In mijn vorig leven, toen ik nog duurzaam bouwen
adviseur was, leek het bestaan eenvoudig en overzichtelijk. Ik had het idee
verstandig bezig te zijn door met mijn werk duurzame adviezen te geven, door
(wanneer het uitkwam) biologische producten te kopen en tijdens vakanties
zoveel mogelijk van de fiets gebruik te maken. Heel verantwoord allemaal. Goed voor
geest, lichaam en vooral goed voor het geweten. Ik had echt het idee mijn best
te doen voor het ‘milieu’. En duurzaam bouwen en biologische landbouw waren
vanzelfsprekend even ‘groen’.
Toen ik in de melkveesector kwam te werken, bleek de
‘milieu’ kwestie ineens veel ingewikkelder dan dat deze in de bouwwereld was.
In de dubowereld werden levenscyclusanalyses van bouwmaterialen gedaan (waarbij
de milieu impact van een bouwmateriaal van wieg tot graf werd vastgesteld) en
was onnodig materiaal- en energiegebruik voorkomen, zoveel mogelijk gebruik
maken van vernieuwbare bronnen en efficiënt omgaan met niet-duurzame bronnen de
strategie. Met efficientie was niet veel mis.
In de agrarische sector bleek efficiëntie echter opeens
een fout woord. Wanneer je in de melkveehouderij efficiënt wilt zijn en
bijvoorbeeld met zo min mogelijk koeien zoveel mogelijk melk probeert te
produceren, melk je je koeien uit en wordt je beschouwd als dierenbeul. Wanneer
je zoveel mogelijk mais van een hectare probeert te halen door (naast de
natuurlijke mest, gericht) kunstmest te strooien en (zo min mogelijk) herbicide
te spuiten wordt je door buitenstaanders bijna als vanzelfsprekend uitgemaakt voor milieuvervuiler.
Opeens leek efficiëntie of intensivering een fout woord en werd het
milieuprobleem voor mij als voormalig duurzaam bouwen adviseur een stuk
ingewikkelder.
In de biologische landbouw mogen alleen natuurlijke
meststoffen en bestrijdingsmiddelen worden toegepast. Want wat biologisch is,
is natuurlijk goed wordt meestal automatisch gedacht.
Echter, natuur is niet alleen fluitende vogeltjes,
kleurige bloemen en majestueuze bomen. Natuur is ook een buizerd die zich op
een veldmuisje stort, een lieve poes die je elke ochtend een half dood vogeltje
kado doet of een kuikentje dat te pletter valt omdat het een dag te vroeg
probeerde uit te vliegen. Zo kan ook een biologisch bestrijdingsmiddel giftig
zijn (want het doel blijft ook bij biologische landbouw om plagen te bestrijden)
en spoelen ook natuurlijke meststoffen uit.
Maar het belangrijkste is wel dat wanneer alleen
natuurlijke meststoffen en bestrijdingsmiddelen mogen worden toegepast, vaak de
opbrengsten per hectare lager zijn. Per hectare land lijkt de milieubelasting
lager te zijn maar wanneer de levenscyclus analyse van een liter biologische
melk met een liter gangbare melk wordt vergeleken is de milieu impact
uiteindelijk ongeveer gelijk. Dit komt omdat om een liter melk te produceren bij
biologische landbouw meer land nodig is dan bij een gangbare bedrijfsvoering.
Erg ingewikkeld allemaal. Zelfs voor een voormalig duurzaam bouwen adviseur…
Het is erg belangrijk te realiseren dat er bij
biologische bedrijfsvoering meer (schaarse) landbouwgrond nodig is om dezelfde
hoeveelheid voedsel te produceren. Er is nog steeds honger in de wereld en de
verwachting is dat de wereldbevolking in 2050 zal stijgen naar 9 miljard mensen. En
de vraag is dan ook of bij omschakeling naar volledig biologische landbouw de
veiligheid van de voedselvoorziening gewaarborgd kan worden. Natuurlijke
beheersing van de bevolkingsgroei door hongersnood, epidemieën of oorlogen lijkt
me geen wenselijke oplossing. Beschouwen niet vaak dezelfde milieuactivisten
dat biobrandstoffen een misdaad tegen de menselijkheid zijn omdat deze concurreren
met voedselgewassen?
Bovenstaande betekent niet dat ik me volledig afwend
tegen biologische landbouw en dat ik gangbare landbouw wel OK vind. Voor mij is
de biologische landbouw vooral een stimulans voor de conventionele landbouw om het
nog beter te doen. En dan vooral op het gebied van minder vervuilen, minder
gebruik maken van niet-vernieuwbare bronnen en het sluiten van kringlopen. Op
zoek te gaan naar een duurzame intensieve landbouw waarbij het gaat om het
verminderen van de uiteindelijke impact en niet om het verdedigen van vaststaande
ideologieën.
Wanneer je nu in de snoepdoos van google gaat zoeken
zullen er vast artikelen naar boven komen die het bovenstaande tegenspreken.
Maar daar gaat het mij niet om. Want ik denk niet dat deze zwart-wit verhalen en
rapportages die onlangs door bijvoorbeeld Radar en Zembla werden uitgezonden
bijdragen aan een constructieve oplossing. Beter is de deur voor elkaar open te
houden en te zoeken naar betere uitkomsten, zonder bepaalde landbouwmethoden in
hokjes van biologisch of conventionele landbouw te stoppen. Maar ja, wie zit er
´s avonds, na een vermoeiende werkdag, nu te wachten op een genuanceerd blog of
rapportage over de vijftig tinten groen van duurzame landbouw?
En voor wie zich nu zorgen maakt. Ons ‘groene’ hart
klopt nog steeds. Met twee buurbedrijven wordt de haalbaarheid onderzocht van
een mestvergister om het nabijgelegen revalidatiecentrum te verwarmen en om de uitstoot
van broeikasgassen van onze bedrijven te verminderen. En voor de
dierenliefhebbers: Ook onze koeien worden zo goed mogelijk verzorgd (zelfs in de
weekenden of ’s nachts, als dat nodig is). Niet alleen omdat een ongezonde en
ongelukkige koe geen melk geeft maar ook omdat ik in de loop der tijd stiekum
toch een beetje van zwart wit ben gaan houden...
![]() |
Francis Bacon: On ne commande la nature qu’en lui obéissant |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten