Hans Laroes ging op X zelfs zover dat hij bij demonstreren de extra voorwaarde wilt voorstellen waarbij op iedere trekker een spandoek moet komen te staan hoeveel subsidie vanuit Brussel wordt ontvangen en welk deel van de productie voor de binnenlandse markt is. Gewoon, voor de transparantie, licht hij toe.
Carolien de Gruyter kopt in de NRC dat de boerenprotesten in Europa eerder een goed getimede driftbui van een geprivilegieerde boerenklasse zijn dan de noodkreet van keuterboertjes. Zakenlui die je best stevig mag controleren. Ze schrijft in haar stuk dat een derde van de begroting van de EU naar landbouw gaat, terwijl de landbouwsector slechts 1,4 % aan het bbp bijdraagt. Het grootste grootste deel, een zesde gaat naar Frankrijk en 80% van die subsidies gaat naar slechts 20% van de boeren (...)En raad eens wie daar vooral van profiteren? Grote boerenbedrijven (...) kleine keuterboeren hebben het nakijken (...)
Als boerin, met 100 ha en 65 melkkoeien, in het midden van Frankrijk, wil ik via deze post de genoemde beweringen wat toelichting geven zodat deze in een betere context kunnen worden geplaatst.
Vaak wordt weggelaten dat de EU zoveel aan landbouw uitgeeft omdat het het enige beleidsterrein is wat Europees wordt uitgevoerd. Het landbouwbeleid kost Nederland hierdoor slechts minder dan 1 miljard per jaar, ongeveer 0,3% van de rijksbegroting. In ruil hiervoor hebben we in de EU voldoende en goedkoop voedsel en kan de landbouw door de politiek een bepaalde richting op worden gestuurd. Niet alleen boeren profiteren van de landbouwsubsidies maar alle partijen in het voedselcomplex.
Dat landbouw slechts 1,4% van het bbp bedraagt, is misschien wel een goed teken. Over het algemeen geldt dat als een economie van een land een heel hoog landbouwaandeel in het BBP heeft, dit betekent dat het een onderontwikkeld land is met veel armoede op het platteland.
Doordat landbouwsubsidies zijn gekoppeld aan hectares (om productie te remmen) geldt dat hoe groter een land of bedrijf is hoe groter het totale subsidiebedrag is. Niet vreemd dus dat een groot land als Frankrijk de meeste subsidie ontvangt.
Dat 20% van de grootste boeren (qua landoppervlak) 80% van de subsidiegelden ontvangen, is de gemiddelde verhouding voor de EU. Voor Nederland en Frankrijk ligt de verhouding minder scheef: 20% van de grootste bedrijven ontving rond 50% vd GLB-steun van het betreffende land.
De 20/80 verhouding komt vooral doordat er delen in Europa zijn met heel veel kleine boerderijtjes.
Voor de EU geldt dat 2/3 van de boerderijen in de EU kleiner is dan 5 ha en 7,5% groter dan 50 ha is en 68,2 % van het EU landbouwoppervlak bewerkt.
De gemiddelde grootte van een landbouwbedrijf in de EU is 17,4 ha (slechts ongeveer 18% van de bedrijven is zo groot of groter. Voor NL ligt het gemiddelde rond de 34 ha, FR 69 ha).
Ik snap overigens niet wat er zo aantrekkelijk is aan de kleine keuterboer.
Van de 9,1 miljoen EU landbouwbedrijven hebben er 3,3 miljoen een standaardopbrengst (SO) van minder dan 2 000 €/jaar (=1% van de totale SO van de EU).
Nog eens 2,5 miljoen landbouwbedrijven hadden een standaardopbrengst tussen 2 000 en 8 000 €/jaar.
Dit betreft voornamelijk zelfvoorzienende en hobbyboeren.
299 000 landbouwbedrijven (3,3% van het EU-totaal) hadden een standaardopbrengst die groter is dan 250 000 €/jaar in 2020 en waren verantwoordelijk voor een meerderheid (56,4%) van de totale economische landbouwproductie van de EU.
Wat is nu het profiel van die geprivilegieerde Franse boer?
Het gemiddelde Franse bedrijf is 69 ha groot en is inderdaad in omvang toegenomen de afgelopen 50 jaar. Dit is vooral ten koste gegaan van de kleine bedrijven met minder dan 20 ha (maar is dat erg wanneer in elke andere sector er op los wordt gefuseerd?).
Vooral rundveehouders hebben bedrijven met veel oppervlak.
Dit betekent niet dat dit grote anonieme agrobusiness bedrijven zijn zoals in het NRC stukje wordt beweerd. Ons bedrijf heeft bijvoorbeeld 100 hectare met 65 melkkoeien. Onze buren hebben 250 hectare en 200 vleeskoeien. Beide familiebedrijven met respectievelijk twee en vier actieve familieleden. Net als al die andere rundveehouderijen om ons heen. Volgens het NRC zakenlui die profiteren van bakken met subsidie.
Met gemiddeld 69 ha per bedrijf zal er wel geboerd worden als een God in Frankrijk met al die subsidies. De werkelijkheid is dat een Franse boer gemiddeld 1.620 €/maand verdiend en 26% onder de armoede grens leeft. Hiervoor moet gemiddeld 55 uur/week worden gewerkt en meestal ook in de weekenden. Een Franse boer maakt jaarlijks anderhalf keer meer uren dan een Franse werknemer. Mede omdat de eerste nauwelijks met vakantie gaat of kan. Geprivilegieerd?
De Franse boeren (groot, klein, rijk, arm) protesteerden afgelopen weken vooral tegen de toenemende regeldruk (zonder dat dit in de kostprijs kan worden doorgerekend), een toenemend verbod op pesticiden zonder alternatieven, toenemende voedselimporten uit landen met minder strenge regelgeving en niet-naleving van de Egalim-wetten.
Dat het Europees landbouwbeleid op de schop moet, ben ik eens met Caroline de Gruyter. Boeren willen best verduurzamen maar wanneer de kosten daarvoor te groot worden en de vraag in de winkelschappen achterblijft dan is dat behoorlijk frustrerend (een deel van de Franse biologische melk wordt inmiddels verkocht als gangbaar bijvoorbeeld). Verduurzamen zonder goed structuurbeleid maakt wanhopig. Stemmingmakende stukjes ook.
Voor meer duiding over de boerenprotesten: