vrijdag 12 oktober 2012

Vrije koeien

Af en toe mis ik mijn judomaatjes. Niet omdat ze mij twee keer per week alle hoeken van de judomat lieten zien maar vooral vanwege de gesprekken die ik met ze kon hebben. Zelfs de gesprekken over koetjes en kalfjes gingen ergens over.


Zo vroeg tijdens een van de trainingsavonden één van de judoka’s zich af waarom ik als bouwkundige had gekozen voor het leven en werken op een melkveehouderij. Het bleek namelijk dat hij juist het omgekeerde had gedaan: Als boerenzoon had hij er bewust voor gekozen de boerderij van zijn ouders niet over te nemen en als projectleider te gaan werken in de wegenbouw. Hij was blij dat hij geen slaaf van koeien was geworden zoals zijn ouders dat wel waren.

Zo die zat. Hier kon geen hoek van een judomat tegenop. Zeker nadat ik net een gebroken nacht achter de rug had vanwege een afkalving. De natuur houdt geen rekening met menselijke werkuren van negen tot vijf en of je wel of niet wilt af en toe moet er worden geholpen bij een afkalving. Ook om drie uur ’s nachts.

Boeren zijn inderdaad in zekere zin onderworpen aan veeleisende koeien: elke dag een uitgebalanceerde maaltijd opdienen, twee keer per dag melken, dag en nacht klaar staan ten tijde van ziekte en afkalvingen, zorgen voor een schone stal, zaaien en oogsten alleen wanneer het weer dat toelaat, betalen van gepeperde facturen. Altijd moeten boeren klaar staan voor hun koeien: ook in het weekend, de avond- en nachturen en tijdens vakanties. Zonder dat daar een onregelmatigheidstoeslag tegenover staat.

Ik antwoordde dat in vergelijking met mijn stadse bestaan de koeien mij zeker een beperking hadden opgelegd. Voornamelijk in tijd en ruimte. Door het strakke dagelijkse ritme is mijn bewegingsvrijheid bijvoorbeeld beperkt tot een straal van 100 km. Wanneer ik ’s ochtends na het melken gelijk al het dagelijks werk doe, zou ik daarna in een uurtje naar de grote stad (Limoges) kunnen rijden, daar twee uur door de stad kunnen flaneren en dan weer in een uur terug rijden om net op tijd weer terug te zijn voor het avondmelken. Dat is behoorlijk beperkt.

Maar daar staat tegenover dat ik er een enorme ander soort vrijheid voor heb teruggekregen. Voorheen, als bouwkundige, dacht ik tijdens mijn werk voornamelijk aan…mijn werk: of de berekening die ik had gemaakt wel klopte, of de opbouw van het rapport dat ik schreef wel goed was, of de boodschap die ik wilde overbrengen duidelijk was, of ik voldeed aan de eisen van mijn opdrachtgever. Dat soort zaken. Het denken was beperkt gedurende de werktijden. Tegenwoordig kan ik echter tijdens mijn ‘fysieke’ werkzaamheden mijn gedachten de vrije loop laten gaan en denken wat ik wil: waar gaat het volgende blog over, wat is de zin van het leven, waarom is er nog steeds zoveel ongelijkheid in de wereld, welke boodschappen moet ik doen, waarom is de ene koe zwart gevlekt en de ander witgevlekt? Een vrijheid waaraan ik in het begin van mijn boerenbestaan erg aan moest wennen maar nu erg kan waarderen.

Inmiddels mengde zich ook een andere judoka in de discussie. Hij was aannemer en ook een boerenzoon die ervoor had gekozen niet het veebedrijf van zijn ouders over te nemen. Hij zei: Vrijheid heeft niets te maken met fysieke beperkingen en verplichtingen. Voor mij heeft vrijheid te maken met de keuzes die je kunt maken. Wij kunnen hoogstens slaaf zijn van de keuzes die we hebben gemaakt.

Ook die was raak. Inmiddels was de training helaas weer voorbij en onderweg naar huis dacht ik aan onze koeien. Koeien kiezen niet wie voor hen zorgt, zijn overgelaten aan de grillen van de boer en moeten de keuzes die de boer maakt maar gewillig volgen. In dat opzicht zijn koeien weer de slaven. Of toch niet?

Onlangs dreven we op een late namiddag onze vaarzen (koeien die voor het eerst drachtig zijn en nog nooit melk hebben gegeven) naar een nieuwe verse weide met mooi groen gras. Het klaar maken van de weide was een enorme klus geweest: de afrastering moest vrij worden gemaakt van een jaar onkruidbegroeiing en gaten moesten worden gedicht. We waren dan ook blij dat na de overtocht de vaarzen meteen begonnen te grazen en niet als een gek de afrastering gingen testen.

De volgende ochtend, tijdens het ontbijt, werden we echter gebeld door de chauffeur van de schoolbus. Er liepen twee van onze vaarzen over de weg!?! We snelden er direct heen want we wisten dat het gras bij de buurman altijd veel groener is. Aangekomen op de plek des onheils zagen we dat de twee vaarzen rustig aan de andere kant van de draad in de berm stonden te grazen. Het was duidelijk dat ze per ongeluk aan de andere kant van de draad waren beland en niet op zoek waren naar groener gras.

Bij nadere inspectie bleek dat we de vorige dag waren vergeten de ingang van de wei af te sluiten. De twee vaarzen in de berm lieten zich gedwee de weide weer in drijven en waren blij zich weer bij de kudde te kunnen aansluiten. Opgelucht gingen ze liggen herkauwen naast de rest van het koppel dat tevreden voor zich uitstaarde over een met een ochtendnevel bedekte weide.

Het was duidelijk wij niet alleen vrije koeien maar ook nog eens wijze koeien hadden. Ze hadden de mogelijkheid om de weide uit te vluchten op zoek naar groener gras maar ze kozen er echter voor tevreden te zijn met wat ze hadden. Daar konden wij als mens nog heel wat van leren.

Toen uiteindelijk de warme herfstzon de nevel over het landschap had verdampt, keerden we terug naar huis. Nadat we voor de zekerheid de weide achter ons hadden afgesloten.


Richting bepalen is niet altijd eenvoudig