donderdag 5 juli 2018

Weg met de verantwoorde keurmerken en lekker en gezond voedsel voor iedereen


Sinds dat ik melkveehouder ben geworden vraag ik mij af of ik wel geschikt ben voor dit beroep. Als veehouder moet je niet alleen lange dagen kunnen maken maar ook een alleskunner zijn. Zo kun je de dag beginnen met de koeien te voeren, een paar uur later met een trekkerdealer het over duizend verschillende opties van een gierton hebben, vervolgens een kleine reparatie aan de melkrobot moeten uitvoeren, aan het einde van de dag met de boekhouder de jaarrekening doornemen en voordat je naar bed gaat nog even snel in je pyjama ontsnapte pinken weer terug in de wei drijven.

Een veehouder moet niet alleen over veel kennis en kunde beschikken maar vooral een groot incasseringsvermogen hebben. Aan onverwacht zieke koeien wen je nooit maar is minder ingrijpend dan bijvoorbeeld de grote verschrikkelijke hagelbui en de daarop volgende dorre droogte van 2016. In 2017 mochten wij daar de ‘vruchten’ van plukken. Of eigenlijk niet want er was nauwelijks oogst en in een jaar tijd zagen wij een groot deel van onze reserve opgaan aan het aankopen van ruwvoer voor onze koeien. We hadden even hard gewerkt als de voorgaande jaren maar de bedrijfsresultaten lieten zien dat er dat jaar geen inkomen voor ons beschikbaar was.

Er is denk ik niets meer ontmoedigend dan hard werken en niet beloond worden. Het enige wat dan houvast geeft is de ervaring van collega’s die zeggen dat wanneer je een dergelijk slecht jaar ‘overleeft’ het uiteindelijk wel goed komt. Sporadisch een slecht jaar hoort nu eenmaal bij het boerenleven.

Geloof alles wat je in de media leest, behalve wanneer het je eigen vakgebied betreft
Maar waar ik de laatste tijd toch wel het meest moeite mee heb is het omgaan met de publieke opinie. Zeker voor een teer zieltje als ik. Er gaat geen dag voor bij of er wordt wel weer gekopt dat boeren milieucriminelen, roofbouwers of dierenbeulen zijn. Vooral de ‘gangbare’ boer (wat dat ook moge zijn want ik heb er nog geen ontmoet) heeft het te verduren. Deze zorgt voor insectensterfte, vergiftigt het milieu met glyfosaat, doodt de bijen met pesticiden, vervuilt het drinkwater, ontbost de tropen, zorgt voor enorme hoeveelheden CO2-uitstoot en haalt kalfjes gewetenloos bij de moeder weg.

Wat er ook gebeurt, de landbouwsector krijgt het op zijn bordje. Soms is de kritiek terecht maar vaak ook vaag en ongenuanceerd en soms regelrechte ‘gekersenplukte’ onzin. De journalist doet aan hoor maar niet aan wederhoor om zijn vooraf bedachte hypothese niet te ondermijnen en zijn verhaal op die manier zo veel mogelijk kracht bij te zetten. Zolang de intenties maar goed zijn mag de waarheid geweld aan worden gedaan. Want wie is er nu tegen duurzaamheid? Ooit vertelde iemand in een interview dat hij alles gelooft wat hij in de media leest, behalve wanneer het zijn eigen vakgebied betreft. Inmiddels weet ik uit ervaring dat niets minder waar is en probeer ik zoveel mogelijk oppervlakkige stukken over de landbouw te negeren.

Helaas lukt dit niet altijd want in mijn vriendenkring op de sociale media behoren enkele veganisten die dit graag laten zien hoeveel ze van dieren houden door zoveel mogelijk dierenleed te posten. Meestal kan ik deze posts langs mij heen laten glijden maar af en toe worden ook deze berichten mij teveel. Na een slapeloze nacht waarbij mijn partner een paar uur naast een kalf heeft gelegen om deze op te warmen en te redden van onderkoeling, kan ik sommige vegan berichten die ’s ochtend mijn newsfeed vullen moeilijk verdragen. Een bericht waarin de melkveehouderij weer eens wordt vergeleken met de Holocaust gaan mij dan echt een stapje te ver.

Schuldgevoel
Zelfs tijdens het boodschappen doen word je geconfronteerd met wijzende vingertjes. Onze supermarkt heeft sinds kort een authentiek marktje ingericht waarin biologische producten wordt aangeboden, wat bij de entree met schreeuwende reclames de klanten duidelijk wordt gemaakt. Koop biologisch! Geproduceerd zonder kunstmest, chemische bestrijdingsmiddelen en antibiotica want dat is beter!

Het probleem is dat niet wordt aangegeven wat beter is. Wetenschappelijk is bijvoorbeeld niet aangetoond dat bio uiteindelijk beter is voor klimaat, milieu, smaak of gezondheid. Maar zo’n label veronderstelt indirect dat al het andere slechter is en laat mij uiteindelijk met een schuldgevoel achter. Ik ben bulkboer: produceer melk voor de levensmiddelenindustrie, gebruik kunstmest, chemische gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica. Ik ben een zondaar in de tijd waarin het goddelijke geloof is vervangen voor een duurzaamheidsgeloof om de welvarende mens toch nog een beetje betekenis te geven aan zijn leven. Duurzame doelen streef ik graag na maar wel met middelen waarvan de effectiviteit op wetenschap berust en niet met eisen die slechts een ongemakkelijke onderbuik gevoel weg nemen.



Ik zou in de supermarkt mijn schuld kunnen afkopen door mijn karretje vol te gooien met bioproducten, fairtrade thee, Max Havelaar koffie, beter leven vleeswaren, slaafvrije chocola, een msc-visje en onbespoten groenten. Toch knagen al die ‘feel good’ labels aan mij. Is het niet raar dat er alternatieve verdienmodellen voor voedsel nodig zijn? Dat er voor elk vervuilend product tegenwoordig een groene variant is en voor een oneerlijke een eerlijke? Moet voedsel aankopen niet alleen gaan over of het lekker en gezond is? Veranderen die keurmerken echt de wereld? Ik heb er mijn bedenkingen bij. Voor mij zitten er toch ook wat nadelen aan deze keurmerken.

Het systeem blijft hetzelfde
Voor mij gaat het duurzaamheidsverhaal vooral over teveel mensen die teveel consumeren. En dat probleem lossen de keurmerken niet op. Consumenten worden met duurzaamheid keurmerken niet gestimuleerd tot minderen en blijven verleid tot meer aankopen. Het systeem van meer winst maken door meer verkoop blijft bestaan. Inmiddels zijn veel duurzaamheid labels zijn een businessmodel geworden en hebben ze allang niet meer de oorspronkelijke functie van wakker schudden en voorlichten. Voor supermarkten is het gewoon een extra aanbod dat hopelijk weer nieuwe klanten naar de winkel trekt.

Keurmerken zorgen voor ongelijkheid
Daarnaast werken de verantwoordelijke labels sociale ongelijkheid in de hand. Rijkere mensen krijgen meer kans om ‘goed’ te doen dan de mensen met een kleiner budget. Het is onterecht dat de groene elite haarzelf op de borst klopt van goedheid terwijl ze woont in grote villa’s of grachtenpanden, die een vermogen kosten om ’s winters warm te houden, ondertussen door gaat met vliegreizen voor werk en vakantie en de aankoop van het nieuwste smartphonemodel. De bijstand ouder in een klein appartementje met een beperkt budget, een vakantietripje naar de lokale kinderboerderij maar een veel lagere ecologische voetafdruk wordt niet meer gehoord of gezien. Duurzaamheid dreigt een elitaire bezigheid te worden.

Compensatiegedrag maakt meer kapot dan je lief is
Verder schijnt dat wanneer iemand een verantwoorde aankoop heeft gedaan dit neigt te compenseren. Het wekelijks vullen van de boodschappenmand met verantwoorde artikelen geeft het recht op een verre vliegvakantie. Een zonnecollector op het dak maakt de aanschaf van een jacuzzi in de tuin goed. En met het vervangen van alle gloeilampen door LED verlichting mag een weer groter model flatscreen worden aangeschaft. Dit is geen beschuldiging maar alleen een constatering. Een product voorzien van een duurzaamheid label geeft geen garantie op een duurzaam effect en kan uiteindelijk zelfs leiden tot een tegenovergesteld effect.

Het democratisch systeem brokkelt af
Tenslotte lijkt verantwoorde consumptie moreel goed maar ontneemt het de burger haar macht en wordt het algemeen belang van de politiek uitgehold. In een consumptie democratie krijgen de personen met het meeste geld de meeste stemmen. Politieke verandering hoort door iedereen gevraagd te kunnen worden en niet door de happy few.

Wanneer we niet uitkijken, laten we ons door de reclames (en dus het bedrijfsleven) die verantwoordelijke logo’s aanprijzen uitleggen wat onze waarden en doelen moeten zijn. Om mensen in het begin bewust te maken van een probleem is een verantwoord keurmerk niet erg maar zodra het label na een tijdje een verdienmodel wordt, wordt het bedenkelijk.
Wanneer bijvoorbeeld dierenwelzijn een probleem is, moet een beter leven dan niet op den duur voor alle dieren gaan gelden? Moet de overheid dan niet verlangen dat de eisen van het label in de gangbare regelgeving wordt opgenomen? Goede regelgeving verschuift bovendien de macht van producenten en verkopers weer naar de consument en maakt hen weerbaarder tegen een manipulerende omgeving van reclames en uitgekiende schappenindelingen.

Goede en foute boeren
Producten met verantwoorde labels hebben een nobel doel maar veronderstellen indirect dat er goede en slechte producten zijn en dat er goede en slechte boeren zijn. Voor de gewone boer die zijn uiterste best doet om een gezond product op de markt te brengen volgens alle wet- en regelgeving is deze indirecte beschuldiging nog eens een extra last. Zeker wanneer je beter begrijpt wat de positie van de boer is. En dat is een lastige omdat de maatschappij alles van hem verlangd (milieu, dierenwelzijn, biodiversiteit) maar zijn afnemer, de directe klant (de melkfabriek bijvoorbeeld) hele andere eisen stelt. Het liefst zoveel mogelijk voor zo goedkoop mogelijk.

De boer krijgt geld voor het behagen van zijn afnemer (de zuivelfabriek) maar niet van de consument. Maar wanneer tijdens de teelt pesticiden worden gebruikt, wordt de boer hier op aangekeken, niet de supermarkt of de levensmiddelenfabrikant. Terwijl wanneer een spijkerbroek wordt verkocht met foute katoen, niet de boer maar juist de fabrikant hierop wordt aangesproken.

De boer, die zorgt dat voedselvoorziening voor de consument alleen nog maar een ritje naar de supermarkt is en niet meer een dagtaak, zou graag willen voldoen aan alle extra eisen die de maatschappij stelt maar kan dit nauwelijks omdat hij niet in die positie is. Wanneer hij hier continu op wordt aangesproken, raakt deze ontmoedigd. Veranderen kan hij niet alleen.

ideeënuitwisselingen op basis van wederzijds respect
Omdat duurzaamheid iedereen aangaat, kan duurzaamheid alleen worden bereikt door te beseffen dat de hele keten, van producent tot consument en van burger tot overheid verantwoordelijk is. Met elkaar beschuldigen via schreeuwsessies in de (a)sociale media komen we er niet. Alleen samen, via ideeënuitwisselingen op basis van wederzijds respect, kunnen grote stappen worden gezet. Zodat uiteindelijk duurzaamheid gangbaar wordt en keuzes in de supermarkt alleen nog maar hoeven te gaan over of voedsel lekker en gezond is.

2 opmerkingen:

  1. Klopt helemaal. Wij hebben dan geen zonnen panelen voor de jacuzzi, maar wij genieten er wel enorm van.

    BeantwoordenVerwijderen