Er
is niet veel wat ik mis uit Nederland sinds ik in Frankrijk woon. Behalve
pindakaas, hagelslag en satésaus kan ik weinig dingen bedenken die in Frankrijk
echt niet te verkrijgen zijn. Mondialisatie heeft wat dat betreft zijn
voordelen. Behalve voor wat betreft de prijs, lijken Franse winkels inhoudelijk erg veel op die
in Nederland. Er is echter één product wat je niet in een Franse winkel zult
aantreffen en wat ik, als echte Hollandse, erg mis: een groene, grote, sterke
en nuttige plant die zowel gesneden als gedroogd niet te verkrijgen is in Franse
winkels. Waarom is mij een raadsel maar dit onvoldongen feit heeft mij enkele
jaren geleden gedwongen tot thuisteelt van deze plant.
Vlak
naast ons huis hebben wij een plekje van ongeveer vijf bij tien meter waar ik
dacht wel eventjes deze plant te kunnen telen. Omdat de opbrengst van vijftig
vierkante meter van mijn geliefde plant wel erg veel zou zijn voor persoonlijk
gebruik, besloot ik er een groentetuintje van te maken waar ook sla, bonen,
tomaten en dergelijke moesten gaan groeien. Een tuintje waarvan we met heel
onze familie heel het jaar door zouden kunnen genieten.
En
omdat volgens vele mediaberichten het nuttigen van voedsel tegenwoordig een
levensgevaarlijke kwestie is geworden, alles natuurlijk op verantwoorde
biologische wijze geteeld: dus zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Want,
zolang je het voedselprobleem niet integraal beschouwt, schijnt alles wat
biologisch is van nature lekkerder, gezonder en beter
voor het milieu te zijn.
Naar
aanleiding van mijn jarenlange ervaring met tuinieren, ben ik tot de volgende tien geboden gekomen
voor het telen van grote, groene, sterke en nuttige planten.
1. Een goed begin
is het driedubbele werk: Wie zegt dat
dit het halve werk is heeft nog nooit getuinierd. Want wie zoals ik in het
begin enthousiast het onkruid te verwijdert door het tuintje geheel grondig om
te ploegen, haalt allerlei ongewenste zaadjes omhoog die bij het naderbij
komende zonlicht razendsnel ontkiemen. De komende maanden bestaat hierdoor voornamelijk
uit het verwijderen van onkruid. Ploeg dus alleen wanneer dit echt niet anders
kan.
2. Tijd in de
tuin is nooit verloren tijd: In
tegenstelling tot onkruid, hebben de door jouzelf gezaaide zaadjes weken nodig
om tot ontkieming te komen. Wees geduldig en benut de in jou ogen verloren tijd
met het wieden van onkruid.
3.
Onkruid groeit overal en is een meester in
survival techieken: In het begin
wordt komt er van alles op in je tuintje. De grote vraag is dan hoe je de
kiemplantjes van onkruid onderscheid van die van cultuur plantjes. Dit is heel
eenvoudig: onkruid groeit overal behalve in rijtjes.
4. Trek alleen
aan plantjes met sterke wortels: Trek onkruid
met wortel en al uit de grond om te voorkomen dat het een dag later weer op
dezelfde plek of op een andere plek omhoog schiet. Dit is niet eenvoudig want
onkruid is altijd zeer goed geworteld. Wanneer het onkruid trekken wel erg
makkelijk gaat heb je te maken met cultuurplantjes.
5.
If you can't eat it, beat it: Dit is het motto van de stroming wildplukkers
die gelooft dat onkruid een verzinsel is van de mens en bijna alles wat groeit
eetbaar of nuttig is. Hier ben ik het mee eens met uitzondering van: paardenbloem,
klaver, distel, kweekgras, zevenblad, duizendblad, brandnetel, winde, zuring,
ganzenvoet, speenkruid, madeliefje, heermoes, kleefkruid en ja zelfs braamstruiken!
6. Een tuin heeft veel water nodig: Voornamelijk in de vorm van zweetdruppels.
7.
Zaai minstens drie zaadjes per plantje: Wanneer je na een aantal maanden denkt het
onkruid de baas te zijn, liggen de volgende gevaren op de loer: het weer (hier
in Frankrijk voornamelijk hitte, droogte, hagel, storm, onweer) en ongedierte.
Het is mij meerdere malen overkomen dat een plantje in een nacht omver werd
gegeten door slakken of werd bezet door een kolonie rupsen. Ook ongedierte als
kippen, honden, katten, kleine kinderen met ballen en pappa's met maat 45
kunnen voor ongewenste verassingen zorgen. Zaai dus per plantje één zaadje voor
het weer, één voor het ongedierte en met een beetje geluk één voor eigen
gebruik.
8.
De aanleg van een tuin heeft
verbeeldingskracht en geloof in de toekomst nodig: Spreekt voor zich. Verdere toelichting niet nodig.
9.
Er zijn geen tuin mislukkingen, alleen
experimenten: Wanneer je vindt dat er toch iets
is mislukt, besef dan dat je meer van fouten leert dan van succes.
10. Zorg voor een
goede relatie met je zus: Omdat mijn groentetuintje
één groot experiment is waarin voornamelijk met het opkweken van mijn
lievelings plantje wel eens wat mis gaat, is het van belang dat ik een goede
relatie met mijn zus onderhoud. Zij
begrijpt mij als geen ander en is in nood altijd bereid wat stekjes Frankrijk
in te voeren zodat ik weer zorgeloos het jaar door zal komen. Via één van haar
connecties laadt ze dan de achterbank van haar autootje vol en tuft ze naar
Frankrijk. Niet geheel zonder risico's natuurlijk. Soms krijgt ze pech met haar autootje
en moet ze dagen wachten op een reparatie. En soms wordt ze aangehouden door de
gendarmerie. Of ze wil uitleggen wat voor plantjes dat zijn op haar achterbank?
Boerenkool natuurlijk! Een grote, groene, sterke plant die vanwege het hoge
vitamine C gehalte erg nuttig kan zijn om de winter door te komen.