donderdag 8 januari 2015

Soumission

Omdat we wat later klaar zijn dan gewoonlijk met het werk dinsdagavond, vallen we midden in het Franse acht uur journaal. We zien een herdenkingsbijeenkomst van een bekende fransman waarbij een grafkist een kerk worden ingedragen. Even later volgt een interview met Michel Houellebecq over zijn nieuwe boek Soumission. Rocco vraagt mij angstig of dit de dode man is van het vorige item. Lichtelijk in verlegenheid gebracht vertel ik dat dit een andere man is (waar de schmink van France 2 erg zijn best op heeft gedaan om hem enigszins toonbaar te maken) die een boek heeft geschreven over de het jaar 2022 waarin een moslim president is geworden van Frankrijk.

Het is een boeiend interview. Het boek speelt in op de angst die er onder enkelen heerst voor het opkomende moslim geloof en er wordt hem gevraagd of hij denkt dat zijn roman ooit werkelijkheid zal worden. Peut-etre. In ieder geval niet zo snel. Ook denkt hij dat zijn boek geen politieke gevolgen zal hebben. Een roman heeft immers nog nooit voor een revolutie gezorgd. Zeker de passage waarin hij aangeeft hoe moeilijk het is om niet te geloven, zet tot denken aan. Doordat niet geloven erg lastig is, is het denkbaar dat in de toekomst ongelovigen zich zullen onderwerpen aan een gematigde vorm van islam. Dat maakt het leven immers wel zo makkelijk. Ik denk aan mezelf en aan mijn levensvragen waarop ikzelf met veel moeite een antwoord probeer te vinden maar meestal niet vind. Een geloof kan dan inderdaad houvast geven wanneer je even geen zin meer hebt om zelf na te denken.

Misschien is het helemaal niet zo gek wat Houellebecq voorspelt want Fransen onderwerpen zich graag, is mijn ervaring van de laatste jaren. Zeker aan de bureaucratie en de dictatuur van grote semi staatsbedrijven.
Zo maakte ik kennis met een verzekeringsagente die met het Parijse hoofdkantoor belt om een probleem op te lossen en mij verontschuldigt: ze heeft een robot van haar eigen bedrijf aan de lijn en we moeten nog even geduld hebben voordat ze een Parijse collega die over het onderwerp gaat kan spreken. Of ik dan tijdens het wachten niet even een evaluatieformulier kan invullen. Ja sorry, inderdaad, ook voor Parijs, voor het hoofdkantoor.
Ook sprak ik met een telefoniste van een telefoonmaatschappij die niet wist met welke afdeling ze mij moest door verbinden toen wij een probleem met je internet (via een telefoonlijn) hadden. Ja mevrouw, wanneer je een professioneel telefoonabonnement hebt maar het internetabonnement privé betaald dan maakt u het voor ons wel erg moeilijk. C’est comme ça…
En zo zien we elk jaar via het journaal de fransen gebukt gaan onder het stakingsterreur van de vakbonden. Wanneer de slachtoffers, vaak bij een stilstaande trein op een tochtig station, worden geïnterviewd halen ze steevast de schouders op. Hopelijk rijden binnenkort de treinen weer.
Ook moeten alle Franse ouders elk jaar een stapel formulieren doorworstelen waarbij je minimaal 25 keer naam, geboortedatum en adres van je kind moet invullen. Of dit niet eenvoudiger kan? Gelaten wordt geantwoord: wees blij dat je maar één kind hebt.
Ik zou allang in opstand zijn gekomen maar een Fransman niet. Die lijkt zich met liefde te onderwerpen aan de terreur van papierwerk en de stroperigheid van grote organisaties.


Een dag later kijken we weer naar het journaal. De president houdt een toespraak. Door terroristen zijn twaalf mensen gedood bij een aanslag op een redactievergadering van een Frans satirisch stripblad. Een aanslag waarbij één van de basisfundamenten van het Franse bestaan recht in het hart wordt geraakt: vrijheid. Dit gaat zelfs een schouder ophalende Fransman te ver. ’s Avonds komen in verschillende steden duizenden Fransen samen om op te komen voor de vrijheid en om de slachtoffers van Charlie Hebdo te herdenken. Wanneer ik deze ontroerende beelden zie springen de tranen in mijn ogen, heb diep respect voor de Fransen en ben ik absoluut niet bang voor de toekomst. Ik weet het zeker: Soumission zal eens en voor altijd worden ingedeeld onder het genre romantische fictie.