In deze barre
tijden van terroristische aanslagen lees ik veel analyses en hoor ik vaak dat
de oorzaak van geradicaliseerde jongeren moet worden gezocht in de mislukte integratie
van immigranten in Frankrijk.
Wanneer ik naar
mezelf kijk, maak ik me dan wel eens zorgen want ik weet hoe moeilijk het is om
te integreren in een land waar je niet bent geboren. Integreren is namelijk niet
alleen de Franse taal machtig zijn, lekkere wijntjes drinken en Franse kaasjes proeven.
Integreren is ook: je onderwerpen aan de bureaucratie om bedrijf en familie
draaiende te houden, om kwart voor twaalf niet meer binnen worden gelaten voor
een kluswinkel omdat deze om twaalf uur sluit voor de lunchpauze, vier uur lang
aanwezig zijn bij een prijsuitreiking van de sportclub omdat alle honderd leden
een prijsje verdienen omdat iedereen in het socialistische Frankrijk immers
gelijk is, in de wacht worden gezet bij een Franse telecom bedrijf of weer eens
op zoek zijn naar een oppas omdat de onderwijzers staken.
Meestal pas ik me
gewoon aan, mopper ik wat mee met de Fransen en houd ik al het onbehagen voor mezelf.
Maar soms krijg ik de neiging om alle opgekropte frustratie eruit te gooien.
Dan zou ik wel eens een Frans televisie station willen kapen of een bom willen
leggen in het Franse parlement om de boel eens flink wakker te schudden. Om
duidelijk te maken dat je met op een andere manier tellen de werkloosheid niet
oplost en een begrotingstekort niet wegwerkt. Dat eens helder moet zijn dat je
met 35 uur werken, met een pensioenleeftijd van 62 jaar en met lunchpauzes van twee
uur de economie niet lostrekt of dat je met het afnemen van iemand zijn
nationaliteit terrorisme niet bestrijdt.
Maar ja, gelukkig
woon ik diep verstopt op het Franse platteland, heb ik geen idee hoe ik aan
explosieven of Kalasjnikovs kan komen en beperk ik me tot wat gemopper en het
krombuigen van paperclips wanneer ik het Franse journaal kijk.
Zo was er voor de
feestdagen weer zo'n item op het journaal waar mijn paperclips van gingen
krommen. Het ging over foie gras (ganzenlever). Iets wat in Nederland al lang
niet meer op het menu staat maar in Frankrijk tot nationaal cultureel en
gastronomisch erfgoed is benoemd en standaard op elk kerstmenu staat. Voor de
kerstdagen lijkt er niets belangrijkers te zijn dan foie gras. Hoe dit het
beste bereid kan worden en hoe je dit het beste kan nuttigen om de smaak van
het levervet het beste tot zijn recht kan laten komen.
In de betreffende
reportage ging het om de aanschaf van foie gras en waar je daarbij op moest
letten. Er werden traditionele en industriële geproduceerde foie gras met
elkaar vergeleken. Natuurlijk was de traditionele foie gras veel lekkerder (en
ook veel duurder) dan de industriële. Niets schokkends dus. Ze lieten ook zien
hoe de eenden en ganzen werden gehouden, wat ook niet schokkend was. Gewoon in
de buitenlucht scharrelen en twee maal daags een hapje eten. Maar vervolgens
lieten ze ook zien hoe de vogels de laatste twaalf dagen van hun leven werden
vetgemest. Gewoon op het Franse 8 uur journaal…
Als moeder met
Nederlandse wortels probeerde ik de onschuldige ogen van mijn kind nog af de
wenden van deze gruweldaad maar het kwaad was al geschied. Mijn zoon werd
blootgesteld aan afschuwlijke beelden van dierenmishandeling. Dwangmatige
voedering met trechters en slangen. Ik ben bereid om ver te gaan met integreren
maar er zijn grenzen. Die liggen dus ongeveer bij het nuttigen van foie gras.
Totdat… we werden
uitgenodigd voor het oudejaarsdiner bij de buren. In Frankrijk bestaat er geen
tweede kerstdag dus wordt het tweede kerstdiner gehouden op oudjaarsavond. Voor
ons was het een hele eer te worden uitgenodigd en we voelden ons Franser dan
ooit.
We werden verwend
met een heerlijk diner volgens de traditie afgewisseld met koude en warme
gerechten en bereid met de vitale elementen water, lucht, aarde en vuur. We begonnen
met zalmtoastjes gevolgd door escargots (wat een sjiek woord is voor slakken)
en vervolgens oesters. De escargots stelden mij al behoorlijk op de proef maar
met de oesters had ik geen idee hoe ik deze moest nuttigen.
Ik hield nauwlettend
mijn buren de gaten hoe je je over oesters moest ontferemen totdat bij de derde
oester mijn buurmeisje mij met angstige ogen ervan weerhield deze op te
slurpen. Of ik wist dat dode oesters erg giftig kunnen zijn en je je moet
beperken tot de levende? Nee, dat wist ik niet... En ik weet niet of het inbeeldde
of dat het echt was maar het leek net alsof de levende oesters die ik net had
doorgeslikt zich langzaam vanuit mijn slokdarm weer naar mijn mondholte wilden glibberen.
Voor de zekerheid vroeg ik nog hoe het dan met de slakken zat die ik eerder op
de avond had genuttigd.
Nadat ik was
bekomen van het (levende) oesteravontuur, hadden we het over het verschil
tussen Nederlandse en Franse eetgewoontes. Volgens mij was dit heel eenvoudig.
Nederlanders eten en Fransen proeven. Nederlanders eten vette oliebollen en
appelflappen tijdens de jaarwisseling en Fransen proeven een klein beetje van
alles wat. Fransen zijn gastronomen met een grote G.
Vervolgens werd
het volgende gerecht opgediend. Foie gras. De echte, volgens traditie gemest, met
aders, een grauw grijze kleur en een geel vetrandje. Mijn buurmeisje, die van
haar hart geen moordkuil maakt, zei dat ze nog nooit zulke afgrijselijke foie
gras had gezien. De buurvrouw legde haar uit dat ze de veel goedkopere
industriële roze foie gras was gewend maar dat ze nu ook eens de echte moest
proberen op deze bijzondere avond. Er werd ook nog eens benadrukt dat een
traditionele lever gastronomisch duurder was dan een industriele lever.
Er was dus geen
sprake van het weigeren van een stukje foie gras tenzij we de buren wilden
beledigen en in de toekomst alleen de jaarwisselingen wilden doorbrengen. Ik
zette dus deze avond mijn principes opzij en liet ik mij een plakje foie gras
opdienen met naar keuze een korreltje zout of peper of een lepeltje
vijgenchutney. Ik voelde me een slappeling en een landverrader. Toch antwoorde ik
eerlijk op de vraag of in Nederland ook foie gras werd gegeten. Er volgde een
korte discussie over welke landen nog meer foie gras boycotten maar al snel
werd zich afgevraagd hoe je foie gras nu het beste kunt bereiden en gediscussieerd
over traditie en industrie. Tijdens het eten laat je je leiden door de zintuigen
van het lichaam en laat je je niet afleiden door het geweten van de geest.
Na deze avond gaf
ik mijn hoop op volledige integratie op. Ik zou nooit, zoals Fransen dat
kunnen, praten over foie gras en ervan kunnen genieten. Ook had ik niet het
geloof dat er ooit een einde zou komen aan het gedwongen vetmesten van eenden
en ganzen in Frankrijk. Ik dacht nog aan het kapen van een tv station en bommetjes
maar hield het bij het bestellen van een nieuwe voorraad paperclips.
Totdat afgelopen
week de ecologische partij van Frankrijk figuurlijk een bommetje legde in het
parlement. Ze hadden Pamela Anderson (ja inderdaad, die van Baywatch)
uitgenodigd in de wandelgangen van het Franse parlement om een persconferentie
te geven over foie gras. Pamela Anderson houdt niet van vlees, is in Amerika
uitgeroepen tot veganist van het jaar en hield een verhaal over geëxplodeerde
levers, de gruwelen van het vetmesten van ganzen en dat dat in een
geciviliseerd land als Frankrijk toch verboden zou moeten zijn. Vlees eten en
zeker foie gras nuttigen is echt niet meer van deze tijd. En waren er
tegenwoordig niet voldoende en smakelijker vleesvervangende alternatieven
voorhanden? Pamela deed een stapje naar voren zodat iedereen haar goed kon
zien. Ze wapperde nog eens met haar geblondeerde haren en trok haar
schouders naar achteren zodat haar (met siliconen gevulde) borstomvang volledig
tot haar recht kwam... Niemand kon haar meer ongelijk geven, er waren zeker
zeer goede alternatieven voor vlees beschikbaar, en mijn hoop op integratie nam
weer een klein beetje toe.
Lees hier de
toespraak van Pamela Anderson:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten