Zo met het naderen van de
jaarwisseling is het ook voor mij onvermijdelijk terug te blikken op het
afgelopen jaar maar ook de afgelopen jaren. Jaren waarin er veel is gebeurd en veranderd.
Bijvoorbeeld onze woon en werkomstandigheden zijn behoorlijk veranderd maar ook
mijn geloof in de maakbaarheid van het leven is in der loop der jaren in een
ander daglicht komen te staan.
De eerste avond in ons
nieuwe huis bracht ik door met gemengde gevoelens. Ik stonk na een dag hard
werken niet alleen naar zweet maar ook naar koeienpoep en er hing na een urenlang
verblijf in de melkput een zweem van de geur van rauwe melk om mij heen. De
douche die ik vervolgens nam werd na één minuut ijzig koud. Wegens gebrek aan
zuurstof in het douchehok sloeg de geiser af. Nog jaren zouden wij moeten
kiezen tussen of één minuut warm douchen of douchen met de deuren en ramen wagenwijd
open. Ook wanneer het buiten vroor.
Daarnaast was ons nieuwe
onderdak meer dan honderd jaar oud en bouwkundig gezien meer dan een drama. Ongeïsoleerd,
vochtig, verwarmd met twee stof en as producerende houtkachels en het stonk er
naar rook en schimmel. Als voormalig bouwfysisch adviseur sprongen de tranen in
mijn ogen en niet alleen vanwege de rokerige lucht. Had ik hiervoor mijn carrière
als bouwkundige en al mijn vrienden en familie in Nederland achter gelaten?
Heel eventjes liet ik dit
moment van zwakte toe en raapte vervolgens al het kleine beetje moed dat ik nog
had bij elkaar om te besluiten de komende jaren iets te maken van deze woonomstandigheden en
de boerderij. Ik had immers zelf gekozen voor deze situatie, moest niet klagen
en mijn verantwoordelijkheid nemen. Volgens het principe van 'survival of the
fittest' zou ik door hard werken en goed mijn best doen het mooie maar ruige bestaan op
het Franse platteland wel overleven.
Zo zorgden we door hard
werken en lange dagen maken dat er hier in huis leefbaar werd en op het bedrijf veel
veranderde. Iets waar ik een beetje trots op ben maar vooral dankbaar. Want uit
onverwachte en ongevraagde hoeken werd er hulp aangeboden door vrienden,
collega's en familie in de vorm van tegeltjes plakken, schilderen, hout kloven,
mestschuiven, afrasteren, was opvouwen, koeien drijven, het bereiden van een maaltijd of gewoon een goed gesprek (dat niet over koien of trekkers ging). Ook kwam al snel de
pachtheer langs voor een goed gesprek. Hij stelde voor het land dat we van hem pachtten voor een aanlokkelijke prijs aan ons te verkopen. En weer niet veel later kwam een nieuwe buurman langs die een
deel van het zojuist gekochte land weer voor een wederom aantrekkelijk bedrag
wilde opkopen. Zulke dingen heb je niet in de hand en het enige wat je dan kunt
doen is dankbaar zijn. (En realiseren dat in deze wereld hard werken niet wordt
beloond maar notarisbezoekjes wel.)
Maar er gebeurde ook allerlei
onverwachte dingen waar ik minder dankbaar voor kon zijn. Op een melkveehouderij
leek het bestaan meer door de grillen van de natuur te worden beïnvloed dan dat
ik me ooit tijdens mijn schijnbaar veilige en min of meer voorspelbare stadse
leven had kunnen voorstellen. Van het dichtbij de natuur staan had ik in ieder
geval een romantischer beeld dan de vaak harde realiteit. Hevige sneeuwval
(twee dagen geen stroom), strenge vorst (vanwege bevroren waterleidingen wekenlang
een groot deel van veestapel van water voorzien met emmers), heftige regenval (waardoor
een groot deel van de zojuist ingezaaide mais werd weggevaagd), aaltjes en
kraaien die jonge maisplantjes opvraten, kleine torretjes die de graanvoorraad
ongemerkt in het stof deden opgaan, en 38 stierkalfjes op 55 geboren kalveren, en meer van dit soort romantische natuurverschijnselen, gaven ons het gevoel regelmatig achter de feiten aan te lopen.
Het enige wat ik dan kon doen
was even flink te balen, proberen te leren van de lessen die de natuur ons gaf
en wanneer er niets te leren viel het gebeurde gewoon te accepteren. Aanpassen
aan de situatie. Hetgeen wat Darwin waarschijnlijk ècht bedoelde met ‘survival
of the fittest’.
Het leven op de boerderij bleek
een grote oefening in het aanpassen aan de omstandigheden die elk moment anders
kunnen zijn. Neem je je voor een middagje de administratie bij te werken, ben je vervolgens de
hele middag ontsnapte vaarzen weer binnen de afrastering te drijven. Of
assisteer je ‘s avonds onverwacht bij de bevalling van een kalf terwijl je
eigenlijk de opening van het schooljaar had moeten bijwonen. Wil je een nacht doorslapen belt de melkrobot dat hij wegens een stroomstoring persoonlijke aandacht nodig heeft. Farmlife's what happens when you're busy making other plans.
En omdat ik er meer bewust van
ben geworden dat de situatie elk moment kan veranderen, probeer ik meer aandacht
te hebben voor de gewone alledaagse kleine dingen. Waarderen dat er na 17
stierkalveren op een rij eindelijk weer eens een vaarskalf wordt geboren, genieten
van koning winter die de omgeving verandert in een sprookjesachtig
winterlandschap en verwonderen om een zoon die in het pech hebben met de
trekker een speciale dag ziet. (Alleen op speciale dagen mag hij namelijk een
glaasje frisdrank.)
Bovenstaande betekent
natuurlijk niet dat ik nu alles maar passief over me heen laat komen. Er worden nog steeds plannen voor de toekomst gemaakt maar ik probeer meer toegevend te zijn wanneer
het leven niet volgens plan gaat. Probeer beter onderscheid te maken tussen waar ik wel
invloed op heb en wat buiten mijn vermogen ligt. Maar ik probeer vooral
dankbaar te zijn. Dankbaar voor het mooie maar soms ruige leven op het Franse platteland maar vooral dankbaar voor iedereen die ons heeft geholpen en die ons na
tien jaar nog niet is vergeten door ons te verblijden met een bezoek, kaartje,
mailtje of andere vorm van berichtgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten