Sinds dat ik melkveehouder ben geworden
vraag ik mij af of ik wel geschikt ben voor dit beroep. Als veehouder moet je
niet alleen lange dagen kunnen maken maar ook een alleskunner zijn. Zo kun je
de dag beginnen met de koeien te voeren, een paar uur later met een
trekkerdealer het over duizend verschillende opties van een gierton hebben,
vervolgens een kleine reparatie aan de melkrobot moeten uitvoeren, aan het
einde van de dag met de boekhouder de jaarrekening doornemen en voordat je naar
bed gaat nog even snel in je pyjama ontsnapte pinken weer terug in de wei
drijven.
Een veehouder moet niet alleen over veel kennis en kunde beschikken maar vooral een groot incasseringsvermogen hebben. Aan onverwacht zieke koeien wen je nooit maar is minder ingrijpend dan bijvoorbeeld de grote verschrikkelijke hagelbui en de daarop volgende dorre droogte van 2016. In 2017 mochten wij daar de ‘vruchten’ van plukken. Of eigenlijk niet want er was nauwelijks oogst en in een jaar tijd zagen wij een groot deel van onze reserve opgaan aan het aankopen van ruwvoer voor onze koeien. We hadden even hard gewerkt als de voorgaande jaren maar de bedrijfsresultaten lieten zien dat er dat jaar geen inkomen voor ons beschikbaar was.
Een veehouder moet niet alleen over veel kennis en kunde beschikken maar vooral een groot incasseringsvermogen hebben. Aan onverwacht zieke koeien wen je nooit maar is minder ingrijpend dan bijvoorbeeld de grote verschrikkelijke hagelbui en de daarop volgende dorre droogte van 2016. In 2017 mochten wij daar de ‘vruchten’ van plukken. Of eigenlijk niet want er was nauwelijks oogst en in een jaar tijd zagen wij een groot deel van onze reserve opgaan aan het aankopen van ruwvoer voor onze koeien. We hadden even hard gewerkt als de voorgaande jaren maar de bedrijfsresultaten lieten zien dat er dat jaar geen inkomen voor ons beschikbaar was.
Er is denk ik niets meer ontmoedigend dan
hard werken en niet beloond worden. Het enige wat dan houvast geeft is de
ervaring van collega’s die zeggen dat wanneer je een dergelijk slecht jaar
‘overleeft’ het uiteindelijk wel goed komt. Sporadisch een slecht jaar hoort nu
eenmaal bij het boerenleven.
Geloof alles wat je in de media leest, behalve wanneer het je eigen
vakgebied betreft
Maar waar ik de laatste tijd toch wel het
meest moeite mee heb is het omgaan met de publieke opinie. Zeker voor een teer
zieltje als ik. Er gaat geen dag voor bij of er wordt wel weer gekopt dat
boeren milieucriminelen, roofbouwers of dierenbeulen zijn. Vooral de ‘gangbare’
boer (wat dat ook moge zijn want ik heb er nog geen ontmoet) heeft het te
verduren. Deze zorgt voor insectensterfte, vergiftigt het milieu met glyfosaat,
doodt de bijen met pesticiden, vervuilt het drinkwater, ontbost de tropen,
zorgt voor enorme hoeveelheden CO2-uitstoot en haalt kalfjes gewetenloos bij de
moeder weg.
Wat er ook gebeurt, de landbouwsector
krijgt het op zijn bordje. Soms is de kritiek terecht maar vaak ook vaag en
ongenuanceerd en soms regelrechte ‘gekersenplukte’ onzin. De journalist doet
aan hoor maar niet aan wederhoor om zijn vooraf bedachte hypothese niet te
ondermijnen en zijn verhaal op die manier zo veel mogelijk kracht bij te zetten.
Zolang de intenties maar goed zijn mag de waarheid geweld aan worden gedaan.
Want wie is er nu tegen duurzaamheid? Ooit vertelde iemand in een interview dat
hij alles gelooft wat hij in de media leest, behalve wanneer het zijn eigen
vakgebied betreft. Inmiddels weet ik uit ervaring dat niets minder waar is en
probeer ik zoveel mogelijk oppervlakkige stukken over de landbouw te negeren.
Helaas lukt dit niet altijd want in mijn
vriendenkring op de sociale media behoren enkele veganisten die dit graag laten
zien hoeveel ze van dieren houden door zoveel mogelijk dierenleed te posten. Meestal
kan ik deze posts langs mij heen laten glijden maar af en toe worden ook deze
berichten mij teveel. Na een slapeloze nacht waarbij mijn partner een paar uur
naast een kalf heeft gelegen om deze op te warmen en te redden van
onderkoeling, kan ik sommige vegan berichten die ’s ochtend mijn newsfeed vullen
moeilijk verdragen. Een bericht waarin de melkveehouderij weer eens wordt
vergeleken met de Holocaust gaan mij dan echt een stapje te ver.
Schuldgevoel
Zelfs tijdens het boodschappen doen word je
geconfronteerd met wijzende vingertjes. Onze supermarkt heeft sinds kort een
authentiek marktje ingericht waarin biologische producten wordt aangeboden, wat
bij de entree met schreeuwende reclames de klanten duidelijk wordt gemaakt.
Koop biologisch! Geproduceerd zonder kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en
antibiotica want dat is beter!
Het probleem is dat niet wordt aangegeven
wat beter is. Wetenschappelijk is bijvoorbeeld niet aangetoond dat bio uiteindelijk
beter is voor klimaat, milieu, smaak of gezondheid. Maar zo’n label
veronderstelt indirect dat al het andere slechter is en laat mij uiteindelijk
met een schuldgevoel achter. Ik ben bulkboer: produceer melk voor de
levensmiddelenindustrie, gebruik kunstmest, chemische gewasbeschermingsmiddelen
en antibiotica. Ik ben een zondaar in de tijd waarin het goddelijke geloof is
vervangen voor een duurzaamheidsgeloof om de welvarende mens toch nog een
beetje betekenis te geven aan zijn leven. Duurzame doelen streef ik graag na
maar wel met middelen waarvan de effectiviteit op wetenschap berust en niet met
eisen die slechts een ongemakkelijke onderbuik gevoel weg nemen.
Ik zou in de supermarkt mijn schuld kunnen
afkopen door mijn karretje vol te gooien met bioproducten, fairtrade thee, Max Havelaar
koffie, beter leven vleeswaren, slaafvrije chocola, een msc-visje en onbespoten
groenten. Toch knagen al die ‘feel good’ labels aan mij. Is het niet raar dat
er alternatieve verdienmodellen voor voedsel nodig zijn? Dat er voor elk
vervuilend product tegenwoordig een groene variant is en voor een oneerlijke
een eerlijke? Moet voedsel aankopen niet alleen gaan over of het lekker en gezond
is? Veranderen die keurmerken echt de wereld? Ik heb er mijn bedenkingen bij.
Voor mij zitten er toch ook wat nadelen aan deze keurmerken.
Het systeem blijft hetzelfde
Voor mij gaat het duurzaamheidsverhaal
vooral over teveel mensen die teveel consumeren. En dat probleem lossen de
keurmerken niet op. Consumenten worden met duurzaamheid keurmerken niet
gestimuleerd tot minderen en blijven verleid tot meer aankopen. Het systeem van
meer winst maken door meer verkoop blijft bestaan. Inmiddels zijn veel
duurzaamheid labels zijn een businessmodel geworden en hebben ze allang niet
meer de oorspronkelijke functie van wakker schudden en voorlichten. Voor
supermarkten is het gewoon een extra aanbod dat hopelijk weer nieuwe klanten
naar de winkel trekt.
Keurmerken zorgen voor ongelijkheid
Daarnaast werken de verantwoordelijke
labels sociale ongelijkheid in de hand. Rijkere mensen krijgen meer kans om
‘goed’ te doen dan de mensen met een kleiner budget. Het is onterecht dat de
groene elite haarzelf op de borst klopt van goedheid terwijl ze woont in grote
villa’s of grachtenpanden, die een vermogen kosten om ’s winters warm te
houden, ondertussen door gaat met vliegreizen voor werk en vakantie en de aankoop
van het nieuwste smartphonemodel. De bijstand ouder in een klein appartementje
met een beperkt budget, een vakantietripje naar de lokale kinderboerderij maar een
veel lagere ecologische voetafdruk wordt niet meer gehoord of gezien.
Duurzaamheid dreigt een elitaire bezigheid te worden.
Compensatiegedrag maakt meer kapot dan je lief is
Verder schijnt dat wanneer iemand een
verantwoorde aankoop heeft gedaan dit neigt te compenseren. Het wekelijks
vullen van de boodschappenmand met verantwoorde artikelen geeft het recht op
een verre vliegvakantie. Een zonnecollector op het dak maakt de aanschaf van
een jacuzzi in de tuin goed. En met het vervangen van alle gloeilampen door LED
verlichting mag een weer groter model flatscreen worden aangeschaft. Dit is geen
beschuldiging maar alleen een constatering. Een product voorzien van een
duurzaamheid label geeft geen garantie op een duurzaam effect en kan
uiteindelijk zelfs leiden tot een tegenovergesteld effect.
Het democratisch systeem brokkelt af
Tenslotte lijkt verantwoorde consumptie moreel
goed maar ontneemt het de burger haar macht en wordt het algemeen belang van de
politiek uitgehold. In een consumptie democratie krijgen de personen met het
meeste geld de meeste stemmen. Politieke verandering hoort door iedereen
gevraagd te kunnen worden en niet door de happy few.
Wanneer we niet uitkijken, laten we ons
door de reclames (en dus het bedrijfsleven) die verantwoordelijke logo’s
aanprijzen uitleggen wat onze waarden en doelen moeten zijn. Om mensen in het
begin bewust te maken van een probleem is een verantwoord keurmerk niet erg
maar zodra het label na een tijdje een verdienmodel wordt, wordt het
bedenkelijk.
Wanneer bijvoorbeeld dierenwelzijn een
probleem is, moet een beter leven dan niet op den duur voor alle dieren gaan
gelden? Moet de overheid dan niet verlangen dat de eisen van het label in de
gangbare regelgeving wordt opgenomen? Goede regelgeving verschuift bovendien de macht van
producenten en verkopers weer naar de consument en maakt hen weerbaarder tegen een
manipulerende omgeving van reclames en uitgekiende schappenindelingen.
Goede en foute boeren
Producten met verantwoorde labels hebben
een nobel doel maar veronderstellen indirect dat er goede en slechte producten
zijn en dat er goede en slechte boeren zijn. Voor de gewone boer die zijn
uiterste best doet om een gezond product op de markt te brengen volgens alle
wet- en regelgeving is deze indirecte beschuldiging nog eens een extra last. Zeker wanneer je beter
begrijpt wat de positie van de boer is. En dat is een lastige omdat de
maatschappij alles van hem verlangd (milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit) maar
zijn afnemer, de directe klant (de melkfabriek bijvoorbeeld) hele andere eisen
stelt. Het liefst zoveel mogelijk voor zo goedkoop mogelijk.
De boer krijgt geld voor het behagen van
zijn afnemer (de zuivelfabriek) maar niet van de consument. Maar wanneer tijdens
de teelt pesticiden worden gebruikt, wordt de boer hier op aangekeken, niet de
supermarkt of de levensmiddelenfabrikant. Terwijl wanneer een spijkerbroek wordt
verkocht met foute katoen, niet de boer maar juist de fabrikant hierop wordt
aangesproken.
De boer, die zorgt dat voedselvoorziening
voor de consument alleen nog maar een ritje naar de supermarkt is en niet meer
een dagtaak, zou graag willen voldoen aan alle extra eisen die de maatschappij
stelt maar kan dit nauwelijks omdat hij niet in die positie is. Wanneer hij
hier continu op wordt aangesproken, raakt deze ontmoedigd. Veranderen kan hij
niet alleen.
ideeënuitwisselingen op basis van wederzijds respect
Omdat duurzaamheid iedereen aangaat, kan
duurzaamheid alleen worden bereikt door te beseffen dat de hele keten, van
producent tot consument en van burger tot overheid verantwoordelijk is. Met
elkaar beschuldigen via schreeuwsessies in de (a)sociale media komen we er
niet. Alleen samen, via ideeënuitwisselingen op basis van wederzijds respect,
kunnen grote stappen worden gezet. Zodat uiteindelijk duurzaamheid gangbaar
wordt en keuzes in de supermarkt alleen nog maar hoeven te gaan over of voedsel
lekker en gezond is.
Zo eens met je verhaal !!!
BeantwoordenVerwijderenKlopt helemaal. Wij hebben dan geen zonnen panelen voor de jacuzzi, maar wij genieten er wel enorm van.
BeantwoordenVerwijderen