vrijdag 8 maart 2013

Wie gelooft er nog in sprookjes?


Elke gelijkenis met bestaande personen, gebeurtenissen of krantenartikelen berust op louter toeval. (Echt waar…)

Er was eens een boerin die leefde op een lieflijk boerderijtje, ver weg op het platteland, ergens in het midden van Frankrijk. Ze leefde een eenvoudig en vredig bestaan totdat ze, na het doorvoeren van enkele bedrijfsverbeteringen, ’s avonds wat vroeger klaar was met melken en het journaal kon zien. Ook had ze sinds een tijdje een snelle internetverbinding via radiogolven zodat ze op elk moment van de dag op de hoogte kon zijn van alles wat er gebeurde in de rest van de wereld.

Over deze enorme vooruitgang raakte ze in gesprek met haar Engelse buurman die net als zij enkele jaren was geëmigreerd naar Frankrijk. Hij vertelde dat hij sinds hij in Frankrijk woonde geen TV meer keek en geen kranten meer las en zich gelukkiger voelde dan ooit.

De boerin dacht na en liet al het nieuws van de afgelopen periode nog eens aan haar voorbij gaan. Dit was inderdaad niet iets om vrolijk van te worden.

Haar vroegere wielerheld met die eerlijke blauwe ogen bleek zich te vergrepen hebben aan doping. Haar voorbeeld in doorzetten en afzien had haar en de rest van de wereld bedrogen!?! In navolging van een andere wielerheld bekende deze tijdens een Tv-interview onder andere gebruik te hebben gemaakt van bloeddoping die werd toegediend door een Oostenrijkse arts. Dit stelde de boerin wel weer gerust want zij had gelezen dat de bloedbank, bij welke deze arts de bloedzakjes van de wielrenners in bewaring stelde, niet helemaal zuiver spel speelde.

Deze bloedbank handelde, zoals de naam al doet vermoeden, in bloed. Bij een inval was gebleken dat deze bank het mensenbloed verving voor het veel goedkopere paardenbloed waar de Oostenrijkse arts niet van op de hoogte was. De zakjes bloed van de wielrenners bleken vervolgens duur te worden doorverkocht aan ziekenhuizen voor bloedtransfusies. Doodzieke mensen voelden zich plotsenling op onverklaarbare wijze veel beter dan gebruikelijk na een transfusie.

Wat de frauduleuze bloedbank echter weer niet wist was dat de leverancier van het paardenbloed hen eigenlijk runderbloed leverde omdat de runderen al een tijdje voor menselijke consumptie waren verdrongen door de overtollig verklaarde Roemeense paarden. Maar dit terzijde. Een belangrijk gegeven is dat de wielrenner met die eerlijke blauwe ogen uiteindelijk toch op eigen kracht al zijn mooie prestaties had behaald.

Een hoogleraar in de sociale psychologie zag hier een mooi bewijs in voor zijn onderzoek dat het placebo-effect van bloeddoping niet moet worden onderschat. Eén voorbeeld was natuurlijk niet genoeg dus verzon hij er nog wat zogenaamde dopingsgevallen bij maar werd helaas ontmaskerd en werd uiteindelijk beschuldigd van wetenschappelijk wangedrag. In een mooie autobiografie betuigde hij spijt en belichtte hij vervolgens zijn fraude affaire en wat zijn drijfveren waren geweest.

De boerin was wel een beetje teleurgesteld over alle schandalen in de media en ze verwonderde zich over de wijze waarop tegenwoordig boete werd gedaan. Vroeger gebeurde dit in de kerk maar tegenwoordig blijken boeken of veel bekeken televisieprogramma’s het beste medium hiervoor te zijn. Wanneer je een hoge functie bekleed bij een grote organisatie kwam je er nog het beste vanaf. Daar kreeg je zelfs bonussen voor je wangedrag. Voorheen deed je boete in de kerk maar tegenwoordig leek je beloond te worden voor de misleidingen die je had begaan.

Maar goed. Biechten in of voor de kerk was natuurlijk ook wel een beetje passé. Want wie bekent er nu nog schuld en doet er nu nog boete aan een criminele organisatie die boven de wet staat, gefundeerd is op leugens en mentale intimidatie van een significant deel van de wereldbevolking? Gelukkig had het hoofd van deze organisatie besloten zijn mijter, jurk en stok erbij neer te leggen. De boerin had ergens gelezen dat de dreiging van een mogelijke arrestatie van dit hoofd als gevolg van het lekken van vertrouwelijke documenten, onder andere over de geheimen van de Vaticaanbank als bewaarplaats van allerlei duistere tegoeden, door zijn butler hem teveel was geworden.

Maar gelukkig kwam alles goed. De kardinalen gingen in het laatste eeuwige conclaaf om een opvolger aan te wijzen. Journalisten zagen jarenlang vuurwerk uit de schoorstenen komen van het Vaticaan omdat het voor de kardinalen onmogelijk was om tot overeenstemming te komen. Met name over wat de toekomstige Paus in de doofpot moest houden en wat bekend kon worden gemaakt en kon worden afgekocht zorgde voor eeuwige hoofdbrekens.

In het begin van deze periode waren de mensen nog een beetje onrustig en stuurloos maar langzaam aan kregen ze weer vat op hun leven: Bij gebrek aan beter begonnen ze eindelijk weer in zichzelf te geloven en in elkaar. En ze leefden een nog lang, eerlijk en gelukkig leven.