nodig om houvast te vinden in gecompliceerde wereld met een onzekere toekomst.

Met de harde woorden en de schijnoplossingen kom ik als boerin niet veel verder. Ik krijg steeds meer het idee mij voortdurend te moeten verontschuldigen terwijl ik liever energie in leuke projecten om ons bedrijf te verbeteren steek. Ik blijf achter met een bonk zorgen, een hoop schulden, twijfel en met de lastige vraag hoe dan wel? Daarnaast is het besturen van een boerderij als een containerschip. Het kan niet met dezelfde snelheid van koers veranderen als de waan van de dag.

Verantwoordelijkheid nemen en keuzes maken is lastig in een wereld die steeds verder lijkt te worden verdeeld in groepen die zich van elkaar afwenden in verwijten, frustratie en woede.

Franse weide, grasfalt of koolstof opslag?

Nieuwsgierig blijven

Het gebruik van steeds vaker terugkerende woordkeuzes als gifspuiter, sojaverslaafde, plankgasboer of kampbeul is minder onschuldig dan het lijkt. Zelfs biologisch dynamische boeren worden weggezet al misdadigers tegen de menselijkheid omdat ze niet efficiënt genoeg met het land omgaan. In haar boek 'Verlangen naar verbinding' waarschuwt Brené Brown voor demoniserend taalgebruik. Door de ander minder menselijk te maken wordt deze minderwaardig en moreel inferieur. Posities worden verhard en hierdoor verliezen we tevens ons vermogen om te luisteren, te communiceren en of empathie te tonen. Ontmenselijking begint altijd met taal, vaak gevolgd door beelden. Het komt niet alleen voor in de landbouw. Denk maar aan de Trump kiezers die dom zijn, groene gekkies of de 5G wappies.

Brené Brown adviseert in haar boek niet mee te doen aan de ontmenselijkende retoriek omdat we dan gaandeweg onze eigen menselijkheid verminderen. Dus niet terugdoen of dehumaniserend woordgebruik delen. Verder geeft ze als tip ons niet laten verleiden tot valse keuzes tussen voor of tegen (bijvoorbeeld tussen biologisch of gangbaar). In plaats bepalen we ons eigen standpunt op basis van alle beschikbare informatie.

Ook raadt ze aan wanneer je vindt dat iets bullshit is fatsoenlijk te blijven. Vragen te stellen in plaats van afmaken. Nieuwsgierigheid en empathie kunnen heel succesvol zijn bij pogingen om in twijfel te trekken wat we horen en de feiten ter sprake brengen.

Onzekerheid omarmen?

Niet vluchten in schijnoplossingen en nieuwsgierig blijven is lastig maar zijn nuttige methodes om beter met onzekerheid om te gaan. Je blijft open staan voor kansen en oplossingen die zich voordoen en biedt ruimte voor hoop. Het omarmen van vals pessimisme doet dat niet. Het was een methode waaraan ik lange tijd aan vasthield. Altijd het meest pessimistische scenario inbeelden zodat de uiteindelijke uitkomst meestal enigszins meeviel. Er hingen voortdurend donkere wolken boven mijn hoofd en mijn dierbaren begonnen mij onmogelijk te vinden omdat ik elk positief geluid wegwuifde. Terwijl iedereen genoot van een zonnige zomer was ik somber omdat de maïs stond te verpieteren op het land. Van een vroeg stralend voorjaar met ontluikend groen kon ik niet genieten omdat er eigenlijk hard regen nodig was om het gras te laten groeien.

Het boerenleven blijkt vooral een grote oefening te zijn in je te verhouden tot onzekerheid. Een balans vinden tussen vals optimisme en vals pessimisme. Niet verlammen maar verantwoordelijkheid nemen wanneer het moet. Toegevend te zijn wanneer het leven niet volgens plan gaat en open blijven staan voor veranderingen. Proberen onderscheid te maken tussen waar invloed op is uit te oefenen en wat buiten het vermogen ligt. Maar ook proberen bescheiden en dankbaar te zijn. Veel meer waarderen wat er lukt, genieten van de kleine dingen van het moment en het mooie maar soms ruige leven op het Franse platteland.

Onzekerheid is een onderdeel van het leven waar iedereen in meer of mindere mate mee wordt geconfronteerd. Wetenschapsjournalist Michael Blastland vraagt zich af of het wegnemen van onzekerheid wel wenselijk is. Wie wacht er nu op een toekomst die al gedetermineerd is en alle vrijheid wegneemt? Moeten we de onzekerheid, het niet-weten, de rol van het toeval niet juist erkennen en koesteren? Ik ben er niet zo zeker van.

(b)loeiende weide in het voorjaar

zaterdag 13 februari 2021

Reactie op het blog: Boerenbedrog blog weerlegd

Onlangs kwam ik erachter dat de Stichting Even Geen Vlees helemaal was los gegaan op mij laatste blog ‘Belle en het methaanmysterie’ dat voornamelijk het verschil tussen de korte en lange koolstofcyclus probeerde uit te leggen en het verschil tussen lange en kortlevende broeikasgassen als koolstofdioxide en methaan. (link naar: Boerenbedrog blog weerlegd)

Ik werd uitgemaakt voor boerenbedrieger en even later werd ik als misselijkmakend omschreven dus ik was wel nieuwsgierig naar de verdere inhoud van het blog. Al gauw bleek dat de Stichting Even Geen Vlees het er onder andere niet mee eens is dat de CO2 uit de ademhaling van koeien niet wordt meegerekend in de broeikasgasberekeningen. Waarom in de wetenschap hiervoor is gekozen, heb ik uitgebreid in mijn laatste blog uitgelegd. Dieren kunnen gewoonweg geen extra koolstofatomen toevoegen aan de atmosfeer bovenop wat er al is. Dit in tegenstelling tot de extra koolstofatomen die vrijkomen bij het verbranden van fossiele brandstoffen.

Ook is de Stichting het niet eens met mijn uitleg over de laatste wetenschappelijke discussie over hoe methaan moet worden meegenomen in de broeikasgasberekeningen. Maar om dit vervolgens boerenbedrog te noemen, vind persoonlijk wat ver gaan.

Ik heb lang getwijfeld of ik zou reageren op de blogpost van de Stichting aangezien ik niet de illusie heb de Stichting van gedachten kan laten veranderen.

Uiteindelijk heb ik besloten toch te reageren. Ik wilde duidelijk maken dat ik het blog heb gelezen en laten weten dat ik het niet correct vind hoe zij omgaan met een ander gedachtengoed.

Dit is mijn reactie op hun Facebook post over mijn laatste 'boerenbedrog' blog:

Inmiddels heeft de betreffende boerin zelf het blog van de Stichting even geen vlees ook gelezen. Ik heb vooral de indruk dat de Stichting vooral allerlei dingen heeft gelezen die ik niet geschreven heb. Ik wil niet aanzetten tot meer vlees eten, ook heb ik niets tegen veganisten. Als iemand tegen het eten van dieren is, dan kan dat gewoon simpelweg omdat je tegen het eten van dieren bent. Het is een ethisch standpunt; daar is voor mij geen verdere legitimering voor nodig.

Het enige wat ik met mijn blog wilde doen, was het verschil uitleggen tussen de korte en lange koolstofcyclus en duidelijk maken hoe een kortlevend broeikasgas zich gedraagt in de atmosfeer. Het perspectief vanuit een koe heb ik gebruikt met een knipoog naar het antropomorfisme en om een ingewikkeld onderwerp iets luchtiger te maken.

Ik vind het prettig om verdiepende gesprekken te kunnen voeren en ieders waarheid aan te kunnen kijken ook als ik daarbij met mijzelf geconfronteerd word. Ik houd van mensen die mee durven duiken in deze diepte. Waar ik echter moeite mee heb, zijn de veroordelingen als boerenbedrog en misselijkmakend wanneer de Stichting het niet eens is met wat ik schrijf. Een verdere inhoudelijke discussie is hierdoor voor mij onmogelijk omdat ik dan de gewenste verbinding mis en het wederzijds respect om de juiste realiteit te schetsen.

De Stichting en ik houden er verschillende wereldvisies op na en mijn ambitie is niet de Stichting te overtuigen van een ander gelijk. Het enige wat ik wil vragen is enig respect te houden richting mensen die er geen veganistisch wereldbeeld op na houden. Al is het maar omdat een van de meest voorkomende wanen van deze tijd is dat het geloof van de eigen overtuiging heilzaam is voor de rest van de wereld. (naar een citaat van Arnon Grunberg)



zaterdag 9 januari 2021

Belle en het methaanmysterie

Op een mooie zonnige nazomermiddag lag Belle te herkauwen in de koele schaduw van de eeuwenoude eikenboom, midden in een kruidige weide omgeven door de zacht glooiende beboste heuvels van het lieflijke Frankrijk. Het was een mooie plek waar ook haar (over)grootmoeders het leven hadden overdacht na een lange dag hard grazen. Het leven van een koe was mooi en dankbaar. Ze behoorde tot een van de weinige diersoorten die in staat zijn voor de mens onverteerbaar gras om te zetten in melk en vlees. Ze kon niet alleen gras omzetten in nuttige eiwitten voor de mens maar ook plantaardig restmateriaal, zoals bierborstel, schroten van soja, koolzaad, katoen, etc. Dankzij de bacteriën in haar magen wist de koe deze voor de mens nutteloze planten(resten) om te zetten in hoogwaardig voedsel. Voordat hipsters het begrip omarmden deden koeien al aan upcyclen.

Sinds een groot deel van de mensheid zich aan de koe had aangepast door melk te gaan verteren, hadden koeien geen zorgen meer over de dreiging van roofdieren of parasieten, hongersnood tijdens droge periodes of onderdak tijdens noodweer. Het leven van een koe was mooi en zorgeloos en Belle boerde tevreden nog eens haar maaltijd van die ochtend op.


tevreden koeien in Franse weide

Koe is klimaatkiller

Haar rust werd echter bruut verstoord toen Tulipe verontrust aan kwam klossen. Wat ze nu toch weer had opgevangen van het gesprek tussen de boer en de boerin, die dag en nacht voor hen klaar stonden, en een goede vriend van hen. Die vriend legde uit waarom hij sinds kort veganistisch was geworden. Hij was geïnspireerd geraakt door succesvolle films over fout vlees als Cowspiracy, Dairy is Scary en Meat the thruth waar bij de première politici kwamen voorrijden met een Hummer om aan te tonen dat auto’s minder schadelijk zijn voor het klimaat dan koeien. Daarnaast bereiden steeds meer kantines vegetarische menu’s en werd in verschillende landen zelfs opgeroepen tot vleesloze maandagen om het klimaat te redden waarbij telkens de koe als grootste boosdoener werd aangewezen.

Hij vertelde dat hij in het FAO-rapport ‘Livestocks long shadow’ had gelezen dat de veehouderij voor maar liefst 18 procent bijdraagt aan de wereldwijde uitstoot aan broeikasgassen. Een bijdrage groter dan de transportsector. Sommige instituten en schrijvers namen zelfs de (literaire) vrijheid te verkondigen dat het aandeel van de veehouderij maar liefst 51% was.

Toen Belle dat allemaal hoorde, vond ze het koeienleven opeens niet zo mooi meer en voelde ze zich een milieucrimineel die het leven niet waard was en probeerde het boertje dat opkwam borrelen met alle macht te onderdrukken. Ze kloste helemaal naar het uiterste puntje van de wei, verborg zich achter een andere dikke eik, in de hoop dat niemand haar meer kon zien.


Weken later troffen Belle en Tulipe elkaar weer onder de oude eikenboom. Belle zag er slechter uit dan ooit. Ze was altijd de mooiste koe van de veestapel geweest maar had nu een doffe vacht, uitstekende ribben en opgeblazen magen. Ze durfde niet zoveel meer te eten als anders uit angst dat ze, de voorheen altijd zo opluchtende, boertjes en scheetjes zou moeten laten.

Tulipe vond het allemaal moeilijk te bevatten en had een gesprek opgevangen tussen de boer en de boerin, die ook hun gedachtes hadden bij het verhaal van hun goede vriend. Deze was inmiddels verder getrokken vloog inmiddels de wereld rond om de wereld te ontdekken en zichzelf. Gelukkig had hij een vliegtuigmaatschappij gevonden die veganistische maaltijden aanbood.

Koeien zijn geen auto’s

Van de boer hoorde ze een iets genuanceerder verhaal dan van de goede vriend. De boer had namelijk een artikel gelezen waarin stond dat die 18% emissie een foutje was van de FAO en inmiddels was bijgesteld naar 14% omdat onterecht wel erg veel ontbossing was toegeschreven aan de veehouderij. Niet alleen veeteelt zorgt voor ontbossing maar ook mijnbouw, houtwinning en teelt van plantaardige oliën (uit soja en palm) voor cosmetica en voedingsmiddelen bleken een aanzienlijk aandeel te hebben in de kap van tropische bossen.

Daarnaast was bij de dieren was alles meegeteld: van het gas dat nodig is om kunstmest te maken voor het graan en de soja(schroten) die dieren eten tot de methaan die koeien uitstoten. Bij de schepen, auto, vrachtwagens en vliegtuigen was alleen de brandstof meegeteld waarop hun motoren draaien; de klimaatgassen die uitgestoten worden om die vervoermiddelen te maken (delving van grondstoffen, vervoer daarvan, fabrieken en onderdelen) en te laten functioneren (wegen, stations, sporen, luchthavens) bleven buiten beeld. Omdat die ook een aanzienlijke klimaatimpact veroorzaken, was het een verkeerde vergelijking.

https://news.trust.org/item/20180918083629-d2wf0

Maar toch, bedacht Tulipe, die 14% totale bijdrage aan de klimaatverandering door directe en indirecte emissies van de veestapel blijft nog steeds erg veel. En luisterde naar wat de boerin allemaal had gelezen.

Korte cyclus, geen toevoeging maar omzet

Want ook de boerin begreep er niets van. Hoe konden koeien die slechts plantaardig materiaal verwerken nu bijdragen aan het verhogen van de CO2 concentratie in de atmosfeer? De emissie van koeien behoorde toch tot een natuurlijke cyclus dat geen CO2 toevoegt? De CO2 wordt door planten vastgelegd, opgegeten en weer uitgestoten door mensen en dieren en vervolgens weer opgenomen door planten. In dit proces wordt geen extra CO2 toegevoegd aan de atmosfeer. Dit in tegenstelling tot het verbranden van fossiele brandstoffen waarbij de CO2 concentratie in de atmosfeer wordt verhoogd.

Dus waar kwam dan die grote bijdrage van koeien vandaan? In het rapport ‘Tackling climate change through livestock’ stond dat jaarlijks de veehouderij 7.1 gigaton CO2eq uitstootte (op een jaarlijks wereldwijd totaal van 49 gigaton CO2eq). Hiervan werd weer 4.6 gigaton CO2eq toegeschreven aan rundvee. Nog steeds gigaveel.


 

Methaan

Het antwoord was: Methaan. Koeien (of eigenlijk de bacteriën in de magen van de koe) produceren tijdens het verteren van hun voer voornamelijk methaan. Via opboeren en mestopslag komt dit in de atmosfeer terecht. Methaan is een krachtig broeikasgas, dat het klimaat maar liefst 28 keer sterker opwarmt dan CO2 (over een periode van 100 jaar). In berekeningen wordt 1 gram methaan daarom omgerekend naar 28 gram CO2 equivalenten (CO2eq). Volgens het rapport ‘Tackling climate change through livestock’ blijkt het methaangas dat via boeren en winden uit koeien weglekt goed te zijn voor een kleine helft van de klimaatimpact van de veehouderij (2.2 gigaton CO2eq).

In levenscyclusanalyses is het aandeel van methaan goed af te lezen en bepalend voor de grote impact van rundvee producten als vlees, kaas en melk.


 

Methaan is een broeikasgas dat verschillende bronnen heeft. Er wordt onderscheid gemaakt tussen methaan emissie veroorzaakt door menselijk handelen en door natuurlijke processen. Onder het eerste valt enterische fermentatie (opboeren van methaan door dieren), mestopslag, vuilnisbelten, methaan dat ontsnapt uit rijstvelden en gasverliezen bij het winnen van fossiele brandstoffen. De natuurlijke processen waarbij methaan vrijkomt spelen zich af in moerassen, de tropen, termietenheuvels, smeltende toendra’s en vulkanische activiteiten.

Volgens berekeningen draagt methaanuitstoot als gevolg van herkauwen en mestopslag circa 30% bij aan de totale jaarlijkse methaanuitstoot veroorzaakt door mensen en voor 16% bij aan de totale jaarlijkse methaanuitstoot (dus inclusief methaanuitstoot van moerassen, smeltende toendra’s en termieten).

https://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/ab9ed2


Voor kort werd het methaan dat vrijkwam bij het winnen van fossiele brandstoffen ongeveer gelijk geschat aan de methaanuitstoot veroorzaakt door landbouw. Een recente studie naar isotopen in ijskernen doet echter vermoeden dat het aandeel wat vrijkomt bij de winning van fossiele brandstoffen een stuk hoger ligt: 25-40% hoger dan eerdere schattingen.

https://www.carbonbrief.org/methane-emissions-from-fossil-fuels-severely-underestimated/amp?__twitter_impression=true

Netto toevoeging methaan door veehouderij

De vraag die na het lezen van deze informatie bij de boerin opkwam was hoe groot de bijdrage aan klimaatverandering als gevolg van methaan opgerispt door koeien nu daadwerkelijk was. De oorspronkelijke ecosystemen die ze vervingen waren immers ook bronnen van aanzienlijke methaanemissies.Tijdelijk met water doordrenkte of overstroomde ongerepte ecosystemen of ecosystemen met een hoge dichtheid van wilde hoefdieren of termieten kunnen dezelfde hoeveelheid of zelfs meer methaan per hectare en per jaar hebben uitgestoten dan na landwinning en gebruik. De netto antropogene methaanuitstoot van bepaalde agro-ecosystemen zou dus nul kunnen zijn of zelfs een negatieve waarde kunnen aannemen.

Er is bijvoorbeeld een schatting gemaakt dat in de pre-Europese nederzetting Noord-Amerika de methaanuitstoot van wilde herkauwers (o.a. bisons, circa 50 miljoen) gelijk was aan 86% van de Noord Amerikaanse veestapel van vandaag.

https://pdfs.semanticscholar.org/a9a0/8cf4be0b758ac14921e8c27a1a9c9a58a4a3.pdf

stapel bisonschedels na jacht

Om het effectieve door de mens veroorzaakte deel van de emissies van de beheerde ecosystemen te krijgen, zou eigenlijk de referentie-emissies van de inheemse ecosystemen van vóór de klimaatverandering in mindering moeten worden gebracht op die van de huidige agro-ecosystemen. Het weglaten van deze correctie leidt tot een systematische overschatting van het opwarmingspotentieel van de veehouderij (en een overschatting van het bannen van vlees uit ons dagelijks menu).

https://sinjajevinascience.files.wordpress.com/2020/02/manzano-white-climate.pdf

Kortlevend

De boerin begon het steeds meer te begrijpen. Doordat koeien enorm veel methaan oprispen dragen ze bij aan het verhogen van de methaanconcentratie in de atmosfeer en de klimaatverandering. Maar de effectieve bijdrage van dit methaan aan klimaatverandering ligt waarschijnlijk lager omdat de oorspronkelijke natuurlijke ecosystemen in het verleden ook methaan uitstootten.

Toch bleef er nog iets knagen. Ze had namelijk ook gelezen dat methaan een korte levensduur heeft. Dit in tegenstelling tot CO2, dat vrijkomt bij verbranding van fossiele brandstoffen zoals olie, gas en kolen, dat zich voor eeuwen in de atmosfeer opstapelt. Methaan wordt echter na ongeveer twaalf jaar afgebroken en omgezet in CO2 (wanneer afkomstig uit de korte cyclus geen toevoeging). Dit houdt in dat wanneer jaren lang elk jaar eenzelfde hoeveelheid methaan wordt uitgestoten, door bijvoorbeeld een rundveestapel of rijstveld, deze methaanuitstoot geen invloed heeft op de verdere temperatuurstijging (de concentratie methaan verandert niet). Een constante methaanconcentratie heeft invloed op het temperatuurniveau, zoals een kruik in een warm bed, maar zorgt niet voor een temperatuurstijging.

Dit in tegenstelling tot de CO2-emissies die vrijkomen bij het verbranden van diesel door trekkerwerk om mais te zaaien en te oogsten. Een deel hiervan wordt opgenomen door vegetatie en de oceanen maar het overschot stapelt zich voor eeuwen op in de atmosfeer (als een dikker wordende stapel met warme dekens), worden niet afgebroken, en dragen daardoor bij aan de wereldwijde temperatuurstijging (concentratiestijging van CO2).


Het oog van de boerin viel op een rapport waarin wordt gesteld dat de CO2-equivalent metriek, zoals die tot nog toe wordt toegepast, een verkeerd beeld geeft van de klimaatimpact van methaanemissies. In huidige rekenmodellen wordt gedaan alsof methaan het eeuwige leven heeft en zich opstapelt in de atmosfeer. Hierdoor wordt methaanemissie op de korte termijn onderschat en op lange termijn overschat. In de studie wordt een nieuwe metriek voorgesteld, GWP*, die zich richt op de opwarmingseffecten van de verschillende gassen, in plaats van op CO2 equivalenten.

Myles Allen, een van de onderzoekers van het rapport dat ook betrokken was bij het opstellen van de IPCC rapporten waarvoor de CO2-equivalent metriek werd bedacht, zegt in een interview over de nieuwe rekenmethode dat:

“De impact van de methaanuitstoot op de opwarming van de aarde verkeerd berekend wordt en vervolgens verkeerd geïnterpreteerd om het vee de schuld te geven van de klimaatsverandering. Door de huidige rekenmethodiek wordt de olifant in de kamer van klimaatverandering onderschat: het verbranden van fossiele brandstoffen.”

"Als we allemaal vegetarisch worden, maar we doen niets aan de uitstoot van fossiele brandstoffen, zullen we over vijf jaar in precies dezelfde positie verkeren als voorheen,"

https://www.darigold.com/new-methane-math-could-take-the-heat-off-cows/

Geen hoofdoorzaak maar deel van de oplossing

Nadat de boerin al die informatie had bestudeerd verwonderde zich erover hoe het sentiment heeft kunnen ontstaan dat we van vlees af moeten en gebruik van fossiel slechts hoeven te minderen terwijl dit juist omgedraaid zou moeten zijn om de klimaatverandering te stoppen.

Veeteelt als symbool voor de klimaatstrijd naar voren schuiven, leidt de aandacht alleen maar af van het echte probleem: het gebruik van fossiele brandstoffen. Deze moeten naar nul om klimaatverandering te stoppen.

Het reduceren van methaanemissies via veeteelt is een kans om de opwarming van de aarde te verminderen en andere emissies te compenseren. Maar het betekent niet dat het DE oplossing is voor de oorzaak van klimaatverandering, nogmaals: de verbranding van fossiele brandstoffen.

Toen Belle dit hoorde, vloog ze, als gevolg van het laten ontsnappen van haar opgehoopte scheten en boertjes, een gat in de lucht en dwarrelde een rondje door de wei. Wanneer ze het allemaal goed had begrepen waren zij en haar collega’s niet de hoofdoorzaak van klimaatverandering en kon ze door betere vertering van gras en plantenresten bijdragen aan het temperen van de klimaatverandering.

Na deze geruststellende gedachte ging Belle weer voluit grazen in de wei en lag die avond weer als vanouds onbezorgd onder haar geliefde eikenboom. Wat was het fijn om een koe te zijn!