vrijdag 2 mei 2014

Tien geboden voor de teelt van een grote, groene, sterke en nuttige plant

Er is niet veel wat ik mis uit Nederland sinds ik in Frankrijk woon. Behalve pindakaas, hagelslag en satésaus kan ik weinig dingen bedenken die in Frankrijk echt niet te verkrijgen zijn. Mondialisatie heeft wat dat betreft zijn voordelen. Behalve voor wat betreft de prijs, lijken Franse winkels inhoudelijk erg veel op die in Nederland. Er is echter één product wat je niet in een Franse winkel zult aantreffen en wat ik, als echte Hollandse, erg mis: een groene, grote, sterke en nuttige plant die zowel gesneden als gedroogd niet te verkrijgen is in Franse winkels. Waarom is mij een raadsel maar dit onvoldongen feit heeft mij enkele jaren geleden gedwongen tot thuisteelt van deze plant.

Vlak naast ons huis hebben wij een plekje van ongeveer vijf bij tien meter waar ik dacht wel eventjes deze plant te kunnen telen. Omdat de opbrengst van vijftig vierkante meter van mijn geliefde plant wel erg veel zou zijn voor persoonlijk gebruik, besloot ik er een groentetuintje van te maken waar ook sla, bonen, tomaten en dergelijke moesten gaan groeien. Een tuintje waarvan we met heel onze familie heel het jaar door zouden kunnen genieten.

En omdat volgens vele mediaberichten het nuttigen van voedsel tegenwoordig een levensgevaarlijke kwestie is geworden, alles natuurlijk op verantwoorde biologische wijze geteeld: dus zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Want, zolang je het voedselprobleem niet integraal beschouwt, schijnt alles wat biologisch is van nature lekkerder, gezonder en beter voor het milieu te zijn.
Naar aanleiding van mijn jarenlange ervaring met tuinieren, ben ik tot de volgende tien geboden gekomen voor het telen van grote, groene, sterke en nuttige planten.

1.      Een goed begin is het driedubbele werk: Wie zegt dat dit het halve werk is heeft nog nooit getuinierd. Want wie zoals ik in het begin enthousiast het onkruid te verwijdert door het tuintje geheel grondig om te ploegen, haalt allerlei ongewenste zaadjes omhoog die bij het naderbij komende zonlicht razendsnel ontkiemen. De komende maanden bestaat hierdoor voornamelijk uit het verwijderen van onkruid. Ploeg dus alleen wanneer dit echt niet anders kan.

2.      Tijd in de tuin is nooit verloren tijd: In tegenstelling tot onkruid, hebben de door jouzelf gezaaide zaadjes weken nodig om tot ontkieming te komen. Wees geduldig en benut de in jou ogen verloren tijd met het wieden van onkruid.

3.      Onkruid groeit overal en is een meester in survival techieken: In het begin wordt komt er van alles op in je tuintje. De grote vraag is dan hoe je de kiemplantjes van onkruid onderscheid van die van cultuur plantjes. Dit is heel eenvoudig: onkruid groeit overal behalve in rijtjes.

4.      Trek alleen aan plantjes met sterke wortels: Trek onkruid met wortel en al uit de grond om te voorkomen dat het een dag later weer op dezelfde plek of op een andere plek omhoog schiet. Dit is niet eenvoudig want onkruid is altijd zeer goed geworteld. Wanneer het onkruid trekken wel erg makkelijk gaat heb je te maken met cultuurplantjes.

5.      If you can't eat it, beat it: Dit is het motto van de stroming wildplukkers die gelooft dat onkruid een verzinsel is van de mens en bijna alles wat groeit eetbaar of nuttig is. Hier ben ik het mee eens met uitzondering van: paardenbloem, klaver, distel, kweekgras, zevenblad, duizendblad, brandnetel, winde, zuring, ganzenvoet, speenkruid, madeliefje, heermoes, kleefkruid en ja zelfs braamstruiken!

6.      Een tuin heeft veel water nodig: Voornamelijk in de vorm van zweetdruppels.

7.      Zaai minstens drie zaadjes per plantje: Wanneer je na een aantal maanden denkt het onkruid de baas te zijn, liggen de volgende gevaren op de loer: het weer (hier in Frankrijk voornamelijk hitte, droogte, hagel, storm, onweer) en ongedierte. Het is mij meerdere malen overkomen dat een plantje in een nacht omver werd gegeten door slakken of werd bezet door een kolonie rupsen. Ook ongedierte als kippen, honden, katten, kleine kinderen met ballen en pappa's met maat 45 kunnen voor ongewenste verassingen zorgen. Zaai dus per plantje één zaadje voor het weer, één voor het ongedierte en met een beetje geluk één voor eigen gebruik.

8.      De aanleg van een tuin heeft verbeeldingskracht en geloof in de toekomst nodig: Spreekt voor zich. Verdere toelichting niet nodig.
  
9.      Er zijn geen tuin mislukkingen, alleen experimenten: Wanneer je vindt dat er toch iets is mislukt, besef dan dat je meer van fouten leert dan van succes.


10.  Zorg voor een goede relatie met je zus: Omdat mijn groentetuintje één groot experiment is waarin voornamelijk met het opkweken van mijn lievelings plantje wel eens wat mis gaat, is het van belang dat ik een goede relatie met mijn zus onderhoud.  Zij begrijpt mij als geen ander en is in nood altijd bereid wat stekjes Frankrijk in te voeren zodat ik weer zorgeloos het jaar door zal komen. Via één van haar connecties laadt ze dan de achterbank van haar autootje vol en tuft ze naar Frankrijk. Niet geheel zonder risico's natuurlijk. Soms krijgt ze pech met haar autootje en moet ze dagen wachten op een reparatie. En soms wordt ze aangehouden door de gendarmerie. Of ze wil uitleggen wat voor plantjes dat zijn op haar achterbank? Boerenkool natuurlijk! Een grote, groene, sterke plant die vanwege het hoge vitamine C gehalte erg nuttig kan zijn om de winter door te komen.