vrijdag 12 juni 2015

Vijftig tinten groen en zwart witte koeien

In mijn vorig leven, toen ik nog duurzaam bouwen adviseur was, leek het bestaan eenvoudig en overzichtelijk. Ik had het idee verstandig bezig te zijn door met mijn werk duurzame adviezen te geven, door (wanneer het uitkwam) biologische producten te kopen en tijdens vakanties zoveel mogelijk van de fiets gebruik te maken. Heel verantwoord allemaal. Goed voor geest, lichaam en vooral goed voor het geweten. Ik had echt het idee mijn best te doen voor het ‘milieu’. En duurzaam bouwen en biologische landbouw waren vanzelfsprekend even ‘groen’.

Toen ik in de melkveesector kwam te werken, bleek de ‘milieu’ kwestie ineens veel ingewikkelder dan dat deze in de bouwwereld was. In de dubowereld werden levenscyclusanalyses van bouwmaterialen gedaan (waarbij de milieu impact van een bouwmateriaal van wieg tot graf werd vastgesteld) en was onnodig materiaal- en energiegebruik voorkomen, zoveel mogelijk gebruik maken van vernieuwbare bronnen en efficiënt omgaan met niet-duurzame bronnen de strategie. Met efficientie was niet veel mis.

In de agrarische sector bleek efficiëntie echter opeens een fout woord. Wanneer je in de melkveehouderij efficiënt wilt zijn en bijvoorbeeld met zo min mogelijk koeien zoveel mogelijk melk probeert te produceren, melk je je koeien uit en wordt je beschouwd als dierenbeul. Wanneer je zoveel mogelijk mais van een hectare probeert te halen door (naast de natuurlijke mest, gericht) kunstmest te strooien en (zo min mogelijk) herbicide te spuiten wordt je door buitenstaanders bijna als vanzelfsprekend uitgemaakt voor milieuvervuiler. Opeens leek efficiëntie of intensivering een fout woord en werd het milieuprobleem voor mij als voormalig duurzaam bouwen adviseur een stuk ingewikkelder.

In de biologische landbouw mogen alleen natuurlijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen worden toegepast. Want wat biologisch is, is natuurlijk goed wordt meestal automatisch gedacht.

Echter, natuur is niet alleen fluitende vogeltjes, kleurige bloemen en majestueuze bomen. Natuur is ook een buizerd die zich op een veldmuisje stort, een lieve poes die je elke ochtend een half dood vogeltje kado doet of een kuikentje dat te pletter valt omdat het een dag te vroeg probeerde uit te vliegen. Zo kan ook een biologisch bestrijdingsmiddel giftig zijn (want het doel blijft ook bij biologische landbouw om plagen te bestrijden) en spoelen ook natuurlijke meststoffen uit.

Maar het belangrijkste is wel dat wanneer alleen natuurlijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen mogen worden toegepast, vaak de opbrengsten per hectare lager zijn. Per hectare land lijkt de milieubelasting lager te zijn maar wanneer de levenscyclus analyse van een liter biologische melk met een liter gangbare melk wordt vergeleken is de milieu impact uiteindelijk ongeveer gelijk. Dit komt omdat om een liter melk te produceren bij biologische landbouw meer land nodig is dan bij een gangbare bedrijfsvoering. Erg ingewikkeld allemaal. Zelfs voor een voormalig duurzaam bouwen adviseur…

Het is erg belangrijk te realiseren dat er bij biologische bedrijfsvoering meer (schaarse) landbouwgrond nodig is om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren. Er is nog steeds honger in de wereld en de verwachting is dat de wereldbevolking in 2050 zal stijgen naar 9 miljard mensen. En de vraag is dan ook of bij omschakeling naar volledig biologische landbouw de veiligheid van de voedselvoorziening gewaarborgd kan worden. Natuurlijke beheersing van de bevolkingsgroei door hongersnood, epidemieën of oorlogen lijkt me geen wenselijke oplossing. Beschouwen niet vaak dezelfde milieuactivisten dat biobrandstoffen een misdaad tegen de menselijkheid zijn omdat deze concurreren met voedselgewassen?

Bovenstaande betekent niet dat ik me volledig afwend tegen biologische landbouw en dat ik gangbare landbouw wel OK vind. Voor mij is de biologische landbouw vooral een stimulans voor de conventionele landbouw om het nog beter te doen. En dan vooral op het gebied van minder vervuilen, minder gebruik maken van niet-vernieuwbare bronnen en het sluiten van kringlopen. Op zoek te gaan naar een duurzame intensieve landbouw waarbij het gaat om het verminderen van de uiteindelijke impact en niet om het verdedigen van vaststaande ideologieën.

Wanneer je nu in de snoepdoos van google gaat zoeken zullen er vast artikelen naar boven komen die het bovenstaande tegenspreken. Maar daar gaat het mij niet om. Want ik denk niet dat deze zwart-wit verhalen en rapportages die onlangs door bijvoorbeeld Radar en Zembla werden uitgezonden bijdragen aan een constructieve oplossing. Beter is de deur voor elkaar open te houden en te zoeken naar betere uitkomsten, zonder bepaalde landbouwmethoden in hokjes van biologisch of conventionele landbouw te stoppen. Maar ja, wie zit er ´s avonds, na een vermoeiende werkdag, nu te wachten op een genuanceerd blog of rapportage over de vijftig tinten groen van duurzame landbouw?


En voor wie zich nu zorgen maakt. Ons ‘groene’ hart klopt nog steeds. Met twee buurbedrijven wordt de haalbaarheid onderzocht van een mestvergister om het nabijgelegen revalidatiecentrum te verwarmen en om de uitstoot van broeikasgassen van onze bedrijven te verminderen. En voor de dierenliefhebbers: Ook onze koeien worden zo goed mogelijk verzorgd (zelfs in de weekenden of ’s nachts, als dat nodig is). Niet alleen omdat een ongezonde en ongelukkige koe geen melk geeft maar ook omdat ik in de loop der tijd stiekum toch een beetje van zwart wit ben gaan houden...

Francis Bacon: On ne commande la nature qu’en lui obéissant