Een paar dagen geleden was het weer zover. De schok van
de onvermijdelijke overgang van zomer naar herfst. Deze keer niet alleen
ingeluid door een temperatuurval van 30 naar 13 graden maar tevens door honderden
zwaluwen die zich verzamelden op de telefoonlijnen langs de randen van de weg.
Mijn gedachten dwaalden af naar het begin april toen de
eerste zwaluwen aanvlogen en ik blik terug op het lief en leed dat we de
maanden die erop volgden samen hebben gedeeld. Het gezellige gekwetter van de
zwaluwen in de kalfjesstal om elkaar het hof te maken en het kunst en vliegwerk
om de kommetjes onder het plafond boven dezelfde kalfjes te herstellen en te
perfectioneren met leem, koeienhaar en hooi zal ik de komende maanden missen.
Het was een lastig voorjaar niet alleen voor de zwaluwen
maar ook voor de boeren. Het hield maar niet op met regenen wat tot gevolg had
dat insecten waarvan deze vogeltjes leven niet uitvlogen en sommige zwaluwtjes
uit de lucht vielen vanwege de honger. Wij zagen dit met lede ogen aan en
smachten elke avond naar een meteo waarbij een weervenster van minimaal een
paar dagen zonder regen zou worden voorspeld. Zodat we het land konden bewerken
om mais te zaaien.
Begin mei bereikte ons eindelijk het zo geliefde weervenster
met een paar dagen stralend weer. De zwaluwen scheerden door de lucht, vlogen
hun buikjes vol en legden nestjes vol met eieren terwijl de trekker dag en
nacht op het land heen en weer reed om het zaad op tijd de grond in te krijgen
en tussendoor ook nog eens hectares voorjaarsgras maaide om in te kuilen. Net
voor de volgende regenperiode was alles op tijd klaar. Nu begon het wachten op
de volgende zonnige periode om te hooien en op de eerste zwaluwkuikentjes die uit
het ei zouden kruipen.
Ook deze periode duurde weer langer dan gewenst. Het gras
groeide angstaanjagend hoog, we organiseerden ’s avonds tijdens het koeien
halen mudmaster events en de eerste jonge zwaluwen kropen uit hun ei om zich op
te maken voor hun eerste vlucht. Dat dit niet zonder gevaar is, bleek uit het
hoopje veertjes dat ik vond die avond. Deze lag uitgespreid rond de tevreden
snorrende poes op de hooibaal voor de uitgang van de kalfjes stal.
jongen zwaluwen die gevoederd worden door hun ouders |
Toch waren we tevreden omdat de mais was opgekomen zodat
het komende jaar er waarschijnlijk geen tekort zou zijn aan ruwvoer voor de koeien.
Totdat een grote verschrikkelijke hagelbui dit vooruitzicht aan pap sloeg.
Binnen een half uur waren alle maisplantjes door hagelstenen zo groot als
duiveneieren verpulverd en konden we volgens een landbouwdeskundige weer
overnieuw beginnen met zaaien.
We bestelden het zaad direct omdat je niet zomaar 30
hectare maiszaad uit de schappen van een supermarkt trekt. Binnen een week
werden de zaadjes geleverd en liggen daar nu nog steeds te wachten om gezaaid
te worden. Het bleef namelijk nog weken regen waardoor het land te drassig was om
bewerkt te worden. De zwaluwen hadden het ook moeilijk en stelde een tweede leg
nog even uit. De kapotgeslagen maisplantjes waren uiteindelijk veerkrachtiger
dan iedereen dacht. Heel voorzichtig groeiden er weer nieuwe blaadjes uit het
overgebleven prutjes groen en begonnen de plantjes tot grote vreugd weer echte
maisplanten te worden.
Nu nog mooi weer en dan was iedereen tevreden. Dan konden
de zwaluwen aan hun tweede leg beginnen en wij met het maaien van het hooi. En
zo geschiedde begin juli. Dagen lang werd er van vroeg tot ’s avonds laat het
gras, dat langer en stengeliger was dan ooit, tot mooie balen geperst. De lange
dagen eindigden in zwoele zomeravonden op het terras dat uitzicht bood over het
weiland met het schouwspel van de steeds groter wordende groep zwaluwen die door
de lucht zweefden en scheerden op jacht naar insecten. Totdat de zon achter de
horizon verdween en plaats maakte voor een wolkeloze sterrenhemel.
Na een maand droogte en hitte begonnen we toch langzaam
weer te smachtten naar een zomerse onweersbui. Zowel de mais als het gras waren
inmiddels gestopt met groeien. Te droog en te heet. Laag vliegende zwaluwen en
donkere wolken en zelfs de Franse meteo kondigden onweersbuien aan. Maar helaas
vlogen de zwaluwen telkens weer omhoog en trokken de wolken telkens over. Of stapelden ze zich op in onze gedachten terwijl de regen kilometers
verderop viel.
Dat de graanoogst
begin augustus maar 20% was van de normale opbrengst, vanwege de hagelschade,
was minder pijnlijk dan een opmerking van een van onze gasten: Of we dit jaar
dwergmais hadden gezaaid?
Terwijl sommige
zwaluwen in half augustus nog aan een derde leg begonnen, reed ik elke dag
langs de maisvelden of ik toch niet stiekem een onverwachte groeicurve kon
ontdekken. Het enige wat ik ondekte was dat de mais vroeger dan ooit bloeide,
waarmee tevens het definitieve einde van de groei was aankondigd.
Eind augustus
begon de mais te pieken, werden de bladeren langzaam geel, vloog een derde leg
zwaluwen uit en was er nog steeds geen regen gevallen. Half september de mais
rijp voor de oogst begon het eindelijk even te regenen en vlogen de zwaluwen
hun buikjes vol voor het vertrek naar Afrika.
Terwijl de maisopbrengst
lager is dan ooit (50%) en we een probleem van een paar maanden ruwvoer tekort
hebben, hoor ik de verzamelde zwaluwen druk tegen elkaar kwetteren op de
telefoonlijnen. Opgewonden over de lange reis die ze voor de boeg hebben.
Even speel ik met de gedachte ook mijn vleugels uit te
slaan. En weg te vluchten naar het veilige kantoor van vroeger waar het niet
uitmaakte wat voor weer het was. Waar je alleen last had van een donderpreek
van een eigenzinnige architect of het altijd zonnige humeur van een collega. Waar
het noodlot niet bestond en de illusie heerste dat het leven maakbaar is en het
wel goed komt als je maar goed je best doet.
Of weg te vluchten naar het vrolijke leven op de sociale media
waar iedereen happy is, zijn beste ik laat zien en waar elk probleem met een
tegeltjeswijsheid wordt opgelost. Zoals: ‘Life begins at the end of your comfortzone’.
Nou volgens mij begint daar juist de ellende. Of: ‘Achter de wolken schijnt de
zon’.... euh...snakten we na twee maanden droogte niet naar een druppel regen?
Nee, mijn smartphone als niet-farmaceutische antidepressiva helpt nu even niet.
Toch laat één tegelspreuk me echter niet los: 'Het glas
is het leukst als het leeg is. Dan kun je zelf bepalen waarmee te het gaat
vullen.' Daar zit wel iets in. En zo aanvaard ik het noodlot en besluit
ik niet te vluchten. En ga ik de confrontatie met de grillen van het weer aan.
Vanavond vul ik het glas met de voor- en de tegenspoed van het leven dat, in
dit geval naar goed Frans gebruik, een diep rode kleur heeft.
Wat zal ik lekker slapen vanacht.