Sinds een aantal jaar probeer ik de
‘never-ending-story’ over glyfosaat te volgen. Want als eenvoudige boerin die
ook wel eens glyfosaat gebruikt, wil ik graag weten waar ik aan toe ben. Loop
ik daadwerkelijk gezondheidsrisico en breng ik nu wel of niet schade aan het
milieu toe?
Omdat sommige lezers misschien denken:
glyfosQUOI? Eerst een korte samenvatting over dit omstreden gewasbeschermingsmiddel/landbouwgif.
Monsanto
Glyfosaat werd 40 jaar geleden door
Monsanto op de markt gebracht onder de naam RoundUp als onkruidbestrijder. Het
werd verkocht als het ideale gewasbeschermingsmiddel voor de landbouwer want de
werkende stof zou alleen inwerken op planten (is dus ongevaarlijk voor mensen),
lost op in water (dus hoopt niet op in vetweefsel van mensen) en omdat het
biologisch afbreekbaar is, zou het niet ophopen in de bodem. Aanvankelijk was
het product behoorlijk kostbaar maar sinds in 2000 het brevet is vervallen en
elke fabrikant het product mag maken, zijn de prijzen gedaald en is het gebruik
ervan aanzienlijk toegenomen.
Om toch nog te verdienen aan glyfosaat
ontwikkelde Monsanto daarom genetisch gemodificeerde zaden die resistent zijn
tegen glyfosaat (alleen in Nederland zijn de zaden genetisch gemanipuleerd) zodat
ook tijdens de groei van het gewas kan worden gespoten met Roundup. Het gewas
groeit verder en de onkruiden sterven af.
Waarschijnlijk groeide hierdoor het schijnbare
perfecte gewasbeschermingsmiddel in 40 jaar uit tot het symbool van zo’n beetje
alles wat mis is met de landbouw en vooral Monsanto: groots, giftig en
Amerikaans.
Glyfosaat: waarschijnlijk kankerverwekkend
Voor de linkse, biologische lobby was het
daarom in het voorjaar van 2015 groot nieuws dat de IARC (internationaal agentschap
voor kankeronderzoek) in opdracht van de WHO een beoordeling deed en concludeerde
dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is voor de mens. Glyfosaat werd
ingedeeld in de klasse waarin ook mosterd, rood vlees en ’s nachts werken vallen.
Belangrijk is om te weten dat een IARC-evaluatie zich beperkt tot de vraag of
een stof wel of niet kanker kan veroorzaken zonder een uitspraak te doen over
de mate van blootstelling die bij de mens hiervoor nodig is. Het wijst op een
gevaar maar zegt niets over het risico.
Paracelcus: Alles is giftig, de dosis maakt het vergif
De klassering ‘waarschijnlijk
kankerverwekkend’ was in ieder geval genoeg reden om voor verschillende
instanties de stof glyfosaat nog eens te herevalueren. En zo beoordeelden in de
herfst van 2015 de EFSA (Europese agentschap voor voedselveiligheid) en in het
voorjaar van 2016 de JMPR (Joint Meeting on Pesticide Residus, comité van de
WHO) dat bij een normale blootstelling aan glyfosaat er geen risico is voor de
mens. Alleen bij een onrealistisch hoge doseringen is er een gevaar op
tumorvorming. En ook het ECHA (het Europees chemieagentschap) vindt in het
voorjaar van 2017 de stof veilig voor gebruik.
Inmiddels is er echter ook een ‘discussie’
losgebarsten tussen de IARC en de Europese agentschappen waarbij over en weer
verwijten worden gemaakt over partijdigheid en slecht onderzoek. Zo zou de EFSA
teveel beïnvloed zijn door de industrie omdat ze onderzoeken gebruikt die door
de industrie zijn aangeleverd (die voldoen aan protocollen en richtlijnen om onafhankelijkheid
te waarborgen) en door Monsanto rapporten hebben laten 'ghostwriten'.
De IARC daarentegen schijn gebruik te hebben gemaakt van
een technisch expert die tevens een milieuactivist blijkt te zijn en in de
week dat de IARC bekend maakte dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is
een contract tekende met een advocatenkantoor die Monsanto aanklaagt. Bovendien
heeft de IARC bij de beoordeling een langdurig onderzoek onder 89.000
Amerikaanse boeren en hun gezinnen die werken met glyfosaat buiten beschouwing
gelaten. Dit onderzoek toonde geen relatie tussen het gebruik van glyfosaat
en kanker. De resultaten waren wel bekend maar nog niet gepubliceerd en daarom
niet meegenomen in de evaluatie.
Groeiende wantrouwen
Hoe langer ik het internet afscroll, in
de oceaan van (mis)informatie, in de illusie kennis te vergaren, realiseer ik
mij meer en meer dat de informatie die ik krijg voorgeschoteld niet allemaal even
onafhankelijk en betrouwbaar is. Dat geldt net zo goed voor de informatie van
de NGO's en activisten als voor de gewasbeschermingsmiddelenindustrie maar geldt
tevens voor de bron van informatie, het internet.
De multinationals zijn het kwaad van de
wereld die alleen uit zijn op winstbejag en het liefst de wereld willen
vergiftigen met hun chemische producten en vertellen dat het allemaal wel
meevalt. En organisaties als Greenpeace en Foodwatch bestaan voor een heel
groot deel bij de gratie van 'alternatieve' producenten zoals de biologische
industrie, die hun winstmodel hebben gebaseerd op angst voor conventionele producten.
Ze spelen in op het wegvallen van de angst voor de duivel en de priester en
vervangen dit onbehagen door te wijzen op mogelijke gevaren van GMO en
glyfosaat.
Maar ook de informatie van voorheen
betrouwbare media is niet meer geloofwaardig. Omdat het voornamelijk belangrijk
is of een lezer klikt op een artikel, zodat er reclame-inkomsten mee
gegenereerd kunnen worden, is de inhoud minder relevant geworden en gaat het
voornamelijk om de emotie van de lezer aan te spreken. De kop ‘Landbouwgif in
ijsjes van Ben & Jerry's’ zal de meer kliks en inkomsten genereren dan de
kop: ‘Ben & Jerry’s stelt dat een kind van 35 kilo zo’n 145.000 porties ijs
per dag moet eten om de limiet van het Amerikaanse Environment Protection
Agency te bereiken’.
Daarnaast wantrouw ik de zoekresultaten van Google. Het schijnt dat algoritmes aan de
hand van mijn zoekgedrag, likes en shares bepalen welke
resultaten ik te zien krijg. Merkwaardig genoeg krijg ik steevast als eerste
resultaat een advertentie van Greenpeace, met de oproep een petitie ‘STOP
glyfosaat’ te tekenen. Ook wordt geen onderscheid gemaakt tussen blogs van ‘iemand
die ook wel eens wat schrijft’ en wetenschappelijke artikelen van
onderzoeksinstituten. Die verschijnen in willekeurige volgorde in de lijst met
zoekresultaten. Gefrustreerd klik nog even door in mijn internetbubbel en geef
dan mijn zoektocht naar de waarheid over glyfosaat op. Ik raak verward en
uitgeput. Ik kan niet voor maar ook niet tegen een verbod van glyfosaat zijn.
Ik weet het gewoon niet en laat de beoordeling maar over aan deskundigen. Glyfosaat
is niet voor dummies.
De enige conclusie die ik kan trekken is dat we een
monster van wantrouwen aan het creëren zijn en vraag me af of we realiseren welke
gevolgen dit met zich meebrengt. Wat blijft er van de democratie over wanneer
we geen gezamenlijke feiten meer hebben maar iedereen zijn eigen mening
onderbouwt met zijn eigen feiten?
De dosis wantrouwen maakt iets giftig
In het geschapen klimaat van wantrouwen
weet de kersverse Franse minister van ecologische transitie Nicolas Hulot het
wel. Een aantal weken geleden heeft hij te kennen gegeven dat Frankrijk tegen
zal stemmen wanneer in de Europese Commissie om hernieuwde toelating van
glyfosaat zal worden gestemd. En verder…dat ongeacht wat de uitkomst van de
commissie is, het gebruik van glyfosaat vanaf 2022 in Frankrijk verboden zal
zijn. Het wel of niet verbieden van glyfosaat gaat allang niet meer over de risico’s
en zekerheden maar is politiek geworden. Waarbij één ding zeker is: een verbod
zal de Franse minister zeker populairder maken. Want de angst is behoorlijk groot onder de Franse bevolking. Wellicht omdat de woorden glyfosaat en 'waarschijnlijk kankerverwekkend' onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden in de
Franse media.
Voor veel Franse boeren betekent het
verbod dat een belangrijk gereedschap bij het bestrijden van onkruid wordt
afgenomen en hun concurrentiepositie met het buitenland zal worden verzwakt. Alternatieven
zijn in elk geval minder effectief en duurder. Daarnaast is het maar de vraag
of het gebruik van alternatieven minder schadelijk zijn voor het milieu en de
gezondheid. Maar hierover wordt in de media nauwelijks verslag gedaan.
Uit voorzorg: schoffelaars gezocht voor 2022
Omdat ondanks het aangekondigde verbod op
glyfosaat het onkruid helaas wel blijft doorgroeien, zoek ik uit voorzorg voor
2022 alvast een leger schoffelaars die bij ons het onkruid willen wieden. Omdat
schoffelen een soort van mediteren is, zal het worden aangeboden als een
leef-in-de-kracht-van-het-nu cursus om rust en ontspanning te bieden aan mensen
die uitgeput raken in dit tijdperk van informatieoverload. De training zal voor
iedereen toegankelijk zijn, waarbij de focus ligt op doen en vaardigheid
ontwikkelen door herhaling. De oefeningen zullen binnen een week worden
uitgebouwd van drie naar twaalf uur per dag oefenen. Uiteindelijk zullen de
oefeningen leiden tot een ontwikkeld inzicht hoe je met jezelf omgaat en welke
effecten dit heeft op de natuurlijke omgeving. Voor wie na een week tot inzicht komt dat er
toch weer onkruid gaat groeien en zich afvraagt waar hij mee bezig is geweest
is er een existentiële vervolgcursus mogelijk.
Het wordt vast een groot succes. Ook ik
heb vertrouwen in de toekomst.
glyfosaat, niet voor dummies |
Oh, ik kom wel een weekje schoffelen in 2022. Ik wil ook wel een week koken voor de schoffelploeg.
BeantwoordenVerwijderenEn ik ben Jeannette :-)
BeantwoordenVerwijderen