Na jaren dromen en
maanden van twijfel is het dan zover: eind dit jaar wordt er een melkrobot op
ons bedrijf geïnstalleerd!
Nadat Guus een aantal
keer op stap was geweest met de robotverkoper en ik thuis bleef om een oogje op
het vee te houden, vond de verkoper dat madame nu ook maar eens een robot in
levende lijve moest gaan bekijken. Op een half uur rijden van Limoges wist hij
dat er sinds een aantal maanden een robot in bedrijf was gesteld. Dit betekende
twee keer een uur en een kwartier totale reistijd, wat mooi te doen is op een vrije
middag voor melkveehouders als wij zijn.
We spraken af op een
parkeerplaats aan de rand van Limoges om aldaar gezamenlijk met de zakenbolide
van de verkoper naar een lunchplek te rijden en vervolgens de robot te gaan
bezichtigen. Onderweg keuvelde Guus op de bijrijderstoel met de verkoper over
koetjes en kalfjes en ik genoot op de achterbank van het glooiende Franse
landschap dat aan mij voorbij gleed. Af en toe leek het alsof de tijd had stil
gestaan. Smalle landweggetjes kronkelden tussen de typische kleinschalige landbouw
van de Limousinestreek in winterrust en verbonden kleine dorpjes met oude
kerktorens aan elkaar. Alleen auto’s en reclamepanelen verraadden dat het toch
echt 2013 was.
Na drie kwartier
rijden begon ik me lichtelijk zorgen te maken. Waren we het restaurant en de
robot misschien niet per ongeluk voorbij gereden? Nee hoor, over een
kwartiertje waren we bij het restaurant en dan zou het nog een klein half
uurtje rijden naar de robot zijn. Na negen jaar had ik beter moeten weten: in
Frankrijk duren half uurtjes een stuk langer dan in Nederland. Ik zag de tijd
die we op het robotbedrijf zouden doorbrengen slinken en ons eten als echte
Hollanders naar binnenwerken, wilden we vanavond nog op tijd thuis zijn om om zes
uur de koeien te melken.
In de verte zag ik in
het midden van niets een onbeduidend gebouwtje opdoemen. Muren opgetrokken met
franse betonstenen, ongeschilderde kozijnen en als dakbedekking fraaie grijze
golfplaten. Oasis kon je nog net lezen op het vale paneel met palmbomen boven
de entree. De parkeerplaats stond vol met vrachtwagens en tot mijn grote
verbazing parkeerde ook onze verkoper zijn auto hier tussen. Niet de ideale
plek om potentiële klanten warm te maken voor een melkrobot leek mij.
In Frankrijk heb je
naar mijn idee twee stromingen binnenhuisarchitectuur: de één vol van romantiek
en sfeervol en de ander koud en ongezellig. Wij hadden duidelijk met de laatste
van doen. Tafeltjes afgedekt met een plastic zeiltje, vaasjes met kunstbloemen
en TL-balken als sfeerverlichting. Ik vroeg me af of ik nog wel zin had in het
hele robotgedoe maar wist ook dat er geen weg terug meer was.
Omdat we haast
hadden, besloten we alle drie hetzelfde te bestellen. Een stukje vlees met
aardappeltjes en een salade die we bij de saladebar zelf konden opdienen. De
salade deed al iets vermoeden over het stukje vlees maar toen na een
kwartiertje het eten werd opgediend was ik met stomheid geslagen. Duidelijk was
dat alle energie en smaak in dit restaurant in het eten werd gestoken. Ook dat
is Frankrijk: engeltjes die onverwacht af en toe over je tong plassen.
Heerlijk!
Na deze maaltijd
gleden we voort naar het betreffende bedrijf. Ik probeerde ongemerkt een siësta
in halfslapende toestand te houden en Guus werd voorgelicht over het
truffelgebied waar we doorheen reden. Truffels waren voornamelijk te vinden tussen
de wortels van jonge eikenbosjes op kalkrijke grond. Daarnaast wist hij te
vertellen dat er na de oorlog een truffelcrisis was geweest omdat veel mannen de
geheimen van de truffel vindplaatsen hadden
meegenomen naar de eeuwige slagvelden. Een speciaal programma had ervoor
gezorgd dat de opbrengsten de laatste jaren weer stegen maar de vooroorlogse
truffeloogsten zijn nooit meer geëvenaard.
Erg interessant
allemaal ware het niet dat het inmiddels al half vier was en we nog steeds geen
robot hadden gezien. Omdat we om vijf uur zeker niet terug zouden zijn, belde
ik onze buurvrouw om te vragen of ze Rocco wilde af te halen van school zodat
hij niet in paniek voor een leeg huis zou staan nadat hij door de chauffeur van
de schoolbus was thuis gebracht.
Inmiddels reden we
het erf op waar de robot zou staan. Een erf omgeven met machines, oud ijzer, een
lappendeken van gebouwtjes en een wat grotere stal met een uitbouw. We stappen
uit en door een kille melkstal lopen we naar waar het allemaal om te doen was:
de melkrobot. Een soort rode container met aan de buitenkant een beeldschermpje
en aan de onderkant een opening waar goed is te zien hoe de koeien door het
apparaat heen lopen en gemolken worden.
Heel gemoedelijk
ondergaat de koe haar melkbeurt. Eerst krijgt ze via een voerbakje wat brokjes
en vervolgens worden haar spenen met een borsteltje voorzichtig schoon
geschrobd. Nadat de spenen droog gestoomd zijn, worden de spenen met een
laserstraal ingescand en wordt het melkstel ondergehangen. Zelfs de koe met de
gekruiste spenen wist de robot zonder problemen te melken.
Inmiddels kwam ook de
boer aangesneld. Enthousiast laat hij zien welke gegevens er uit de robot te
halen zijn, hoe hij zijn koeien nu nog beter leert kennen en wat voor een
comfort het robotmelken hem heeft opgeleverd. Het is inmiddels half vijf en ik
weet dat we op zijn vroegst om half zeven thuis zullen zijn en daardoor nu ook
zeker weer eens mijn zwemtraining moet afzeggen.
Op te terugweg denk
ik over alle voor- en nadelen van de robot. Het is een enorme investering en
voor de jaarlijkse afschrijving en rentelasten zou je ook een knecht kunnen
aannemen die meer kan dan alleen maar melken. Dat klopt, maar deze is slechts
35 uur per week beschikbaar en daarnaast is het erg moeilijk om een knecht te
vinden die kan melken in een gebied met voornamelijk vleesvee.
Daarnaast zou door
een robot het contact met je beesten verloren gaan. Hier doemt het romantische
beeld op van een melkveehouder die twee keer per dag tussen zijn beesten staat
en direct contact heeft met zijn beesten via het melken. Over het beeld van de melkveehouder
na het melken wordt vaak geen woord gerept: Van top tot teen onder mestspetters
en omgeven door een weeïge lucht van melk en mest. Soms gehavend met blauwe
polsen wanneer een fris melkende vaars zich niet wilt laten melken of soms met een
verrekte spier omdat een koe er zo voor staat dat je in een nog onbekend
yogastandje de koe moet onderhangen. Geen probleem voor de melkrobot en
daarnaast is de melkrobot alerter op uierontsteking, gewichtsverandering en
tochtigheid dan dat een melkveehouder dat kan zijn.
Maar het grootste
voordeel is toch wel dat de melkveehouder door de robot minder gebonden is aan
de ochtend en avond melktijden. Af en toe kan er ’s ochtends worden uitgeslapen
na een feestje en ’s middags kun je gewoon ergens een ander bedrijf bezoeken
zonder dat je zenuwachtig continu de tijd in de gaten hoeft te houden.
Nadat we die avond om
half tien klaar waren met melken besloten we dus de knoop door te hakken en een
robot te installeren op ons bedrijf maar wel op zo’n manier dat de koeien
zomers nog beweid kunnen worden. Of ik nu blij ben? Nog niet helemaal. Er komt
eerst nog een periode dat we tussen het koeien melken door en het oogsten van
het hooi, de graan en de maïs de stal en de mestafvoer grondig moeten aanpassen
voor de melkrobot. Daarna komt een periode dat de koeien moeten wennen aan de
robot en vervolgens moet maar blijken of de robot op ons bedrijf ook de
voordelen met zich meebrengt die wij ervan verwachten. Best spannend dus.
Maar lang niet zo
spannend als Rocco het vindt. Laatst vroeg hij me nog met enige vrees: Weet de
robot wel dat hij niet aan jongetjes mag komen?
Spannend hoor!
BeantwoordenVerwijderenVeel succes ermee, Ingrid